Spacesizing Whitepaper

Anderhalvemeterkantoor

Lege werkvloeren, daar moet je iets mee. Alléén besparen op werkplekken is zeker een oplossing, maar ook riskant. Lees daarom eerst waar je rekening moet houden bij een hybride werkplekstrategie. Voor veel organisaties geldt dat thuiswerken een permanent onderdeel wordt van de bedrijfsstrategie. Alléén besparen op werkplekken is zeker een oplossing, maar ook riskant. Lees daarom eerst waar je rekening moet houden bij een hybride werkplekstrategie in de nieuwe whitepaper van CBRE.

Zoeken naar de ideale mix

Werkruimte afstoten heeft alleen zin als wat je weghaalt (ruimte) niet ten koste gaat van wat je organisatie overeind houdt (cohesie). Ook mét een vaccin lijkt thuiswerken de blijvende standaard. Hierdoor focussen veel organisaties primair op waar mensen moeten of kunnen werken.

Toch is het verstandig om eerst te kijken naar wat voor werk zij doen. Om vervolgens pas te bepalen waarom ze dat op welke plek het beste kunnen uitvoeren. Door je werkplekdilemma’s in deze volgorde te benaderen, kom je tot een afgewogen oordeel en neem je duurzame beslissingen die naadloos aansluiten op je hybride werkplekstrategie.

In deze balanceeract is een misstap snel gemaakt. CBRE noemt dit Spacesizing en hebben hier een whitepaper over geschreven. Deze kun je downloaden op de website van CBRE

CBRE gaat technisch beheer doen voor EPO

Met ingang van 1 oktober 2020 is CBRE GWS verantwoordelijk voor het technisch beheer en onderhoud van de panden van de EPO, gelegen aan de A4 tussen Den Haag en Rotterdam. De contractduur is op drie jaar met de mogelijkheid van tweemaal een verlenging van twee jaar. Het aanbestedings- en selectietraject werd begeleid door consultants van Heyday Facility Management.

Het markante glazen gebouw, ontworpen door architect Ateliers Jean Nouvel en Dam & Partners Architecten, telt 26 verdiepingen en is 156 meter lang.
Het biedt ruimte aan 1.900 medewerkers in twee hoofdstructuren: New Main (hoofdgebouw) en New Hinge (lager gedeelte met onder andere een bedrijfsrestaurant, een atrium met binnentuin en hoorzittingskamers).

Elementen van partnership

Remco Kroeze, Managing Director CBRE GWS Nederland, ziet de samenwerking met EPO als is een mooie stap in de Nederlandse propositie als (integrale) facilitaire aanbieder met een sterke focus op technisch beheer en onderhoud.

De samenwerking bevat alle elementen die passen bij de partnerships van CBRE: een complexe omgeving, een hoge mate van compliancy, een (internationale) high end-omgeving in combinatie met een kans om de samenwerking verder uit te bouwen en te verdiepen.

De lessen van ABN AMRO bij de verduurzaming van de eigen kantoren

subsidies duurzame gebouwen

Bron: ABN AMRO

Nederland heeft zich gecommitteerd aan de doelstellingen van het Klimaatakkoord van Parijs uit 2015, wat onder meer betekent dat de gebouwde omgeving 95 procent minder energie moet verbruiken in 2050. Voor de vastgoedeigenaar die streeft naar waardebehoud van haar portefeuille is het van belang om tijdig en goed voorbereid in te spelen op deze eisen die vanaf nu steeds strenger zullen worden. Toch kan het doorvoeren van energiebesparing een uiterst complexe, tijdrovende en dure klus zijn.

Dat er strenge eisen worden gesteld aan de vastgoedsector is niet voor niets: Zo’n 30 procent van de wereldwijde -emissies is afkomstig van het gebruik van gebouwen. Net als andere vastgoedeigenaren werkt de afdeling Facility Management van ABN AMRO, onder meer verantwoordelijk voor het beheer van de eigen kantoren, hard om het vastgoed energiezuiniger te maken. De doelstelling voor de eigen kantoren is in 2023 alle kantoren minimaal een A label.

Daarmee is de kous niet af; het blijft een continu proces om alle kantoren van ABN AMRO duurzamer te maken. Daarbij zijn de volgende stappen van groot belang: het stellen van een concreet doel, het inzichtelijk maken van het energieverbruik, een verduurzamingsstrategie bepalen per type gebouw en het stellen van een doel voor de lange termijn. In de rest van deze publicatie lichten we deze factoren een voor een toe.

Stel een concreet doel

Een gedegen doelstelling is belangrijk om de verduurzaming van gebouwen te realiseren tegen acceptabele meerkosten. Met het stellen van dat doel en het naleven van de invulling ervan, voorkomt de vastgoedeigenaar voor onverwacht hoge kosten te staan op het moment dat duurzaamheid door wetgeving wordt afgedwongen. Want verduurzaming zal steeds vaker door wetgeving verplicht worden. Eigenaren van kantoorgebouwen moeten nu al zorgen dat hun kantoor in 2023 een energielabel C of beter heeft. En onvoldoende verduurzamen wordt een risico op het verliezen van waarde als een gebouw niet voldoet aan de wetgeving. Het kan daarom verstandig zijn om nu al een extra stap te zetten bij het doorvoeren van de verduurzaming.

ABN AMRO heeft zelf een doel gesteld dat verder gaat dan de wettelijke vereisten in Nederland. Dat doel is alle gebouwen van ABN AMRO uiterlijk in 2030 minimaal ‘Paris Proof’ zijn, in lijn met het Parijse klimaatakkoord van vijf jaar terug. Dit betekent dat het gemiddelde verbruik in de kantoren op maximaal 50 kiloWattuur (kWh) per vierkanter meter bruto vloeroppervlakte (bvo) mag liggen. Pas in 2050 geldt dit als een vereiste voor alle kantoren in Nederland.

Dit is een ambitieus doel: de huidige uitstoot in het ABN AMRO-vastgoed ligt op 136 kWh per vierkante meter. Als additionele doelstelling mogen er geen fossiele brandstoffen worden gebruikt bij het opwekken van energie in de panden.

Belangrijk voor het behalen van dit doel is dat het hoger management van ABN AMRO deze verduurzaming van de vastgoedportefeuille onderschrijft. De aanpak van de gebouwen voor eigen gebruik past naadloos in het beleid van het management, dat het thema duurzaamheid als een van haar drie pijlers van de bankstrategie heeft gemaakt. Dit is een extra stok achter de deur voor de gehele organisatie.

Maak het energieverbruik inzichtelijk

Naast het stellen van een concreet doel, is het startpunt en het bepalen van de route van belang. Daarom is in samenwerking met adviseurs in beeld gebracht wat het huidige verbruik is in de kantoren van ABN AMRO, ingedeeld naar type verbruik (zie figuur 1). Ook is inzichtelijk gemaakt op welke onderdelen de meeste besparingen te behalen zijn.

Uit die inventarisatie blijkt dat eind 2019 17 procent van de bankkantoren reeds gasloos is en bijna driekwart van de bankkantoren een energielabel A heeft. Energielabels worden vooral gebaseerd op de mate van isolatie in een pand, niet op het werkelijke verbruik. Zoals eerder gesteld kwam het gemiddelde verbruik per vierkante meter op 136 kWh per m² uit, flink boven de beoogde 50 kWh in 2030. De verschillen tussen gebouwen zijn echter groot. Zo heeft het ene kantoor een ‘Paris Proof’-uitstoot van slechts 46 kWh, terwijl het andere kantoor met 250 kWh grote slagen moet maken.

Bepaal een strategie per type gebouw

Afhankelijk van kenmerken zoals de isolatiewaarde en de wijze van energieopwekking van de gebouwen, hebben ABN AMRO en haar adviseurs bepaald welke maatregelen moeten worden toegepast. De kantoren zijn daarvoor opgedeeld in vier groepen, A tot en met D (zie tabel 1). De groepstypering kan worden gebruikt om te bepalen welke maatregelen moeten worden doorgevoerd.

Vervolgens is het zaak om groep voor groep te bekijken met welke vorm van verduurzaming de meeste besparing kan worden behaald. In het algemeen zorgen de volgende vier opties voor de grootste reductie van -emissies in gebouwen:

  1. Reduceer verspilling van energie door het gebouw te isoleren en energie terug te winnen;
  2. Beperk de energievraag door een efficiënte indeling van het gebouw en toepassing van slimme technieken waardoor een ruimte enkel bij gebruik wordt verlicht en verwarmd;
  3. Zorg voor opwekking van hernieuwbare energie door installatie van technieken zoals warmte-koudeopslag (WKO) en zonnepanelen;
  4. Zet de fossiele brandstoffen die wel worden gebruikt zo efficiënt mogelijk in door bijvoorbeeld het energieverlies tijdens het transport te beperken.

Voor het vastgoed van ABN AMRO is per groep voor de onderstaande maatregelen gekozen (zie tabel). Alle gebouwen uit de vier groepen moeten sowieso een basispakket aan maatregelen doorvoeren zoals installatie van LED-lampen en elimineren van sluipverbruik. Dat laatste betreft verbruik van energie zonder dat gebouwgebruikers daarvan profiteren. Drie van de vier groepen moet over naar een duurzame energieopwekking of een aansluiting krijgen op stadsverwarming.

De gebouwen met een matige of slechte bouwschil moeten extra maatregelen nemen om energieverlies tegen gaan, zoals het plaatsen van een tochtsluis, het dichten van kieren en het verbeteren van het ventilatiesysteem. De gebouwen in groep D moeten een grote renovatie ondergaan om het grote energieverlies sterk te reduceren. Op alle locaties worden, indien mogelijk, zonnepanelen op het dak en de gevel geplaatst.

Stel een doel voor de lange termijn

Verduurzamen gaat niet van de ene op de andere dag. Het is belangrijk een langjarig plan op te stellen dat samenhangt met de doelstellingen per type gebouw. De uitvoer van dit lange termijnplan is het meest effectief door er dit jaar al mee te beginnen. Het in tabel 1 genoemde basispakket laat ABN AMRO tot en met 2022 in alle gebouwen doorvoeren.

De uitvoer van de andere pakketten vallen samen met de reguliere vervangingsmomenten van bestaande installaties tussen nu en 2030. Deze vervangingsmomenten staan ingepland in het meerjarenonderhoudsplan (MJOP), wat is opgesteld per gebouw. Op die vervangingsmomenten zal de bank volgens dat plan sowieso investeringen moeten doen om de kwaliteit van elk gebouw op peil te houden. Hiermee wordt onnodige vroegtijdige vervanging, en de daarbij behorende meerkosten, van installaties voorkomen.

Door gebouwen op verschillende momenten te verduurzamen wordt tevens bereikt dat per gebouw steeds voldoende aandacht is voor de implementatie van de pakketten. Bovendien kunnen ABN AMRO en de partners die de verduurzaming uitvoeren zo geleidelijk lessen trekken gedurende het hele proces. Langjarige partnerschappen tussen ABN AMRO en die partners zullen bovendien leiden tot schaal-, proces- en leervoordelen. Ook de investeringen worden gelijkmatig verdeeld tussen vandaag en 2030. Dat betekent dat de doelstelling van een Paris Proof-vastgoedportefeuille in 2030 ruimschoots op tijd wordt gehaald.

 

CBRE en Bouwinvest trekken samen op om duurzaamheidsambities te behalen

Bouwinvest zet al jarenlang in op duurzaamheid, en gaat nu nog een stap verder door in samenwerking met CBRE de gehele kantoor- en hotelportefeuille op beheerniveau verder te verduurzamen. De ambitie is om in 2021 met alle gebouwen uiteindelijk minstens BREEAM In-Use “Very Good” te behalen op Asset en Beheer.

Bouwinvest investeert in duurzaam vastgoed met als langetermijndoel Paris Proof vastgoedportefeuilles voor 2045. “We gaan verder dan de wettelijke eisen op het gebied van duurzaamheid,” aldus Bas Jochims, Director Dutch Office & Hotel Investments bij Bouwinvest. “Het is voor ons een manier om te zorgen dat onze gebouwen ook op lange termijn aantrekkelijk blijven om te huren. Dus om het lange termijn financiële rendement zeker te stellen voor onze klanten, veelal Nederlandse pensioenfondsen. Daarnaast biedt het ons mogelijkheden om te beleggen met maatschappelijke impact, een steeds nadrukkelijker vraag van onze klanten.”

Praktische aanpak van duurzaam beheer

Om de nieuwe, hogere duurzaamheidsambitie voor de kantoren- en hotelportefeuille van Bouwinvest te realiseren, wordt duurzaamheid volledig ingebed in de beheerstrategie. CBRE heeft voor elk gebouw een concreet actieplan opgesteld, waarmee verduurzaming volledig in de meerjarenplannen geïntegreerd is en de duurzaamheidsprestaties van aannemende partijen beoordeeld worden. Deze actieplannen gaan over CO2-reductie, verbetering van het energielabel én BREEAM-NL In-Use. Door deze maatregelen slim te combineren met beheer en onderhoud kan op het juiste moment geïnvesteerd worden, en wordt de continuïteit in het implementeren van maatregelen gewaarborgd.

 

Bas Jochims van Bouwinvest: “Uit ervaring en eerdere samenwerking is gebleken dat CBRE in staat is om op een gestructureerde manier verbetermaatregelen te formuleren en te realiseren. Daarmee ondersteunen zij ons bij het behalen van onze ambitieuze doelen en zijn zij een goede partner voor deze opdracht.”

 

Tim Habraken, Associate Director Sustainability bij CBRE:

We hechten veel waarde aan duurzaamheid en doen er alles aan om onze kennis en kunde op dit gebied op het hoogste niveau te houden. Verduurzaming is bij CBRE onderdeel van elk advies aan elke klant. Geen losstaande momentopname, maar integraal verweven in onze dienstverlening. Deze samenwerking met Bouwinvest gaan we dan ook vol enthousiasme aan.

 

Volgende stap in partnership

Bouwinvest en CBRE Property Management vormen al enkele jaren een partnership. CBRE beheert een groot deel van de kantorenportefeuille en de volledige hotelportefeuille – in totaal 17 gebouwen met een omvang van ruim 240.000 m². Naast de gezamenlijke aanpak om individuele assets verder te optimaliseren, is duurzaamheid in het beheer van de panden een steeds grotere rol gaan spelen. Zo worden ESG-data uitgewisseld voor de jaarlijkse GRESB benchmark, worden duurzame inkoopvoorwaarden gehanteerd voor het planmatig onderhoud en in plaats van standaard huurovereenkomsten worden er greenleases toegepast.

 

Remy van Horssen, Director Property Management bij CBRE:

We zijn trots op onze jarenlange samenwerking met het team van Bouwinvest. Met de toegenomen betrokkenheid van onze collega’s uit het Duurzaamheidsteam zijn we in staat om de portefeuille naar een nog hoger (duurzaamheids-)niveau te brengen.

 

 

De Alliantie verduurzaamt 1000 woningen

Samen met partners zoals gemeenten, aannemers, corporaties, gebouweigenaren, netbeheerders én met bewoners zet de Alliantie de schouders onder de duurzaamheidsopgave. De basis van het beleid is dat de Alliantie haar huurders veilig, gezond en comfortabel willen huisvesten. ‘Daar hoort bij dat we onze woningvoorraad toekomstbestendig en steeds energiezuiniger maken. Daarnaast werken we met het verbeteren en verduurzamen van onze woningvoorraad aan onze ambities waarbij het gemiddelde energielabel B reeds behaald is maar waarbij we nu ook toewerken naar de situatie om deze uiterlijk in 2050 CO2-neutraal te maken’, aldus Erik Niesing, Projectmanager Verduurzamen & Verbeteren bij de Alliantie. ‘Deze duurzaamheidsopgave voeren we versneld uit’, vervolgt hij. ‘Samen met onze partners spannen we ons in om in korte tijd een heleboel woningen te verbeteren en te verbeteren. Dit zijn onze zogenaamde versnellingsprojecten’.

In de regio Amersfoort heeft de Alliantie in de periode tussen januari en juli 2020 al bij ruim 10 projecten het benodigde 70% draagvlak behaald. Dat is grofweg om de 3 weken een draagvlak. Dit betekent dat de Alliantie de komende periode ruim 1000 woningen verbetert en verduurzaamt. Om de woningverbetering uit te voeren is het belangrijk dat het merendeel van de bewoners, minimaal 70%, ‘ja’ zegt tegen het plan. Dit is wettelijk zo geregeld. Daarom vraagt de Alliantie haar huurders om op de akkoordverklaring in te vullen of zij instemmen met het verbeterplan. ‘Zonder instemming van onze huurders kunnen we niets. Daar willen we ze hartelijk voor bedanken’, aldus Niesing.

Energiezuinig: goed voor de portemonnee

Na de verbeteringen zal het energieverbruik aanzienlijk kunnen dalen. Hoeveel dat zal zijn, is per project berekend. De uiteindelijke besparing hangt ook af van het gedrag van de bewoner, van de hoeveelheid energie die de huurder verbruikt voor de verwarming, het koken en het warm water. Dit verschilt per huishouden. En dat merkt onze huurder in het energieverbruik: lagere stookkosten betekent lagere woonlasten en dat is goed voor de portemonnee.
Ze verbeteren het energielabel van elke woning naar minimaal een energielabel B. Een energiezuinige woning betekent een lagere energierekening, meer wooncomfort en minder CO2-uitstoot, dus beter voor het milieu.

 

 

Hoe om te gaan met huurders bij het verduurzamen van woningen?

verduurzamen woningen corporaties

Het mag duidelijk zijn: een woning in de sociale huursector moet voornamelijk betaalbaar zijn. Maar de woningcorporaties zitten wel met een grote opgave. Er zal de komende jaren flink verduurzaamd moeten worden. En al is uit onderzoek gebleken dat de bewoners van duurzamere en dus comfortabele woningen tevredener zijn met een duurzame woningen. De transitie die er gedaan moet worden gaat vaak niet zonder slag of stoot.

Het verduurzamen van woningen kan voor woningcorporaties interessant zijn. Maar dit is vaak alleen interessant als de gebruiker ‘mee wil investeren’. BDO heeft een artikel geschreven hoe corporaties duurzame verbouwingen financieel kunnen delen met huurder.

 

Hoe krijg je draagvlak bij huurders voor duurzame verbouwingen?

70% Van de huurders moet akkoord gaan met het door de verhuurder voorgelegde renovatieplan. Uit onderzoek van KWH blijkt dat huurders welwillend tegenover duurzame verbouwingen staan, maar gebrekkige communicatie en haast vanuit de verhuurder gooien vaak roet in het eten. Het is dus belangrijk dat als corporatie het netwerk in de wijk uitgebreid is en er al is geïnvesteerd in een goede relatie met de huurders. Om draagvlak te krijgen voor de duurzame investeringen is vertrouwen de sleutel tot succes. Het is aan te raden om zelf als organisatie te investeren in de relatie met de huurders en niet uit te laten voeren door bijvoorbeeld bouwbedrijven. Deze hebben vaak andere belangen.

Neem huurders mee in het duurzame project

Het is van belang om huurders al in een vroeg stadium mee te nemen in het traject. Eigenlijk voordat het traject al is begonnen. Huurders zijn vaak nog onvoldoende op de hoogte van de opgave. Huurders verwachten wel dat de corporatie hen voorziet van tips over energiebesparing. Hier liggen kansen, want huurders geven aan dat dit minimaal gebeurd. Geeft de huurder aan dat het vertrouwen in de corporatie hoog is, dan doet de corporatie in zijn beleving voldoende om de woning energiezuiniger te maken. Veel huurders hebben moeite met het betalen van energierekeningen. Er kan dus een duidelijk win win situatie gecreëerd worden.

 

Neem onzekerheden zoveel mogelijk weg

Huurders hebben vaak het gevoel in een te korte tijd een vaak impactvolle beslissing te moeten maken. En als je tijdelijk je huis moet verlaten voor een grote verbouwing komen daar veel onzekerheden bij kijken. Deze verandering brengt onzekerheid. Probeer daarom zo goed mogelijk en zo eerlijk mogelijk de huurders mee te nemen in het project. Vertel gewoon eerlijk wat de impact is, positief en negatief. Vanuit huurders worden er altijd obstakels gezien die vanuit corporaties klein lijken. Aan te raden is om deze bezwaren serieus te nemen en zo mogelijk op te lossen. En geef ook aan dat niet alles van te voren duidelijk is. Wees wel duidelijk over financiële gevolgen.

 

Eerlijke communicatie

Draai er dus niet omheen. Spreek de taal die de huurders ook spreken. Daarvoor moet je ze leren kennen natuurlijk. Praat daarom met huurders en probeer maatwerk te leveren waar mogelijk

 

Huurders als ambassadeurs

Misschien wel het belangrijkste onderdeel in deze transitie is het vinden van ambassadeurs in de wijk. Maak deze ambassadeurs belangrijk en geef ze een adviseursrol indien gewenst. Sommige corporaties starten eerste met voorbeeld/pilot woningen.

 

 

Storing? Scan. Send. Solved.

connata storingsmelder

Het telefonisch doorgeven van storingen aan installaties of gebreken aan gebouwonderdelen behoort tot het verleden. MijnStoringsMelder.nl biedt uitkomst. Hoe het werkt? De gebruiker scant de QR-code van het object, vermeldt het gebrek, voegt eventueel foto’s toe en stuurt het geheel door naar de beheerder. Of direct naar de reparateur. Net hoe je het systeem inregelt. Connata storingsmelder

Voordeel: hoe completer een reparatieverzoek, des te minder bezoeken zijn er nodig.

MijnStoringsMelder
MijnStoringsMelder is een innovatieve manier om eindgebruikers op eenvoudige wijze direct een storing te laten melden. Gewoon door het inscannen van een QR-code die op ieder object geplakt kan worden. Bijvoorbeeld op een printer, op de cv-ketel, in de meterkast van een huurwoning of in een bushokje. De voordelen voor de beheerder zijn significant. In de eerste plaats levert het tijdwinst op. Het telefonisch melden van een storing is niet langer nodig. Daarnaast is het een kwalitatieve oplossing: de locatie van het object met gebrek danwel storing is direct helder en meldingen komen digitaal binnen, vaak vergezeld door fotomateriaal. De melding is bovendien eenvoudig -desgewenst automatisch- door te zetten naar een reparateur. De melder kan er op zijn beurt voor kiezen op de hoogte te worden gehouden van de voortgang van de melding. Daar is geen speciale app voor nodig.

All-in-one systeem
“We hebben deze innovatie geïntroduceerd op de Vakbeurs Facilitair en de reacties waren -en zijn nog steeds- overweldigend,” vertelt Erik Otto, Chief Technology Officer bij Connata. “Het feit dat storingen op een eenvoudige wijze kunnen worden gemeld, zonder overbodige menselijke handelingen en daardoor met een minimale foutmarge, wordt enthousiast ontvangen. Ook over de mogelijkheid van het toevoegen van fotomateriaal is men content. Het zorgt ervoor dat degene die verantwoordelijk is voor de reparatie direct weet welke handeling van hem verwacht wordt. Het is ook mogelijk om documenten aan een QR-code toe te voegen, waarbij de beheerder kan aangeven voor wie deze documenten inzichtelijk zijn. Zo kan de gebruiker eenvoudig de handleiding bekijken, en heeft de reparateur eenvoudig toegang tot de onderhoudshistorie. De beheerder kan ook onderhoudsintervallen specificeren zodat hij automatisch een melding krijgt wanneer de asset toe is aan onderhoud. Hoe beter de communicatie, des te tevredener is de klant: Scan. Send. Solved.” Connata storingsmelder

Ga voor meer informatie naar Connata.nl

 

 

 

Hoe laat je competente Corona vastgoedbeheer zien.

Corona vastgoedbeheer

Waar moet je als technisch vastgoed professional op letten bij het Coronavirus? Wat kun je betekenen voor je huurders en nog meer tips over het omgaan met het Coronavirus. Corona vastgoedbeheer

We raden een aantal zaken aan betreft het indammen van het Coronavirus in kantoren en bedrijfspanden. In dit artikel geven we een overzicht van wat je kunt doen als technisch vastgoed professional;

 

  • Neem contact op met je huurder om duidelijke afspraken te maken over de maatregelen. Wie doet wat en wie is wanneer  aanwezig in het bedrijfspand;
  • Sluit alle horeca. Koffiecorners zonder personeel mogen nog wel open blijven;
  • Laat alleen het essentiële onderhoud aan het pand doen. Schoonmaak blijft bijvoorbeeld heel belangrijk. Denk daarbij aan contactpunten en sanitair dat vaker schoongemaakt moet worden. Speciale zeep is hier niet voor nodig;
  • In overleg met huurder instructies verspreiden over handen wassen, begroeten etc.;
  • Maak met huurder werkafspraken over het Coronavirus en vraag of dit als mededeling onder de huurders verspreid kan worden;
  • Huurder kan niet direct aanspraak doen op korting servicekosten door sluiting pand en kan zich dus niet beroepen op overmacht. Advies is om wel in gesprek te gaan met huurder want deze tijden vragen wel om versoepeling van onderlinge afspraken;
  • Zorg voor zakdoeken, desinfecterende gels en/of doekjes en setjes (voor het schoonmaken van het toetsenbord) op alle werkplekken;
  • Verwijder magazines, kranten, etc. uit wachtkamers en andere ruimtes;
  • Ventileer werkplekken door bijvoorbeeld ramen open te zetten of anders door goed onderhouden ventilatiesystemen;
  • Zorg dat materialen om handen af te drogen eenmalig worden gebruikt: een stuk keukenrol, een schoon papieren handdoekje, warme lucht of een handdoek rol zijn hiervoor geschikt;
  • Gebruik met maximaal twee personen tegelijk de lift of vermijd liften geheel en stimuleer traplopen;
  • Als een bedrijfspand ‘besmet’ is en schoongemaakt moet worden, wacht dan voor de zekerheid 24 uur voordat de schoonmakers het besmette pand van de opdrachtgever betreden. Het virus is dan niet meer actief (is dood) en het pand kan op de reguliere manier schoongemaakt worden.

 

RSB facility services is gespecialiseerd in schoonmaak van bedrijfspanden en niet in Corona vastgoedbeheer

Lees hier meer over het coronavirus.

 

 

 

Ibova

Plezier, techniek en kwaliteit, drie woorden die bij ons centraal staan. Ibova is een technisch adviesbureau dat adviseert rondom onderhoud en renovatie van vastgoed. Doordat Ibova zelf ervaren adviseurs, inspecteurs en projectmanagers in huis heeft, zijn wij bij opdrachtgevers hét aanspreekpunt rondom bouwkundige en installatietechnische vraagstukken. Ibova is partner voor gebouweigenaren, (technisch) beheerders en facilitair managers.

Bedrijven, overheidsinstellingen, woningcorporaties, ‘conculega’s’, onderwijsinstellingen, vastgoedeigenaren, vastgoedbeheerders behoren tot de klanten van Ibova. De werkzaamheden bestaande onder andere uit:
• realiseren van MJOP’s;
• uitvoeren van technische inspecties;
• begeleiden van projecten;
• managen van technische afdelingen.
Dit doen ze op advies, project of interim basis. Opdrachtgevers hebben de keuze zich te laten adviseren door één van onze bouwkundige-, werktuigbouwkundige-, elektrotechnische- en vastgoedspecialisten. Wanneer het werk(proces) vraagt om meerdere specialisten, zorgt IBOVA voor de aansturing van het gehele project.