AI en war-on-talent zorgen voor een transitie in de kantorenmarkt

Vastgoed maakt niet alleen een gigantische mechanische transitie door, maar ook een sociale. De trend is dat er bij het ontwikkelen van nieuwe kantoren en werkplekken -mede door corona, technologie, klimaatverandering, war on talent en AI- steeds vaker en beter gekeken wordt naar de sociale wetenschap. Reden genoeg voor de vastgoedwereld om de waarde van een goed kantoor te herdefiniëren. Een hele interessante tijd om op wetenschappelijk niveau met de nieuwe werkplek bezig te zijn. Omdat veel organisaties nog steeds de verkeerde vragen stellen, praten we met Sophie Schuller en Valerie Schumacher van Cushman & Wakefield.

Sophie is vastgoedspecialist en neuropsychologisch onderzoeker in het Occupier Strategy-team van Cushman & Wakefield in Nederland. Al meer dan achttien jaar begeleidt ze (internationale) corporates met strategisch advies en grote veranderprogramma’s. Valerie is werkplekstrateeg in het Total Workplace team van Cushman & Wakefield. De twee experts helpen organisaties om onderbouwde en vooral mensgerichte keuzes te maken bij strategische huisvestingsvraagstukken. Dus niet meer beginnen met de vraag Hoe krijg ik mijn werknemers terug naar kantoor, maar Waarom wil ik mijn werknemers terug naar kantoor?

Vanuit het perspectief van de organisatiestructuur is dit een van de eerste keren dat IT, vastgoed en HR moeten samenwerken. Je kunt IT en vastgoed niet meer scheiden. Naar de werkomgeving is altijd veel onderzoek gedaan, maar de laatste jaren is er veel meer wetenschappelijk bewijs dat aantoont dat de beleving van een plek een enorme impact heeft op gezondheid, welzijn, productiviteit en het aantrekken van talent. Cushman & Wakefield gaat verder dan de theorie. Getuige Helix, een van de meest vooruitstrevende kantoren van Nederland. Voor Sophie en Valerie is Helix een living lab en zijn hun collega’s geweldige proefkonijnen. In dit interview praten we over hun eerste bevindingen.

Living lab Helix

Helix is een duurzaam kantoorgebouw waarin beweging, ontmoeting en verbinding centraal staan. Sophie: ‘We doen onderzoek naar vier belangrijke pijlers: menselijke gezondheid en welzijn, verbinding en prestaties, technologie en slimme gebouwomgevingen en ESG. Hierbij staat het gebruik van objectieve gegevens centraal. De meeste onderzoeken op dit gebied komen van oudsher uit de sociale wetenschap. En dat is echt enquêteren, vragen stellen dus. Natuurlijk is het enorm waardevol om mensen te vragen wat ze denken, maar als neurofysioloog weet ik dat wat mensen over zichzelf weten zeer beperkt is. De ervaring van werken op kantoor op maandag is meestal radicaal anders dan op vrijdag. We richten ons daarom echt op die objectieve dataset.’

Feiten zijn de basis

‘We zijn in staat om in een kantooromgeving via een draagbaar apparaat de hartslagvariabiliteit te meten. Ik kan de temperatuur met één graad verhogen en real time op een zeer specifieke tijd-ruimtelijke frequentie zien welke invloed deze verhoging heeft op mijn hartslagvariabiliteit. Ik kan vervolgens ook de impact meten die dat op de productiviteit heeft. In termen van e-mail of laptopgebaseerde activiteit, kan ik de impact meten op de manier waarop je samenwerkt en communiceert. Er is nu zelfs technologie die met een hoge mate van nauwkeurigheid aan de hand van hoe hard je typt en hoe je de muis gebruikt stress kan vaststellen. Deze objectieve gegevens combineren we met kwalitatieve gegevens en dat geeft ons een veel rijker beeld.’

Hybride werken

Er wordt bij Cushman ook specifiek gekeken naar de manier waarop mensen communiceren en samenwerken wanneer ze vanuit huis werken. Tijdens de lockdownperiode heeft de organisatie dan ook veel geleerd. ‘Bij terugkeer naar kantoor hebben we gekeken naar de veranderingen en het verschil in hoe mensen communiceren en samenwerken. Een aantal interessante bevindingen die we hebben opgedaan, is dat mensen die thuis werken de neiging hebben om in zeer hiërarchische structuren te acteren. Als we fysiek samenwerken, zijn we veel meer verbonden. Dan heb ik in de wandelgangen en de kantine namelijk ook contact met iemand van administratie of HR. De organisatorische infrastructuur wordt veel platter en onze netwerken dichter. Dat betekent dat informatie sneller stroomt en innovatie meer voor de hand ligt. Uit onderzoek blijkt dat hoe meer je het gevoel hebt dat je bij de organisatie hoort, hoe invloedrijker je bent. Maar dat hoeft natuurlijk niet te betekenen dat je vijf dagen per week fysiek op dezelfde locatie moet werken.’

Het kantoor is nooit af

‘Het ideale kantoor bestaat niet. We richten ons daarom niet op het einddoel, maar op het proces. En dat proces moet continu voor verbetering zorgen. Als je als huurder op zoek gaat naar een nieuw gebouw, dan kun je ervan uitgaan dat een periode van drie jaar nodig is, vanaf het eerste idee tot de verhuizing. Van de mensen die in je organisatie werken, kun je ervan uitgaan dat tegen die tijd 50% een andere baan heeft. Dus als ik de mensen die nu voor me werken ondervraag voor een gebouw dat ik over drie jaar nodig heb, is dat eigenlijk zinloos.’ Valerie vult aan: ‘Ik denk dat het enige einddoel flexibiliteit is. Hoe kunnen we die flexibiliteit inbrengen en ervoor zorgen dat het kantoor over vijf jaar net zo relevant is als nu? In Helix zien we nu een toename van teams uit andere locaties. Dit hadden we niet verwacht, maar door de vele overloopruimtes, sociale harten en flexibele ruimtes zien we dat het eigenlijk nog steeds voor ons werkt.’

‘Het flexibel inrichten van je kantoor kun je op twee manieren doen. De eerste manier is dat je het meubilair voortdurend verandert. De tweede manier is via de ervaring van de hostess. Een hostess kijkt voortdurend naar hoe de ruimte wordt gebruikt en niet naar wat er wordt gebruikt. We richten ons veel meer op gedifferentieerde ervaringen. Dus als het café niet werkt, laten we het café niet opnieuw inrichten, maar kijken naar gerelateerde mogelijkheden. Misschien werkt een sapbar wel? Dit lijkt een dure hobby, maar wij zijn ervan overtuigd dat organisaties dit middels een lager personeelsverloop terugverdienen.’ Sophie bekrachtigt: ‘Veel van onze klanten hebben een personeelsverloop van 30% tot 50%. Dat betekent dat ze elke twee jaar een gloednieuw team hebben. Dát is pas duur! Als je dat met 20 tot 30% kunt verminderen, is dat een exorbitante besparing. We zijn nu aan het onderzoeken of hybride werken van invloed is op de omzet, het personeelsverloop, het aantal ziektedagen en de tijd die iemand nodig heeft om van junior naar senior te groeien. Binnenkort kunnen we de kosten van een goed kantoor en werkstrategie naast de opbrengsten van een goed kantoor leggen.’

Te weinig aandacht voor bewegen, rust en kunst

‘Er zijn drie aandachtspunten die vaak onderbelicht zijn bij het ontwikkelen van goede werkplekken.

Beweging

Het oude kantoor is te comfortabel. Deze kantoren zijn ontworpen om aan je bureau te gaan zitten en daar zo lang mogelijk te blijven. In Edge hebben ze daarom een loopkamer waar de hele vloer beweegt. Er is maar één koffiebar zodat iedereen in beweging moet komen.

Rust

Er zijn in kantoren te weinig ruimtes om uit te rusten. In Helix hebben we verschillende soorten stoelen gebruikt waarin je stress kunt verminderen en zijn bijvoorbeeld alle scheidingswanden bedekt met planten. We weten uit onderzoek dat als je uitkijkt over een natuurlijk uitzicht, je je cognitieve vermogen aanzienlijk verbetert. Slimmer creatief problemen oplossen, beter geheugen.

Kunst

Kunst bepaalt je stemming. Als je een traditioneel en saai kantoor binnenkomt, heeft dat invloed op je gevoel. In Helix zijn er veel rare hoekjes. Vanuit academische literatuur weten we dat je veerkrachtiger en opgewekter bent als je in creatieve omgeving bevindt.’

Welke kosten zijn wel voor een VVE en welke kosten niet?

Vervangen van dak bedrijfspand

Een Vereniging van Eigenaren (VVE) is verantwoordelijk voor het beheer en onderhoud van het gemeenschappelijke deel van een gebouw of complex waarin meerdere appartementen of woningen zijn gevestigd. De kosten die een VVE moet maken, zijn onder andere afhankelijk van de grootte van het gebouw, het aantal appartementen, de verdeling en de staat van onderhoud. Een VVE kan zelf afspraken maken over welke kosten er wel of niet binnen de VVE omgeving vallen waardoor er geen standaard verdeling is.

Kosten die doorgaans wel voor een VVE zijn, zijn onder meer:

  1. Onderhoudskosten voor de schil van een gebouw, zoals schilderwerk, dak reparaties, gevelonderhoud en schoonmaakkosten van gemeenschappelijke ruimtes.
  2. Kosten voor de verzekering van het gebouw, zoals opstalverzekering en aansprakelijkheidsverzekering.
  3. Energiekosten voor gemeenschappelijke ruimtes, zoals verlichting, water en verwarming.
  4. Kosten voor de lift, als deze aanwezig is in het gebouw.
  5. Kosten voor het beheer van de VVE, zoals administratiekosten, vergaderkosten en kosten voor een eventuele VVE-beheerder.
  6. Standleidingen en algemeen leidingwerk.

Kosten die doorgaans niet voor een VVE zijn, zijn onder meer:

  1. Kosten voor individuele appartementen, zoals gas, water en elektriciteit voor de eigen woning.
  2. Kosten voor aanpassingen of verbouwingen in individuele appartementen.
  3. Kosten voor leidingen specifiek voor één appartement.
  4. Gemeentelijke belastingen, zoals de afvalstoffenheffing, die door individuele eigenaren moeten worden betaald.

Het is belangrijk om te weten dat deze lijst niet uitputtend is en dat er per VVE verschillen kunnen zijn in welke kosten wel of niet worden gedekt door de VVE-bijdrage.

Gemiddelde VVE kosten van een appartement

De gemiddelde VVE kosten van een appartement kunnen sterk variëren en zijn afhankelijk van verschillende factoren, zoals de grootte van het appartement, het aantal appartementen in het gebouw, de leeftijd van het gebouw, het type onderhoud dat nodig is en de locatie van het gebouw.

In Nederland ligt het gemiddelde bedrag dat een appartementseigenaar betaalt aan VVE-kosten tussen de €75 en €200 per maand. Dit bedrag is echter slechts een indicatie en kan in werkelijkheid hoger of lager uitvallen.

Het is belangrijk om te weten dat de hoogte van de VVE-kosten afhankelijk is van de specifieke situatie van de VVE.

Als appartementseigenaar is het daarom verstandig om vooraf goed te informeren naar de VVE-kosten van een specifiek appartement en te kijken naar de financiële positie van de VVE, om verrassingen en onvoorziene kosten te voorkomen.

Gapph Vastgoedbeheer neemt leegstandbeheerder Interveste over

Gapph Vastgoedbeheer, onderdeel van de Gapph Group, heeft per april 2023 alle activiteiten van leegstandbeheerder Interveste overgenomen. Twee bedrijven worden één en gaan samen voor de kwaliteit die de markt verdient. Voorlopig behouden beide bedrijven hun eigen naam. Op termijn zal Interveste verdergaan onder de naam Gapph Vastgoedbeheer. Gapph versterkt hiermee zijn positie als toonaangevende vastgoed- en leegstandbeheerder in Nederland en België.

Gapph Vastgoedbeheer staat bekend om zijn persoonlijke werkwijze, maatwerk, ervaring en onderscheidende dienstverlening. Met een betrokken en sociale kijk op de vastgoed- en leegstandbeheerbranche gaat het bedrijf voor de hoogste kwaliteit en verzorgt het vastgoed- en leegstandbeheer voor woningcorporaties, gemeenten, zorginstellingen, beleggers en ontwikkelaars.

Een gevestigde naam in de markt

Interveste is meer dan twintig jaar een gevestigde naam in de markt van leegstandbeheer. Met negentien collega’s helpen zij woningcorporaties, gemeenten, zorginstellingen en ontwikkelaars hun panden of woningen tijdelijk te laten bewonen. Interveste heeft kwaliteit en duurzaamheid hoog in het vaandel staan. Het bedrijf bedient vanuit diverse regiokantoren en het hoofdkantoor in ’s-Hertogenbosch vele opdrachtgevers door heel Nederland.

Samen vooruit

Johan van Haaster, Algemeen Directeur en oprichter van Gapph: ‘We zijn erg enthousiast om Interveste en Gapph bij elkaar te brengen. De werkwijze en visie van Interveste past goed bij Gapph Vastgoedbeheer. Interveste is een bekende naam in de markt. Net als Gapph staan zij voor het leveren van kwalitatief hoogwaardig beheer, het aangaan van duurzame werkrelaties en het nemen van je sociale verantwoordelijkheid. We kijken uit naar de komende tijd, waarin we onze krachten bundelen en zo een nóg completer dienstenaanbod creëren voor onze relaties.’

Meer expertise en kennis in huis

De ontwikkelingen in de markt vragen om deskundigheid, kwaliteit en maatoplossingen. Daar gaat Gapph al ruim 20 jaar voor. Met de overname van Interveste kan Gapph nog beter voldoen aan de vragen vanuit de markt en versterkt het zijn leidende marktpositie.

Met een team van ruim honderd betrokken en ervaren collega’s biedt het vernieuwde Gapph Vastgoedbeheer creatieve en flexibele oplossingen voor elke vorm van leegstand, waarbij het leveren van kwaliteit altijd de prioriteit heeft.

Maatwerk voor elk vraagstuk

Gapph biedt maatwerkoplossingen voor elk leegstand- en vastgoedvraagstuk: van het beheer en de exploitatie van herstructurerings- en gemengd-wonenprojecten, tot huisvesting van bijzondere doelgroepen, studentenhuisvesting en het risicodragend aanhuren van vastgoed.

Gapph laat zijn sociale hart spreken met Gapph Together. Door evenementen en activiteiten te organiseren verbetert Gapph de leefbaarheid in panden en wijken, vergroot het de sociale cohesie en worden bewoners en omwonenden samengebracht. Dit sluit naadloos aan bij de Club van Vrijwilligers van Interveste.

Onlangs lanceerde de Gapph Group het nieuwe onderdeel Gapph Modular. In samenwerking met diverse bouwers van modulaire (woon)eenheden verzorgt Gapph Modular de bouw, de ontwikkeling, de exploitatie, het beheer en het projectmanagement van modulaire projecten.

Gapph heeft een landelijke dekking in Nederland. De kantoren van Gapph in Nederland zijn gevestigd in ’s-Hertogenbosch (hoofdkantoor), Amersfoort, Amsterdam, Barendrecht, Ede, Eindhoven, Middelburg en Vlaardingen. In België is Gapph actief onder de naam Interim Vastgoedbeheer met een vestiging in Antwerpen. Sinds 2012 is het daar marktleider.

Circulair gebouw beheren. Hoe doe je dat en waar moet je op letten?

Circulair gebouw beheren

Wat betekent de circulaire economie voor technisch vastgoed professionals? Het circulaire denken stopt dus niet na het bouwen van een gebouw. Het gebruik en het beheer zijn net zo belangrijk. Hoe loop je voorop en wat zijn de mogelijkheden? We hebben een overzicht gemaakt met praktische mogelijkheden. Circulair gebouw beheren

We hebben met elkaar afgesproken om in 2050 een circulaire economie te zijn. Dit lijkt nog ver weg, maar er is dan ook nog een lange weg te gaan binnen de vastgoedwereld. Gebouwen zijn verantwoordelijk voor 35% van de totale CO2-uitstoot in Nederland. Onderhoud en gebruik van gebouwen doen daarnaast een groot beroep op onze grondstoffen in de vorm van energie, water, onderhoud, schoonmaak en diensten.

Definitie van circulair gebouw

Een gebouw dat met minimale inzet van virgin materials en andere grondstoffen maximale waarde creëert om op duurzame wijze te voorzien in een huisvestingsbehoefte, waarbij de gebruikte materialen hun waarde blijven behouden tijdens en na het gebruik.

Dit artikel gaat over het optimaliseren van de gebruiksfase. Kortom, hoe ga je om met het dagelijks onderhoud en verwerk je circulair beheren in het Duurzaam Meerjaren Onderhoudsplan (DMJOP)?

 

Circulaire paspoort gebouw

Jij bent als gebouwbeheerder verantwoordelijk voor het onderhoud van het gebouw. We hebben geen invloed meer op de bouw van het gebouw, maar met het opzetten van een circulair paspoort met daarin een overzicht van alle gebouwkenmerken die betrekking hebben op de circulariteit van een gebouw, kun je een goede start maken voor een circulair gebouw.

Kijk bij het opzetten van een circulair paspoort zoveel mogelijk naar bestaande standaarden, normen en labels voor duurzaamheid van gebouwen. Bij het opzetten van een gebouwpaspoort gaat het dus niet alleen over de gebruikte bouwmaterialen, maar ook over:

  • Hoe is het beheer en onderhoud geregeld;
  • Hoe wordt er met transformaties omgegaan;
  • Hoe flexibel is het gebouw;
  • De herbruikbaarheid van onderdelen uit het gebouw;
  • Mogelijkheid waardebehoud door optimalisatie van gebouwfuncties.

Belangrijk hierbij is welke van deze kenmerken zijn relevant om te meten, vast te leggen en bij te houden gedurende het bestaan en gebruik van het gebouw? Belangrijke vragen hierbij zijn:

Waar staan we nu en hoe kan de circulariteit nog verbeterd kan worden?                                                                                                                Hoe kun je als beheerder gebouwen op een rendabele en praktische manier duurzaam en toekomstbestendig maken?

Hoe is het beheer en onderhoud geregeld

In welke mate kun je als beheerder een zo circulair mogelijk beheer en onderhoudsplan realiseren? Niet alleen het verlagen van het energieverbruik in gebouwen is hierbij heel belangrijk, maar ook het grondstoffenverbruik. Welke zaken kun je hierbij van je leveranciers eisen. Ga bijvoorbeeld met leveranciers in gesprek om gebruik en verbruik van grondstoffen zichtbaar te maken. Circulaire economie gaat vaak over diensten afnemen in plaats van producten.

 

Hoe flexibel is het gebouw

Creëer voor jezelf een overzicht in de aanpasbaarheid van het gebouw. Is het gebouw geschikt voor andere doeleinden indien de markt verandert? Zijn er andere functies en behoeften waarin het gebouw kan voorzien? Flexibiliteit van installaties is daarbij ook belangrijk.

 

De herbruikbaarheid van onderdelen uit het gebouw

Bepaal welke onderdelen van het gebouw hergebruikt kunnen worden. Indien een onderdeel van het gebouw in een andere omgeving hergebruikt kan worden, bespaar je grondstoffen. In welke mate kan het gebouw gerecycled worden?

 

Hoe wordt er met transformaties omgegaan

Hoe kun je als organisatie bij transformaties voorkomen dat je materialen gebruikt die niet meer kunnen worden hergebruikt. Welke alternatieve mogelijkheden zijn er voor oplossingen met hernieuwbare grondstoffen?

 

Mogelijkheid waardebehoud door optimalisatie van gebouwfuncties

Grondstoffen kunnen volledig herbruikbaar zijn, maar grondstoffen in een gebouw dat niet wordt gebruikt (bijvoorbeeld vanwege een ongunstige locatie) hebben minder waarde dan wanneer ze zijn toegepast in een gebruikt gebouw. Grondstoffen dienen ingezet te worden daar waar ze het meeste waard zijn. Hoe kunnen de gebouwen optimaal worden gebruikt?

 

Koers is gespecialiseerd in beheer en onderhoud

 

 

 

 

CBRE: Nederlandse kantoren naderen belangrijk klimaatstation

Afgelopen week publiceerde CBRE het onderzoeksrapport ‘Nederlandse kantoren naderen belangrijk klimaatstation’, waarbij is onderzocht hoe het landelijk én per stad zit met de energielabel-C verplichting. Landelijk gezien voldoet ruim 58% van de voorraad aan de labelverplichting, maar de verschillen tussen de Randstad en de rest van het land zijn groot. Het merendeel van de gemeenten houdt er een coulante handhaving op na, alhoewel dit per gemeente kan verschillen.

Belangrijker, verandering zou niet door wetgeving of handhaving moeten komen, maar vanuit de markt. Deze regelgeving is een horde naar een veel groter doel: Paris-proof in 2050. Gebouwgebonden CO₂-uitstoot en energieverbruik zijn daarbij belangrijkere graadmeters dan de huidige energielabels.

Gebouweigenaren kunnen het heft in eigen handen nemen door een roadmap met de natuurlijke renovatiemomenten tot 2050 op te stellen en die te koppelen aan verduurzaming in plaats van horde voor horde te nemen.

Amsterdam

Inmiddels voldoen zowat alle grotere kantoorruimtes (> 10.000 m²) in Amsterdam aan de energielabel C-verplichting. Gebouwen die tot voor kort nog niet voldeden, worden nu – of zijn onlangs – grootschalig gerenoveerd. Voor het deel van de voorraad dat nu niet voldoet (ruim 810.000 m²), geldt voor 135.000  m² een ander toekomstplan. Deze kantoorruimte wordt in de komende periode óf getransformeerd óf grootschalig gerenoveerd. Voor meer dan 15% van de niet-duurzame voorraad is dus al een oplossing gevonden voordat er nieuwe wetgeving intreedt.

Rotterdam

Hoewel Rotterdam een relatief verouderd kantoorbestand heeft, presteert de havenstad bovenmatig goed met oog op de nadere energielabelverplichting. Verreweg het merendeel (84%) van de totale voorraad voldoet nu al aan de C-criteria en 53% van de voorraad heeft zelfs een A-label of beter – overigens wel een handje geholpen door stadsverwarming.

Den Haag

Bijna 86% van de voorraad is klaar voor nieuwe wetgeving, inclusief een flinke voorraad kantoren zonder C-label-verplichting vanwege een monumentale status (16%). Zo’n 9% heeft nu een D-label of slechter, terwijl ca. 5% überhaupt geen geldig label heeft. De trek naar het central business district, in combinatie met een zeer smalle ontwikkelpijplijn, maakt grootschalige moderne kantoorruimte behoorlijk schaars. Met een leegstandsniveau van minder dan 4% (onder het frictieniveau) heeft Den Haag amper ‘schuifruimte’. Ingrijpende renovaties zijn uitdagend, want tijdelijke huisvesting die aan de eisen voldoet en met een goede ov-bereikbaarheid is moeilijk te vinden.

Utrecht

Van de 25 gemeenten met de grootste kantorenvoorraad, is Utrecht de duurzaamheidskoploper. Ruim 93% van de kantoren is er klaar voor nieuwe wetgeving en bijna 64% heeft zelfs een A-label, of beter. Slechts 3,6% moet het met een ‘D’ of lager stellen, en 3% heeft op dit moment nog helemaal geen energielabel.

Eindhoven

Eindhoven is een middenmoter in de verduurzaming van de kantorenmarkt. Afgezet tegen het totale aantal beschikbare vierkante kantoormeters, staat de ‘lichtstad’ op plek 13 in de nationale top 25. Bijna 81% van de voorraad voldoet aan label-C en is dus klaar voor de nieuwe wetgeving. 48% hiervan heeft zelfs een A-label, of beter. Daar staat wel een flink aandeel tegenover met een D-label, of slechter (ruim 13%). Bijna 6% van de voorraad heeft helemaal geen geldig energielabel.

Zwolle

De Zwolse kantorenmarkt zit onder in de middenmoot als het gaat om de label C-verplichting. Van de 25 grootste kantorensteden staat Zwolle op plek 15. Op dit moment voldoet 12,2% van het kantoorvolume niet aan de verplichting, en voor nog eens 9,3% is dit onzeker. Dit betekent dat bijna een kwart van de kantoormeters momenteel de wettelijke norm niet zal halen en vanaf 2023 mogelijk sluiting riskeert.

 

Klik hier om het volledige rapport te lezen.

BIM maakt vastgoedbeheer makkelijk

BIM Vastgoedbeheer

Met één druk op de knop inzicht in het vloeroppervlak van de entree, het type verlichting in het bedrijfsrestaurant of de hoeveelheid brandslanghaspels in de kantoren? Met BIM is dat gesneden koek. BIM (Bouwwerk Informatie Model) is een digitale manier voor het ontwerpen, bouwen en onderhouden van vastgoed. Het model is de oplossing voor het opslaan en delen van informatie. Hét antwoord op bouwen zonder faalkosten én het verzamelen en praktisch ontsluiten van alle relevante gebouwinformatie. BIM Vastgoedbeheer

 

Wat BIM voor technisch vastgoedbeheerders kan betekenen? BIM-experts Lex Ransijn en Jasper de Mink van VDCbase leggen het uit. Lex: “Hoewel de techniek het allang toelaat drukken we bouwtekeningen, onderhoudscontracten, certificaten en handleidingen nog steeds af en bewaren we ze in keurig gesorteerde ordners in de kast. Waarom? Er zijn veel betere manieren om informatie te verzamelen en te beheren. Wij helpen partijen informatie gestructureerd op te slaan. Digitaal dus. En daarnaast leren we ze opnieuw lezen. Want een tekening lezen, dat gaat prima, maar een 3D-model lezen vereist wat extra skills.”

 

Alle kennis zit in het hoofd

“Met een digitaal kloppend systeem kunnen organisaties een grote slag slaan,’ vult Jasper aan. ‘En voor de kosten hoef je het echt niet te laten. Een vastgoedbeheerder is een derde van zijn tijd bezig met het zoeken naar informatie, reken maar uit wat de tijdwinst is als dit met een paar muisklikken op het scherm staat. Met pointcloud laserscanning kun je bestaand vastgoed relatief gemakkelijk in BIM-modellen omzetten. Dan heb je dus direct inzicht in verschillende relevante parameters. Er zijn gebouwbeheerders die dit niet zien zitten en aangeven dat alle kennis toch gewoon in hun hoofd zit of op papier staat. Maar wat als de beheerder wegvalt? Kan een ander wijs worden uit die kast met ordners vol met oude tekeningen? En wat doe je met nieuwe informatie? Wanneer een leverancier een armatuur levert en plaatst, ontvang je daarbij ook relevante gegevens. Het is de kunst om deze handleidingen en productbladen gesorteerd te houden. Maak je een nieuwe ordner aan of koppel je ze op de juiste plek in het 3D-model?”

 

Beter inzicht in eigen gebouw

“Als technisch beheerder ben je veel tijd kwijt aan het zoeken naar informatie. Met BIM bespaar je zeker een derde van deze tijd. Bovendien kun je ervan op aan dat de informatie uit het model klopt, wat betekent dat je exact de juiste prijs en de juiste spullen krijgt en daarnaast meerkosten voorkomt. Anders gezegd: je komt veel professioneler over en er is geen partij die je nog vierkante meters verkoopt die je niet nodig hebt. Lex en ik maken vastgoedbeheerders wegwijs in BIM. Wij zorgen voor de vonk in de organisatie, het besef dat het ook anders en vooral beter kan. Ons advies? Maak gebruik van een open source BIM-model zodat je ook op toekomstige systemen kunt aansluiten.” BIM Vastgoedbeheer

 

Werken met BIM betekent dat je als bouwer, beheerder en toeleverancier dezelfde taal moet spreken. Tot voor kort waren er nog geen basisregels vastgelegd. Voor Lex en Jasper reden genoeg om samen met andere BIM-specialisten collectieve afspraken te maken inzake deze zogeheten informatiesleveringsspecificaties (ILS). Spreek je ILS? Dan weet je zeker dat alle informatie in het model op elkaar aansluit. Meer info over ILS

 

MVGM neemt het VvE beheer van Ruijters vastgoed over

MVGM heeft per 1 april 2022 het volledige VvE beheer van Ruijters Vastgoed overgenomen. Met de overname versterkt MVGM de positie als marktleider in het vastgoedbeheer en neemt het een portefeuille over van 160 VvE’s.

Ruijters verlegt focus naar toekomst als ontwikkelende vastgoedbelegger

Ruijters Vastgoed is opgericht in 1965 en beschikt over jarenlange ervaring in het vastgoed. Ruijters vastgoed wil zich meer gaan focussen op haar rol als ontwikkelende vastgoedbelegger in Zuid-Nederland, waardoor de VvE-activiteiten buiten haar strategische focus vielen. Om die reden is besloten de VvE-activiteiten per 1 april 2022 middels een aandelenoverdracht over te dragen aan MVGM VvE.

Daan Kerckhoffs, directeur van Ruijters Vastgoed over de overname: “MVGM is een VvE beheerder met jarenlange ervaring die gespecialiseerd is in het optimaal managen van VvE’s. Wij hebben er alle vertrouwen in dat het beheer van de VvE’s bij MVGM VvE in goede handen is. ”

Met lokale kennis en aanwezigheid beheert MVGM VvE de nieuwe VvE’s

Met de overname neemt MVGM VvE een portefeuille over van 160 VvE’s voornamelijk in Zuid-Nederland. Vanuit het kantoor Maastricht worden deze VvE’s beheerd met een gespecialiseerd team met lokale kennis van de markt.

Sander van Hoek, directeur MVGM VvE over de overname: “De overname van de VvE portefeuille van Ruijters Vastgoed past zeer goed in onze groeistrategie en versterkt onze positie als dé VvE aanbieder in Limburg”

Metafoor: In de afgelopen jaren is duurzaamheid steeds hoger op de gemeentelijke agenda komen te staan

vastgoed gemeente verduurzamen

‘In de afgelopen jaren is duurzaamheid steeds hoger op de gemeentelijke agenda komen te staan. Vanwege de opgelegde maatregelen vanuit het klimaatakkoord, maar ook omdat gemeenten beseffen dat ze een voorbeeld- en aanjaagfunctie vervullen.’ We spreken Rien van der Maarel, senior vastgoedadviseur van Metafoor.

Metafoor Vastgoed en Software is een landelijk advies- en detacheringsbureau met een handson-mentaliteit op het gebied van vastgoed en grondzaken. Metafoor ondersteunt gemeenten, waterschappen en provincies met slimme software, adviezen en detachering. Metafoor is gevestigd in Dronten, met adviseurs vanuit heel Nederland. ‘Je ziet de laatste jaren steeds meer gemeenten en waterschappen die stappen willen zetten in het professioneel beheren van hun vastgoed. Welk vastgoed hebben we in ons bezit? Welke waarden heeft dit vastgoed? Brengen we de juiste huur in rekening? Wat behoort tot de kernportefeuille? Wat is het rendement op financieel en maatschappelijk gebied? Met onze (duurzame)vastgoedladder -een tool die in één oogopslag de route naar professioneel vastgoedbeheer weergeeft -geven we inzicht.’

 

40 miljoen m2 verduurzamen

Met circa 40 miljoen m2 maatschappelijk vastgoed kunnen gemeenten een grote bijdrage leveren aan de verduurzaming van het Nederlandse vastgoed, maar ligt er tegelijkertijd een enorme opgave. Veel gemeenten werken dan ook hard aan het professionaliseren van de vastgoedorganisatie. Deze professionaliseringslag biedt grote kansen voor het structureel toepassen van duurzaamheidsmaatregelen op dit gemeentelijk vastgoed en visa versa. Hierbij wordt zowel op nieuwbouw (vervanging) als op renovatie van bestaand vastgoed ingezet. Ook kan een perspectief worden bepaald om panden af te stoten. ‘Een flinke opgave,’ vervolgt Rien. ‘Met de Duurzame Vastgoedladder biedt Metafoor een helder stappenplan om de duurzaamheidsambities van gemeenten waar te maken.’

Nog dertig jaar voor CO2 -neutraal

‘De tijd van achterover leunen is voorbij,’ vult duurzaamheidsadviseur Armand Janisse zijn collega aan. ‘Nu de Sectorale Routekaart Gemeentelijk Maatschappelijk Vastgoed is vastgesteld, een aanpak voor gemeenten om in dertig jaar hun vastgoed te verduurzamen, zijn de afspraken voor gemeenten helder in kaart gebracht. De focus van de routekaart ligt op het terugdringen van het gebouwgebonden energiegebruik. Dit is alle energie die nodig is voor het verwarmen, koelen, ventileren en verlichten van een gebouw. In 2050 dient Nederland namelijk een -bijnaCO2-neutrale samenleving te zijn. En er zijn meer verplichtingen en ambities om rekening mee te houden. Voorbeelden hiervan zijn de transitievisie warmte, klimaatadaptie en circulariteit. Er is dus werk aan de winkel.’

In de afgelopen jaren is duurzaamheid steeds hoger op de gemeentelijke agenda komen te staan. Vanwege de opgelegde maatregelen vanuit het klimaatakkoord, maar ook omdat gemeenten beseffen dat ze een voorbeeld- en aanjaagfunctie vervullen.

 

Planning én uitvoering

Metafoor helpt gemeenten deze eigen routekaart vast te stellen. Dit plan van aanpak begint bij het in kaart brengen van het vastgoed, beleid, ambities, visies etc. Daarnaast geeft het zicht op hoe de gewenste CO2-emmissiereductie gerealiseerd kan worden en geeft een nul-status van het vastgoed. Zoals Metafoor het noemt: de basis op orde. Dat betekent enerzijds renoveren/aanpassen en anderzijds vernieuwen ofwel vervangen. Ook kunnen er functies gekoppeld of juist afgestoten worden. ‘Er zijn gebouwen die je vanwege de cultuurhistorische waarde niet wilt slopen, maar er is ook vastgoed dat ongekend hoge investeringen vraagt voor verduurzaming waarmee op termijn slopen en nieuwbouwen een betere optie is.’ Een en ander ligt ook aan de ambitie van de gemeente zelf. Er zijn gemeenten die ambitieuzer zijn dan de wet- en regelgeving, deze gemeenten gaan bijvoorbeeld voor CO2-neutraal vastgoed in 2035 in plaats van in 2050.

En ook het inzetten van hernieuwbare energie in combinatie met de warmtevisie is een belangrijke factor. Naast het opstellen van de routekaart helpt Metafoor ook bij de realisatie van de plannen. ‘De routekaart raakt veel afdelingen in de organisatie, dat betekent dat er veel integrale samenwerking vereist is. Daarom gaan we in gesprek met alle stakeholders. Naast de betreffende vastgoedambtenaar creëren we zo ook draagvlak bij onder meer het bestuur, de beleidsmakers en bij de gebruikers. Veel gemeenten hebben de expertise of de capaciteit -of beide- voor dit soort werkzaamheden niet in huis. Indien nodig dan komen wij het vastgoedteam gedurende een bepaalde tijd versterken. Normaal gesproken op kantoor, door Corona nu vanuit huis.’

Metafoor heeft een whitepaper opgesteld die stapsgewijs laat zien hoe zij te werk gaat bij het opstellen van een eigen gemeentelijke routekaart verduurzamen vastgoed. Stuur een mail naar info@metafoorvastgoed.nl voor toegang tot de whitepaper of kijk op onze website voor meer informatie.

Merin besteedt technisch management en accounting uit aan CBRE

Merin heeft een deel van het technisch management en de volledige property accounting van hun kantoorgebouwen in Nederland per 1 januari 2022 uitbesteed aan CBRE. Hiermee wil Merin flexibel zijn bij groei en krimp van de veranderende portefeuille en de kwaliteit van dienstverlening aan klanten waarborgen.

De uitbesteding behelst ca. 340.000 m² kantoorruimte. Ongeveer 550 huurders zijn betrokken. Ernst Frese, COO Merin: “De samenwerking met CBRE zorgt voor het behoud van een hoge kwaliteit van onze dienstverlening aan klanten. Daarnaast stelt het ons in staat om te concentreren op onze core business en de aandacht voor onze klanten te intensiveren.”

Mark Spiering, Head of Property Management CBRE: “We zijn trots op het winnen van deze opdracht en kijken uit naar de samenwerking met Merin. Er zijn veel raakvlakken tussen Merin en CBRE, we willen beiden plekken creëren waar mensen graag willen zijn!”

De samenwerking kwam tot stand uit een aanbesteding onder diverse vastgoedadviseurs, hierbij is CBRE de winnende partij.

https://nieuws.cbre.nl/merin-besteedt-technisch-management-en-accounting-uit-aan-cbre/