Nieuwe tools om energieprestaties van gebouwen te controleren

Zonmanagement Main Energie

Het controleren van de energieprestaties van gebouw wordt een stuk makkelijker. De website klimaatinstallatiecheck.nl is namelijk uitgebreid met twee handige nieuwe tools: de BENGcheck (Bijna EnergieNeutraal Gebouw) en de energielabelcheck. Deze vullen de bestaande binnenklimaatcheck aan.

Dankzij de uitbreiding kan razendsnel de energieprestatie van een kantoorgebouw worden voorspeld. Hierdoor krijgen niet alleen ontwerpers van klimaatinstallaties, maar ook gebouweigenaren meer inzicht in de energieprestaties van kantoorgebouwen. De tools zijn ontwikkeld door de TVVL Expertgroep Klimaattechniek in samenwerking met Renor.

Gebouwinvoer

De tools hebben als doel om snel inzicht te geven in de relatie tussen klimaatinstallatie, kantoorgebouw en gebruiksprestaties. Met de Binnenklimaatcheck kunnen lokale kantoorruimtes worden ingevoerd en worden voorzien van een gevelopbouw, oriëntatie en lokale klimaatinstallatie. De tool geeft vervolgens een voorspelling van de comfortprestaties. De belangrijkste keuzes worden inzichtelijk gemaakt in de BENGcheck, waarbij een voorspelling wordt gedaan van de 3 BENG indicatoren en het energielabel van een nieuw kantoorgebouw. En de Energielabelcheck, waarbij een voorspelling wordt gedaan van het energielabel van een bestaand kantoorgebouw.

Nieuwe tools besparen veel tijd en hoge kosten

Het berekenen van de energieprestatie van kantoorgebouw is arbeidsintensief. Met BENG- en Energielabelcheck is de bepalingsmethode een snel, voorspellend rekenmodel geworden. De eenvoudige opzet van de tools maakt het op een laagdrempelige manier mogelijk om een indicatie van de energieprestatie te bepalen, zonder hierbij al in details te treden. Op basis van deze voorspelling kunnen belangrijke conceptkeuzes in een vroegtijdig stadium worden vergeleken en afgewogen. De klimaatinstallatiecheck-website is gratis toegankelijk.

 

Het gebouw als energiehub: toekomstmuziek?

Het net is vol, hoor je op steeds meer plekken in Nederland. Als we de samenleving verder willen elektrificeren, is congestie wellicht de belangrijkste opgave om in te vullen. Gelukkig zijn er oplossingsrichtingen, zoals het optimaal afstemmen van vraag en aanbod van energie met managementsystemen. Door een energiehub te worden, kunnen gebouwen zelf een elektriciteitsnet beheren en kan een microgrid ontstaan. Met Ardo Leijen van Eaton tonen we voor eindgebruikers de kansen om hiermee aan de slag te gaan.

Tekst: Marvin van Kempen, hoofdredacteur Duurzaam Gebouwd
Beeld: Eaton

De Europese doelstellingen om een fossielvrije en energieneutrale gebouwde omgeving te realiseren, komen er met rappe schreden aan. Over minder dan dertig jaar stoten we geen broeikasgassen meer uit en zijn we niet langer afhankelijk van aardgas. Van het gas af en elektrificeren móet. Tegelijkertijd doemen problemen op voor het Nederlandse elektriciteitsnetwerk: soms wordt het installeren van zonnepanelen uitgesteld, omdat duurzame energie-opwekking gewoonweg niet meer past. ‘We komen uit een situatie waarin energie altijd beschikbaar was. Het Nederlandse elektriciteitsnet was en is ontzettend betrouwbaar en dat zorgt ervoor dat we ons soms niet bewust zijn van de grote hoeveelheid energie die over het net wordt verplaatst. Tegelijkertijd staan we aan de vooravond van het vol raken van het elektriciteitsnet op verschillende plekken in Nederland.’

Elektrificatie als trend

Dat komt onder andere door de verder oplopende populariteit van elektrische voertuigen (EV). De verkoop neemt alsmaar toe en blijft naar verwachting stijgen tot 1,9 miljoen auto’s in 2030. Dat is meer dan een vertienvoudiging van het aantal elektrische voertuigen in 2020. Daarnaast worden steeds meer nieuwe of gerenoveerde gebouwen energieneutraal, waarbij de gasaansluiting achterwege wordt gelaten. ‘Het elektrificeren van de samenleving brengt een enorme toename van het gebruik van elektriciteit met zich mee. Het is een trend die doorzet. Daardoor wordt energiemanagement en het optimaal afstemmen van vraag en aanbod nog belangrijker. Een energiehub kan een belangrijke rol spelen om dit vraagstuk in te vullen, want je beheert daarmee het energiesysteem van een gebouw als een eigen energienet.’

Inspelen op toekomstige scenario’s

Zo’n hub zorgt ervoor dat de bestaande elektrische infrastructuur beter wordt beheerd en eindgebruikers flexibeler kunnen inspelen op toekomstige behoeften. Bijvoorbeeld als het wagenpark meer en meer elektrisch wordt en andere bedrijfsprocessen meer energie vragen. ‘Met een hub heb je dan de ruimte en de mogelijkheid om je energienetwerk snel uit te breiden. Dat is effectiever dan een meer reactieve ad-hocaanpak, waarbij je een EV-laadstation aansluit op de bestaande infrastructuur. Dan loop je het risico op problemen met het energiemanagement en krijg je te maken met extra kosten die er niet om liegen. Het upgraden van het energienet en van de capaciteit om aan de vraag te voldoen, vraagt een flinke investering. Het is beter om energiemanagement toe te passen en optimaal gebruik te maken van duurzaam opgewekte energie.’

Evoluerend ecosysteem

Het opzetten van een microgrid is voor veel verschillende eindgebruikers interessant. De opgave rondom het energievraagstuk dat zij willen invullen is universeel, maar de probleemstelling heel specifiek: ‘Dat begint bij inzicht verkrijgen en verschillende datastromen over bijvoorbeeld je energieverbruik vergelijken en aan elkaar koppelen. Je moet weten wat je in huis hebt en hoe je erop kunt inspelen.’ Vervolgens zijn de energievraagstukken divers en per situatie verschillend. ‘Klanten kunnen bijvoorbeeld ertegenaan lopen dat ze niet het gewenste energievermogen kunnen krijgen en dat de netbeheerder aangeeft dat zij dit op korte termijn niet kunnen veranderen. Maar ook een verandering in de vraag naar vermogen door de uitbreiding van een wagenpark of het elektrificeren van productieprocessen kan de infrastructuur op de proef stellen. Iedere locatie is weer anders, met verschillende randvoorwaarden. Zo is het mogelijk dat een gebouw een of twee uur per dag een energievraagstuk heeft, omdat er op dat moment een piekbelasting optreedt. Dan is het waardevol om te onderzoeken hoe je voor buffers zorgt om deze specifieke problemen op te lossen. Bijvoorbeeld door energie op te slaan op momenten dat je het niet kunt gebruiken en dit in te zetten op momenten dat je een piek verwacht. Zo realiseer je in feite een kortstondige netverzwaring. De kracht van een hub schuilt in het feit dat deze de rol kan aannemen van een ecosysteem, dat zich organisch aanpast aan een nieuwe situatie.’

Gebouw als microgrid

Een passend antwoord om dit soort vraagstukken op te lossen ziet Eaton in de aanpak Buildings As A Grid, waarbij je het energiegebruik monitort, managet en optimaliseert. De aanpak bestaat uit vier systemen: EV-laden, energiemanagement, -distributie en -opslag. ‘Het EV-laadsysteem biedt hardware en software welke zijn aangesloten op het energienet, met onder andere ondersteuning voor het dynamisch laden en tariferen. De tweede pijler is het energiemanagementsysteem, dat aan de vraagzijde flexibiliteit biedt. Op basis van energietarieven, zelfleverend vermogen en de combinatie met informatie over bijvoorbeeld het weer, kan er realtime een beslissing worden gemaakt over hoe je het meest optimaal assets aanstuurt. De software optimaliseert dan ook automatisch het beheer van aangesloten installaties, volgens verschillende, door de gebruiker gedefinieerde doelstellingen.’

Die doelen kunnen heel divers zijn. ‘Bijvoorbeeld het minimaliseren van de energiekosten, het verkleinen van de ecologische voetafdruk of het maximaliseren van energiegebruik uit hernieuwbare energiebronnen.’ Prestatie is volgens Leijen een sleutelwoord: welke prestatie wil je geleverd krijgen? Zoals de laadprestaties of het thermisch comfort dat je wilt bewerkstelligen. Als het karakter van je verbruik verandert, wijzigt je doelstelling voor een prestatie.’ Tot slot vormen het energiedistributiesysteem en de opslag van energie belangrijke schakels. ‘Eerstgenoemde systeem beheert elektrische energiedistributie en beveiliging. Laatstgenoemde betreft het opslaan van energie op momenten dat je de energie niet optimaal kunt inzetten. Dan kun je het bijvoorbeeld verhandelen op de energiemarkt of aanbieden aan een buurman die zijn dak niet of onvoldoende kan inzetten voor de opwekking van duurzame energie.’

Energie-uitwisseling: (on)mogelijk?

Het vliegwiel voor die uitwisseling van energie is nog niet gevonden en praktijkvoorbeelden zijn schaars. Dat komt onder andere door veiligheidsbeperkingen en de rigide wet- en regelgeving. ‘Er moeten gestandaardiseerde beveiligingsschema’s komen, zodat veiligheids- en hulpdiensten veiliger kunnen werken. Een gebouw mag bijvoorbeeld niet onder spanning staan, omdat het toevallig energie uitwisselt met vastgoed in de omgeving. Zo’n gestandaardiseerd format is niet jaren van ons verwijderd, want er is recentelijk een NEN-standaard die het gesprek hierover openbreekt.’

Volgens Leijen zorgen deze bewegingen ervoor dat uitwisseling van energie geen toekomstmuziek meer is. ‘Het is belangrijk om kritisch te kijken naar hoe we energie optimaal kunnen inzetten. Daarom is het goed om je te oriënteren op waar je nu staat met energiebeheer, vraag en aanbod en opslag van energie en of je klaar bent voor de toekomst. Twijfel je daarover, laat je dan adviseren om zo efficiënt mogelijk gebruik te maken van je assets. Zorg ervoor dat je voorbereid bent en flexibel kunt inspelen op toekomstige situaties.’

Recordaantal BREEAM-NL certificaten in 2022

Een jaar eerder verdubbelde het aantal certificaten al, maar 2022 spant de kroon met 1.197 BREEAM-NL certificeringen. Dat is een toename van 25 procent ten opzichte van 2021. Het instrument is veel ingezet om bestaande gebouwen en woningen aantoonbaar te verduurzamen, om de milieueffecten van nieuwbouw te minimaliseren en om groene gebieden te ontwikkelen.

Het aantal vierkante meters gecertificeerd vastgoed nam in rap tempo toe. Bestaande gebouwen behaalden het vaakst een BREEAM-NL certificaat. Daarnaast zijn 137 nieuwbouwprojecten duurzaam ontworpen en ontwikkeld met behulp van het keurmerk. Ook neemt de aandacht voor gezonde en groene gebieden toe en wonen steeds meer mensen in een BREEAM-NL gebouw. Ongeveer 30.000 woningen hebben een  BREEAM-NL In-Use Woningen certificering.

Portefeuilleaanpak

Partijen gaan steeds meer over op de portefeuilleaanpak, zoals Vesteda, Bouwinvest en WDP die trend is begonnen in 2022 en zet door. Achter het aantal certificaten zitten daarom veel meer gebouwen. Niet iedereen vraagt een certificaat aan, maar gaat wel verduurzamen. Hier willen we andere partijen uitdagen om de stap naar een echt duurzame portefeuille te zetten.

Bron: DGBC

‘Het zou ideaal zijn als we de Europese bewijslast straks met BREEAM-NL kunnen afdekken’

Europa heeft nieuwe groene regels waar ook Nederlandse bedrijven aan moeten voldoen. Deze raken het duurzaam bouwen. DGBC maakte al een vergelijking tussen de EU taxonomie en BREEAM-NL: ze kennen overlap, maar ook verschillen. ‘Het zou mooi en efficiënt zijn als Bouwinvest straks met BREEAM-NL kan aantonen dat een gebouw voldoet aan de taxonomie’, zegt Micha Reusen van Bouwinvest

Reusen, Head of Sustainability & Innovation bij Bouwinvest Real Estate Investors, is lid van de Werkgroep EU Taxonomie en voerde met andere vastgoedinvesteerders en adviseurs gesprekken over hoe om te gaan met de groene spelregels uit Europa. Die stellen eisen aan investeringen, om het etiket duurzaam te krijgen. Het gaat hierbij, voorlopig, alleen om duurzaamheid op het gebied van milieu. ‘Voor de uitwerking van de sociale kant moeten we nog even geduld hebben, deze blijkt lastiger te liggen binnen Europa’, zegt Reusen. Dat terwijl voor Bouwinvest, met vooral pensioenfondsen als klant, naast milieu ook de sociale duurzaamheid een prominente rol speelt bij investeringen.

Inzicht

De groene spelregels uit Europa helpen snel inzicht te krijgen in de mate waarin investeringen bijdragen aan een beter milieu. Het is niet alleen handig: het wordt voor steeds meer bedrijven een wettelijke plicht om hierover te rapporteren. ‘Voor de bijdrage aan sociale doelen komt de taxonomie dus later. Deze is lastiger eenduidig te maken en we zien verschillen tussen landen. Want een betaalbare huur, bijvoorbeeld, is in Nederland anders dan in Duitsland’, legt Reusen uit.

Op dit moment dekt BREEAM-NL niet de volledige vereisten vanuit de EU Taxonomie. ‘Voor ons zou het ideaal zijn als we de bewijslast die moet worden geleverd voor Europa straks met BREEAM-NL kunnen afdekken. Dan hebben we één proces en een onafhankelijke expert die alles toetst. Dat is efficiënter dan nu een deel via BREEAM-NL doen en daarnaast aanvullende bewijslast verzamelen voor de overige eisen uit de Taxonomie’, legt Reusen uit.

Lees het hele interview met Micha Reusen in BREEAM-NL Magazine 2022

 

Installatiearchitect de designers van slimme gebouwen

Wat gebouwen slim maakt? Installaties die op elkaar afgestemd zijn. En eenvoudige -desgewenst geautomatiseerde- bediening. Een open platform waar alle elementen samenkomen, maakt het geheel af. Zo hoeven gebouwbeheerders geen keuze te maken voor één specifiek merk, maar kunnen ze kiezen uit de producten van de diverse fabrikanten. Het resultaat? Energiebesparende en comfortabele gebouwen om in te werken, te leren, te genezen of te wonen. We praten erover met Barry Gaal en Roald de Jong, respectievelijk eigenaar en MT-lid van Elektropartners.

Elektropartners laat zich misschien wel het beste omschrijven als installatie-architect. Het bedrijf uit Heerhugowaard realiseert installatietechnische ontwerpen die -eenmaal uitgevoerd- zorgen voor een optimaal functioneren van het betreffende gebouw. Uiteraard volledig toegespitst op de functie. Dat geldt voor utiliteitsgebouwen als ziekenhuizen, verpleeghuizen en scholen, maar ook voor kantooromgevingen en woningbouw.

 

Het is geen geheim dat de meeste ontwikkeling in installaties zit.

 

Alles in hetzelfde gebouwbeheersysteem

‘Slimme technologie staat centraal. In ons eigen huis, maar ook daarbuiten,’ vangt Barry aan. ‘Er zijn ongelooflijk veel merken op de markt. Om de apparatuur van deze merken optimaal met elkaar te laten samenwerken, koppelen wij deze aan het open platform van KNX. Gebruikers besturen via dit gebouwbeheersysteem eenvoudig alle apparatuur aan: werktuigbouwkundige installaties, zonwering, speakers, verlichting, elektrische sloten enzovoort. Natuurlijk hebben we ook ons eigen pand slim gemaakt. In ons all electric onderkomen openen we de deur met een tag, ontkoppelen op dezelfde manier het alarm en hebben ons gebouw zo ingericht dat licht, verwarming en ventilatie hierop reageren.’ Uit de woorden van de nuchtere directeur van Elektropartners zou je kunnen opmaken dat de integratie van systemen in gebouwen relatief gemakkelijk is. Maar dat het bepaald geen abc’tje is, blijkt uit het feit dat er in de regio waarin Elektropartners opereert slechts enkele bedrijven zijn die deze expertise in huis hebben. Sterker nog, de Vue bioscopen in Alkmaar, Eindhoven en Heerhugowaard klopten bij de Heerhugowaardse onderneming aan voor de realisatie van de eerste Dolby cinemazalen van Europa.

 

BENG realiseer je niet met stenen

Roald vult aan: ‘In de nieuwbouw is BENG een leidende factor, ook in de utiliteit. En een Bijna Energieneutraal Gebouw realiseer je niet alleen met stenen en isolatiemaatregelen. Daar zijn ook installaties voor nodig, denk aan zonnepanelen, warmteterugwin-installaties en oplossingen als zonneboilers. Door deze installaties op elkaar af te stemmen -door bijvoorbeeld overtollige zonne-energie in te zetten voor warmte in warmtepompboilers- geef je verduurzaming en besparing een extra boost.’

‘Om deze ontwikkeling -ik doel op verduurzamingextra kracht bij te zetten, maken we tevens gebruik van LoRaWan, een langeafstands laag frequentieprotocol. LoRa maakt het mogelijk om data tussen verschillende objecten uit te wisselen. Wij zetten LoRa onder meer in voor de monitoring van energieverbruik. Een hoofdmeter meet alleen bulkverbruik, middels sensoren in stickervorm kunnen we verbruik per installatie uitlezen. Met dit systeem is het tevens mogelijk om waterverbruik te monitoren en ook het meten van temperatuur in de waterleiding behoort tot de mogelijkheden. Zo monitoren we mogelijke gunstige situaties voor het ontstaan van legionella in de leidingen. De gebouwbeheerder krijgt automatisch het signaal om de leidingen door te spoelen.’

 

Kostenreductie in gebouwbeheer

Elektropartners loopt overduidelijk ver vooruit in het toepassen en koppelen van slimme oplossingen, maar het bedrijf is er ook voor eenvoudiger opdrachten als het uitlezen van cv-ketels. Door ketels 24/7 te monitoren, wordt verbruik inzichtelijk en worden storingen door preventief handelen voorkomen. Dat Elektropartners steeds vaker wordt gevraagd aan de voorkant mee te denken, heeft alles met de opgebouwde kennis en kunde te maken. ‘Wij zijn dag-in-dag-uit bezig met het bedenken van nieuwe oplossingen en weten precies wat er te koop is,’ vertelt Roald. ‘En dat wordt opgemerkt. Ook door grote partijen als Univé, VUE, Bejo Zaden, Vezet en de populaire muziekhal in Amsterdam.’

Bouwteampartner

‘Het is geen geheim dat de meeste ontwikkeling in installaties zit. Daarom worden we steeds vaker gevraagd om deel te nemen aan bouwteams,’ valt Barry bij. ‘Het helpt ons begrijpen hoe een eindgebruiker een gebouw wil gebruiken, dat zie je namelijk onvoldoende in het ontwerp. Op het moment dat wij aan tafel komen, is de opdrachtgever zeker van de meeste innovatieve oplossingen voor zijn project en hiermee van een slimmer gebouw. Gelukkig raken ook steeds meer aannemers hiervan overtuigd. Door de traditionele hiërarchie los te laten, lukt het ons een slimmer gebouw te realiseren tegen dezelfde en vaak zelfs lagere kosten. Bovendien stelt het ons in staat partner te worden van een gebouweigenaar. En dat is waar we graag naartoe willen. Met meerjarenonderhoudsplannen -MJOP’s- kunnen we de continuïteit van de installaties waarborgen en het complete systeem blijvend optimaliseren. Nee, dat betekent niet dat een gebouweigenaar nooit meer gebruik kan maken van de expertise van een andere elektropartner. We werken uitsluitend met open platforms waar andere kundige bedrijven ook mee uit de voeten kunnen.’

Over Elektropartners

Elektropartners werd in 1962 opgericht. René Gaal, de vader van eigenaar Barry, nam het bedrijf in 1987 over. Toen Barry in 2004 werd gevraagd toe te treden tot het bedrijf, twijfelde hij geen moment. Maar hij wil wel zaken veranderen. Toen hij een jaar later het bedrijf overnam, voegde hij de daad bij het woord. Het bedrijf werd opgeschud en opgefrist en de bedrijfsprocessen werden kritisch onder de loep genomen. Het bedrijf is gegroeid van 30 mensen naar 100 mensen en hebben alle expertises in eigen huis. Het resulteerde in een gezond bedrijf onder leiding van een managementteam én de oprichting van zusterbedrijven Protectiepartners en Domoticapartners.

 

Klik hier voor meer informatie over Elektropartners

Lees hier meer een artikel over installaties en defensie

 

“Er lijkt zich een trend te ontwikkelen richting de realisatie van meer kleinschalige buurtwarmtenetten”

Op dit moment wordt in veel gemeenten gewerkt aan uitvoeringsplannen voor het aardgasvrij maken van wijken en buurten. In dit proces passeren vele technische oplossingen de revue. Ontdek in een inspiratiedocument van Uptempo! de nieuwe innovaties voor buurtwarmtenetten.

Uptempo! is onderdeel van TKI Urban Energy en ondersteunt op veel manieren de verduurzaming van Nederland. Over de aanleg van buurtwarmtenetten, schrijft Uptempo: “Er lijkt zich een trend te ontwikkelen richting de realisatie van meer kleinschalige buurtwarmtenetten. Deze warmtenetten worden vaak ontwikkeld en gerealiseerd in een samenwerking tussen gemeente, bewoner-coöperaties en een woningcorporatie. We zien deze trend niet alleen in de grote steden, maar ook in kleinere gemeenten.

Deze buurtwarmtenetten lijken niet alleen eenvoudiger en daardoor sneller te realiseren, ze kunnen ook zorgen voor een energievoorziening waarbij het belang van bewoners wordt meegenomen. Bewoners worden bij de ontwikkeling betrokken en in veel gevallen worden zij zelfs mede-eigenaar van het warmtenet.
TKI Urban Energy en Uptempo! zien genoeg aanbod van marktrijpe innovaties en willen dit aanbod graag koppelen aan de huidige initiatieven. Uiteraard kunnen de innovaties ook door woningcorporaties en particuliere verhuurders toegepast worden.

Overzicht

Uptempo! publiceerde een overzicht van marktrijpe, toepasbare innovaties voor buurtwarmtenetten. Welke integrale buurtwarmtesystemen bestaan er? En welke collectieve warmtepompen kunnen onderdeel zijn van het buurtwarmtesysteem? Hoe kan je warmte opslaan? Hoe zorg je dat de woningen die aangesloten worden goed voorbereid zijn op aansluiting? De innovaties die het antwoord op deze vragen geven, zijn gebundeld in een inspiratiedocument en afkomstig van uptempo.nu.

Uptempo.nu biedt een handzaam overzicht van de vele innovaties die van belang zijn voor de verduurzaming van woningen en ander vastgoed. De website kent inmiddels meer dan 150 innovaties en groeit nog steeds. Er kan bijvoorbeeld worden gezocht op de categorie ‘opslag warmte’, ‘collectief warmtenet’ of ‘totaalpropositie’. Op uptempo.nu ontdek je welke innovaties er bestaan en als jouw innovatie er ontbreekt, kun je deze aanmelden via de website of mail.

Download hier het inspiratiedocument met innovaties voor buurtwarmtenetten (pdf).

Paris Proof Paspoort ontmaskert gebouwen die snel in waarde kunnen dalen

Bron: Arcadis

Parijs is nog ver, is het ultieme Tour de France-cliché maar beschrijft helaas ook onze wankelmoedige houding jegens klimaatverandering. De race naar Parijs is nog niet gelopen. Sterker op veel gebieden liggen we achter op schema. Neem de verduurzaming van bedrijfsgebouwen. In 2023 moet daar de bescheiden horde van een C-label worden genomen. Maar op dit moment is slechts de helft in de buurt van dat doel. Hoe gaan we de grote sprong voorwaarts dan maken?

Wie gaat dat betalen?

De bouwsector wordt vaak als conservatief bestempeld, maar de duurzame gereedschapskist is redelijk goed gevuld. Behoudens de huidige schaarste aan personeel en materiaal, is de bouwsector klaar voor de stap voorwaarts; technisch kunnen we leveren. Maar zoals altijd gaat de kost voor de baat uit. Anders gezegd: wie gaat dat betalen?  Bij de sommige schakels in de bouwketen is de ‘betalingsbereidheid’ klein omdat het voordeel niet gezien wordt. Generaliserend: gebouweigenaren willen zoveel mogelijk rendement tegen zo laag mogelijke kosten en gebruikers willen weliswaar kwaliteit, maar ook een zo laag mogelijke huur. Aan beide kanten zit nauwelijks stimulans om duurzamer te doen. Als een eigenaar zou willen investeren in bijvoorbeeld betere isolatie dan daalt de energierekening van de huurder. Om (een deel van) de investering terug te verdienen, zal het huurcontract moeten worden opengebroken. Geen gemakkelijk gesprek.

Contract

Arcadis wil graag koploper zijn, maar ook wij ervaren regelmatig hoe moeilijk het is om als huurder in samenwerking met de verhuurder vooruit te komen. Neem ons kantoor in Amersfoort waarvoor we een meerjarenonderhoudsprogramma met een verduurzamingsplan vastlegden in een contract met de eigenaar. Helaas veranderde de afgelopen twee decennia het pand drie keer van eigenaar en moesten we die afspraken opnieuw borgen en soms zelfs heronderhandelen. Had je net groene stroom, heeft de nieuwe eigenaar een contract met een grijze kolenboer en is je CO2-footprint ineens groter in plaats van kleiner!

Paris Proof Paspoort ontmaskert stranded assets

Hoe synchroniseer je de belangen van gebouweigenaren, huurders en maatschappij? Bijvoorbeeld door de ‘staat van duurzaamheid’ onderdeel te maken van de gebouwwaarde. Nu nog wordt de prijs van een gebouw vooral bepaald door locatie, locatie, locatie, maar als je een dwingende duurzame ontwikkelingsplicht aan het gebouw vast timmert, krijg je een andere economische dynamiek. Laten we het een Paris Proof Paspoort (PPP) noemen. In dat paspoort staan de maatregelen en kosten die nodig zijn om een gebouw ‘Paris Proof’ te maken. Het Paris Proof commitment is door de Dutch Green Building Council (DGBC) enkele jaren geleden ontwikkeld samen met de markt en is op deze manier te bekrachtigen in een paspoort.  Stranded assets zijn gebouwen die snel in waarde kunnen dalen. Het PPP maakt inzichtelijk dat gebouwen met een slechte energieprestatie tot grotere investeringen verplichten dan alternatieven die energetisch up-to-date zijn. Het paspoort ontmaskert zo stranded assets. Daarmee worden duurzame gebouwen relatief (en wellicht ook absoluut) goedkoper. Voor gebouwen met een slecht paspoort geldt het omgekeerde. Dat voor- of nadeel voelt ook de huurder in zijn portemonnee, waardoor een gemeenschappelijk belang ontstaat.  Het zou mooi zijn als het PPP een openbaar kadastraal stuk wordt dat maatgevend is voor de financiering van koop en de huurwaarde.

Korte termijn denken

Een andere remmende factor is dat strengere wet en regelgeving en daaraan hangende verplichtingen te vaak met de hand op de knip worden uitgevoerd. Als je maar aan de geldende regelgeving voldoet, zit je aan de goede kant van de lijn. Dus als vijf centimeter extra dakisolatie genoeg is om Label-C binnen te halen, dan blijft het daar meestal bij. Het wetgevende systeem stimuleert niet tot ambitieuzere aanpak, eerder het omgekeerde. De gebouweigenaar die doorpakt met ‘paris proof isolatie’, investeert meer en betaalt daardoor hogere leges voor de vergunningen die standaard een percentage van de (ver)bouwsom zijn. Lagere leges en belastingen gebaseerd op hogere duurzame prestaties van een (ver)bouwplan zetten wel aan tot grootsere daden.

Coalitie Anders Huisvesten

Huurders kunnen die gewenste marktveranderingen helpen aanzwengelen. Arcadis, DGBC, MVO Nederland en Change Inc. vormen samen met een aantal andere grote bedrijven de Coalitie Anders Huisvesten. De coalitie werkt aan een (op BREEAM gebaseerd) puntensysteem voor duurzame huurwaarde. Betere duurzaamheidsprestaties van een gebouw rechtvaardigen een hogere huur. Een duurzamer gebouw leidt immers niet alleen tot lagere energiekosten maar ook tot beter welbevinden en minder ziekteverzuim. Gezondere medewerkers met een hogere arbeidsproductiviteit. On y va?

nieuwe handreiking monitoring voor corporatiemedewerkers

Bron: Stroomversnelling

De nieuwe Handreiking Monitoring van Stroomversnelling geeft corporatiemedewerkers een helder en breed beeld van wat er mogelijk is met monitoring. De handreiking is niet zozeer gericht op koplopers of IT-specialisten, maar veel meer bedoeld voor mensen die niet dagelijks met monitoring te maken hebben.

Meer dan de EPV

De Handreiking Monitoring gaat over energieprestatie-monitoring in de breedste zin van het woord, dus niet alleen over de vraag hoe je data verzamelt in het kader van de Energieprestatievergoeding. Er worden use cases behandeld die verband hebben met de energietransitie, maar daarnaast kan monitoring bijvoorbeeld ook worden ingezet voor (besparing op) onderhoud van installaties of voor benchmarking. Er is ook ruime aandacht voor het implementatieproces, van uitvraag tot gebruik en aansluiten bij bestaande processen.

Stroomversnellers Maarten Hommelberg, Marten Witkamp en Rens Verbruggen hebben de handreiking geschreven in samenwerking met tal van Stroomversnelling lidbedrijven. Ze geven een korte toelichting op de ontstaansgeschiedenis en op de inhoud van de handreiking.

Use cases voor corporaties

Marten Witkamp: “De eerste Stroomversnelling publicaties over monitoring gingen nog over het uitvinden van de juiste route, met name voor koplopers op het gebied van EPV-monitoring. In die fase heeft Stroomversnelling er vooral voor gezorgd dat de wensen van corporaties goed konden landen bij de aanbieders. Deze nieuwe handreiking laat zien dat we inmiddels in een vervolgfase zitten: op basis van praktijkervaringen wordt uitgelegd waar we nu staan met monitoring. We doen dat – hopelijk – op een toegankelijke manier, op basis van de concrete use cases voor woningcorporaties. Dan heb je het over inzicht voor de bewoner, inzicht in het technisch functioneren van installaties, benchmarking, monitoren rond prestatiegaranties, preventief onderhoud en als laatste het slim aansturen van installaties, wat nog een beetje in de sfeer zit van toekomstmuziek.”

Geen Bentley maar Volkswagen Golf

Rens Verbruggen: “Toen we begonnen met deze handreiking hebben we bedacht wat er in de basis van een monitoringssysteem moet zitten, even los van de EPV. Als je daar vat op hebt kun je beginnen met het optuigen van een simpele en goedkope basis-oplossing. Daarna kun je het systeem stapsgewijs uitbreiden. We zeggen altijd dat EPV-monitoring in feite de Bentley onder de monitoring-oplossingen is, terwijl de slimme meter wat meer in de buurt komt van een oud Dafje. Met de basis die we in deze handreiking beschrijven mikken we daar tussenin, zeg maar op een Volkswagen Golf.”

Maarten Hommelberg: “De handreiking bevat een diagram – een pagina vol kleurtjes – waarin wordt samengevat wat de verschillende use cases zijn, van eenvoudig naar complex, en wat je nodig hebt om op een betaalbare manier eenvoudig te beginnen. Een belangrijk technisch verschil dat we maken zijn oplossingen gebaseerd op interne en externe sensoren. Kort door de bocht: externe sensoren zijn in principe duurder, maar ook nauwkeuriger dan de interne sensoren die door de fabrikant in een installatie worden ingebouwd.”

Marten Witkamp: “Maar zodra we dit diagram op papier hadden, realiseerden we ons dat er ook partijen zouden komen die kiezen voor een ‘hybride’ aanpak. Dus een combinatie van interne en externe sensoren, om zo te besparen op de kosten en toch een hoge nauwkeurigheid te krijgen. En we hadden het nog niet bedacht, of we vingen op dat partijen dit nu al doen in de praktijk. Je gaat dan bijvoorbeeld één op de tien omvormers meten met een externe kWh-sensor. Dit soort ontwikkelingen illustreert vooral dat we nog maar net aan het begin staan van de optimalisatie van monitoring.”

Rens Verbruggen: “Toen we een paar jaar geleden begonnen met het thema monitoring waren er nog niet veel fabrikanten die de mogelijkheid boden om de interne sensoren uit te lezen. Inmiddels zijn er meerdere aanbieders die dat beginnen te standaardiseren en de data-protocollen openstellen, waardoor het steeds minder moeite kost om installaties uit te lezen. Anders gezegd: het besef dat je meerwaarde kunt creëren door data te delen breekt steeds meer door bij de aanbieders. Dat is een verschuiving, die in de toekomst zal doorzetten. Het hele gebied is dus nog steeds in beweging en in die zin gaat deze handreiking echt over monitoring anno nu.”

Meer weten en downloaden van white paper>>

Energie besparen met artificiële intelligentie

Als we naar de wereld om ons heen kijken, zien we steeds meer artificiële intelligentie (AI) in ons dagelijks leven. Sommigen vinden dat fantastisch, maar anderen kunnen er doodsbang van worden.

Artificiële intelligentie: nemen robots de wereld over?

Als mensen aan AI denken, komen er vaak als eerste rampzalige beelden bij hen op van zelfbewuste robots die de mensheid willen vernietigen en de wereld willen overnemen, net zoals in veel populaire films. Maar niets is minder waar.

Artificiële intelligentie is ontworpen om de menselijke manier van denken na te bootsen. AI‑software heeft dus het vermogen om zelfstandig te denken en te handelen. In de gebouwautomatisering betekent dit dat AI flink kan bijdragen aan het verbeteren van onderhoud, comfort en energiebesparing. Voor nu richten we ons op de vraag hoe AI kan helpen het energieverbruik van een gebouw terug te dringen.

Artificiële intelligentie, de redding voor de aarde

Groene energiebronnen op de aarde zijn een schaars goed. Daarom is het essentieel dat we energie op een slimme manier gebruiken en opslaan. Artificiële intelligentie is geknipt voor die taak. De technologie is zelflerend en werkt zelfstandig, zonder tussenkomst van mensen. Door integratie van AI in het gebouwbeheer kunt u uw gebouw ‘leren’ om zelf uit te zoeken wat de beste duurzame energiebronnen zijn om te gebruiken, op te slaan en op te wekken.

Het gebruik van AI in gebouwen is als het rijden in een zelfrijdende auto. U kiest uw bestemming. Vervolgens brengt de auto u daar zo snel en veilig mogelijk heen. Zo gaat dat ook met uw gebouw. U voert uw voorkeuren in het systeem in en het gebouw zoekt uit wat de beste duurzame energiebronnen zijn om te gebruiken.

 

Een perfect voorbeeld – Priva ECO

Priva ECO is een perfect voorbeeld van het gebruik van AI om het energieverbruik te verminderen. De software optimaliseert het comfortniveau in het gebouw en verlaagt tegelijkertijd het energieverbruik. Priva ECO is een volledig nieuwe softwaretool, als aanvulling op bestaande gebouwautomatiseringssystemen. Het is een cloudgebaseerde service die kan worden geïmplementeerd ongeacht uw leverancier.

Na de configuratie kijkt de intelligente software 24 uur vooruit, waarbij scenario’s worden berekend op basis van combinaties van gebeurtenissen die het waarschijnlijkst zijn. Zo leert de software over het gedrag van het gebouw en over de invloed van factoren zoals het veranderende aanbod van duurzame energiebronnen. En over weersomstandigheden, zoals buitenluchttemperatuur, zon en wind. Met deze informatie maakt de software vervolgens op een slimmere manier gebruik van klimaatinstallaties en beschikbare energiebronnen van het gebouw. Er worden hernieuwbare en duurzame energiebronnen gebruikt voordat andere bronnen worden geactiveerd. Dat kan een besparing op de energierekening opleveren van wel 25 procent. De software bestuurt de installaties zo dat het optimale klimaat wordt bewerkstelligd met zo min mogelijk energie. Daarbij wordt ook rekening gehouden met de energieprijzen. Dat klinkt mooi, toch?

AI gaat dus niet de wereld overnemen en er is absoluut geen sprake van kwaadaardige robots. Integendeel, met zelflerende software kunt u energie besparen zonder er zelf actief mee bezig te zijn. We kunnen dus stellen dat u gewoon vanuit uw luie stoel een steentje kunt bijdragen aan het redden van de aarde. Bezoek de Priva ECO website De waarheid is dat technologie noch goed noch slecht is. Het hangt allemaal af van hoe je het gebruikt en waarvoor. AI kan een belangrijke rol spelen bij het optimaliseren van energiebesparingen. Voordat we daarop ingaan, bespreken we eerst wat AI precies is.

Dit is een blog van Priva