Elis

Elis ontzorgt. Dag in, Dag uit.

We zijn een multi-service facilitair dienstverlener die het mogelijk maakt om met onze oplossingen veilig en hygiënisch te werken. We leveren o.a. bedrijfshygiëne oplossingen zoals hand-, toilet- en vloerhygiëne, maar ook ongediertebestrijding. Daarnaast kunt u bij Elis Nederland terecht voor bedrijfskleding, poetsdoeken en cleanroomoplossingen. Wij zorgen ervoor dat de producten geleverd, onderhouden en gereinigd worden. We verkopen deze producten niet, maar verhuren deze. Zo ontzorgen we onze klanten volledig, of dit nou voor de eindgebruiker is of dat we dat doen via een vastgoedorganisatie of schoonmaakbedrijf. Dankzij onze pro actieve aanpak, landelijke dekking en goede bereikbaarheid & snelheid kunt u altijd op ons rekenen. U heeft dus letterlijk geen omkijken naar de facilitaire zaken. Dankzij onze service, kunt u zich focussen op uw eigen core business. We empower your day.

Werkwijze Elis Nederland

De dienstverlening van Elis Nederland is een continu proces, waarbij een gedegen advies van onze experts aan ten grondslag ligt. Voor ons staat de klant altijd centraal, maar we zorgen er ook voor dat de belasting op het milieu zo laag mogelijk is. Dat doen we door onze producten te reinigen, onderhouden en te repareren. Zo hebben de producten een zo lang mogelijke levensduur en produceren we dus minder afval.

 

 

 

Quickscan Covid-19 en ventilatie in kantoren

Corona vastgoedbeheer

Bron: TVVL

Om de ventilatiekwaliteit van kantoorgebouwen goed te kunnen bepalen, hebben de organisaties ISSO, Binnenklimaat Nederland, TVVL en VCCN de Quickscan COVID-19 en ventilatie in kantoren opgesteld. De Quickscan maakt het, in eerste instantie, vooral mogelijk om de kwaliteit van luchtverversing en ventilatiesystemen in een kantoorgebouw vast te stellen. De doelstelling hierbij is om vanuit onze expertise een helder en eenduidig referentiekader te bieden voor luchtverversing en ventilatiesystemen. We gaan daarbij uit van de bestaande richtlijnen, (bouw)regelgeving en vakpublicaties. We refereren ook aan de aanbevelingen die REHVA heeft opgesteld; de Europese overkoepelende organisatie voor ventilatie en luchtbehandeling.

Een goede ventilatiekwaliteit is weliswaar een voorwaarde om besmettingskansen met het virus SARS-CoV-2 te beperken, maar voor het verkleinen van die besmettingskans spelen meer factoren mee. Dit Excel rekenblad (de Quickscan) is daarom uitsluitend geschikt voor het bepalen van de ventilatiekwaliteit van ruimtes in kantoorgebouwen. Het is een eerste stap om onvoldoende luchtverversing en onvoldoende functioneren van ventilatiesystemen te kunnen traceren.

Download deze quickscan op de website van TVVL >>

 

Webinar masterplan Ventilatie COVID-19: Quickscan & rekentool besmettingskansen

NEN COVID-19

Heeft mijn werkplek goede ventilatie?

Sinds de uitbraak van de coronapandemie staat gebouwventilatie in de schijnwerpers. Goede ventilatie vermindert namelijk het risico op besmetting met COVID-19 via aerosolen, heel kleine vochtdruppeltjes. De deskundigheid en kennis op het gebied van ventilatie en installatietechniek in gebouwen is al jaren geborgd binnen de verenigingen TVVL, VLA, VCCN en ISSO. Het is een logische stap dat deze partijen nu de handen ineenslaan om gezamelijk het Masterplan Ventilatie op te stellen waarmee professionals kunnen zorgen voor goede ventilatie. Wij Techniek heeft financieel bijgedragen aan het Masterplan Ventilatie. De 4 initiatiefnemers worden bij de ontwikkeling van het Masterplan Ventilatie ondersteund door de expertgroep ‘Vraagbaak corona en gebouwinstallaties’ die sinds maart bestaat. Deze expertgroep bestaat uit specialisten van onder andere Techniek Nederland, Universiteit Gent, TU Eindhoven en de 4 initiatiefnemers.

Doel van het Masterplan Ventilatie is kennis, tools en andere hulpmiddelen te ontwikkelen die professionals helpen om de ventilatie in gebouwen te optimaliseren.

Quickscan COVID-19 en ventilatie in kantoren

Als eerste tool komt de quickscan COVID-19 en ventilatie in kantoren beschikbaar. Hiermee kunnen technisch dienstverleners samen met gebouwbeheerders bepalen wat de kwaliteit van de ventilatie in een kantoorgebouw is, en welke aanbevelingen voor verbeteringen er eventueel zijn.

Rekenen aan besmettingskansen

Naast de quickscan wordt een rekentool ontwikkeld voor het inschatten van besmettingskansen via van het Wells-Riley model voor specifieke gebouwen en gebruiksfuncties op basis van de activiteit en ventilatiehoeveelheid. Tijdens dit webinar worden de eerste tools toegelicht.

Dit webinar is bij uitstek bestemd voor (technische) beheerders van gebouwen, installateurs, onderhoudsbedrijven en adviseurs van installaties, leveranciers van installaties en onderdelen en anderen betrokken en geïnteresseerden.

Spreker(s)

  • Drs. Ed Rooijakkers, Halmos, Adviseur bouwfysica & gebouwinstallaties
  • Dr. ir. Marcel Loomans, TU Eindhoven,  Department of the Built Environment, aandachtsgebied IEQ-Health
  • Dr. Ir. Noortje Alders, ISSO, Kennisontwikkelaar

Moderator
Dr. Ir. Francesco Franchimon, Franchimon ICM, Projectcoördinator Masterplan Ventilatie

Programma 20 oktober 2020

11.00 uur Opening en introductie Masterplan Ventilatie
moderator Francesco Franchimon
11.05 uur Toelichting op de Quickscan COVID-19 en ventilatie in kantoren
Ed Rooijakkers
11.25 uur Mogelijkheid tot vragen via Q&A
moderator Francesco Franchimon
11.30 uur Inleiding rekenen aan besmettingskansen met het Wells-Rileymodel
Marcel Loomans
Uitleg tool rekenen aan besmettingskansen
Noortje Alders
11.50 uur Mogelijkheid tot vragen via Q&A en afsluiting
moderator Francesco Franchimon

 

Schrijf je in voor deze webinar op de website van TVVL >>

 

Spacesizing Whitepaper

Anderhalvemeterkantoor

Lege werkvloeren, daar moet je iets mee. Alléén besparen op werkplekken is zeker een oplossing, maar ook riskant. Lees daarom eerst waar je rekening moet houden bij een hybride werkplekstrategie. Voor veel organisaties geldt dat thuiswerken een permanent onderdeel wordt van de bedrijfsstrategie. Alléén besparen op werkplekken is zeker een oplossing, maar ook riskant. Lees daarom eerst waar je rekening moet houden bij een hybride werkplekstrategie in de nieuwe whitepaper van CBRE.

Zoeken naar de ideale mix

Werkruimte afstoten heeft alleen zin als wat je weghaalt (ruimte) niet ten koste gaat van wat je organisatie overeind houdt (cohesie). Ook mét een vaccin lijkt thuiswerken de blijvende standaard. Hierdoor focussen veel organisaties primair op waar mensen moeten of kunnen werken.

Toch is het verstandig om eerst te kijken naar wat voor werk zij doen. Om vervolgens pas te bepalen waarom ze dat op welke plek het beste kunnen uitvoeren. Door je werkplekdilemma’s in deze volgorde te benaderen, kom je tot een afgewogen oordeel en neem je duurzame beslissingen die naadloos aansluiten op je hybride werkplekstrategie.

In deze balanceeract is een misstap snel gemaakt. CBRE noemt dit Spacesizing en hebben hier een whitepaper over geschreven. Deze kun je downloaden op de website van CBRE

Onderzoek ING: twee op drie Nederlanders positief over thuiswerken

Bron: ANP

Twee op de drie Nederlanders ervaren thuiswerken als positief. Ze profiteren van de verdwenen reistijd, flexibelere werkdagen, een eigen omgeving die meer rust biedt, minder kosten voor de kinderopvang en dat er mogelijkheden zijn om tussendoor het huishouden te doen. Dat concludeert het Economisch Bureau van de ING na onderzoek.

De bank stelt ook dat er genoeg nadelen kleven aan het niet op kantoor werken. Zo wordt het samenkomen met collega’s gemist. Ook het continue bellen en videobellen en overlast van bijvoorbeeld buren is een ergernis. Van de starters vindt één op de drie het vervelend om niet over een eigen werkruimte te beschikken. Zij werken ook relatief vaak in de slaapkamer.

Helft van de thuiswerkers heeft eigen werkkamer

Van de thuiswerkende woningbezitters heeft circa de helft de beschikking over een eigen werkkamer. Bij starters is dit bijna een derde. Meer dan 60 procent van de werknemers werkt vanuit huis. Als de crisis voorbij is, denkt nog altijd ruim 40 procent van de ondervraagden vanuit huis te blijven werken.
Ook werkgevers hebben volgens ING een slag gemaakt. Uit het onderzoek blijkt dat slechts 5 procent bezwaar heeft tegen thuiswerken.

‘Corona beïnvloedt verhuisplannen’

Verder stelt ING dat corona invloed heeft op verhuisplannen, en dan met name bij starters. Bij een kwart van hen is in de lockdownperiode de tevredenheid over de huidige woning afgenomen. Bij woningbezitters is 4 procent minder tevreden geworden over de eigen stek. Circa 26 procent van de starters is actiever op zoek naar een ander huis, terwijl een derde zijn zoektocht heeft verminderd.

Verder lijkt reisafstand door het vele thuiswerken een minder grote hindernis geworden. Dit kan volgens ING onder meer zorgen voor enige lucht in overbelaste woningmarkten zoals bijvoorbeeld de Randstad.

Steeds meer interesse voor transformatie van winkelvastgoed

Ondanks de huidige onzekerheid staan beleggers en ontwikkelaars klaar om te investeren in winkelvastgoed, om vervolgens het gedeelte dat structureel leegstaat te renoveren naar woningen of ander gebruik. Van alle grote en actieve winkelvastgoedbeleggers in Nederland geeft 30% aan interesse te hebben in winkelpanden die geschikt zijn voor herontwikkeling. Deze interesse is flink toegenomen door corona. Dit concludeert vastgoedadviseur CBRE aan de hand van lopende en gerealiseerde verkopen.

Ervaring vanuit kantorenmarkt

Vooral beleggers die ervaring hebben met de transformatie van leegstaande kantoren, zijn nu geïnteresseerd in winkelvastgoed. Zij zien toenemende kansen in transformatie naar bijvoorbeeld woningen, zorgvastgoed of maatschappelijke functies zoals onderwijs. Dit komt doordat de waarde van bepaald in onbruik geraakt winkelvastgoed ten opzichte van woningen of ander gebruik ver genoeg gedaald is om de investeringskosten te rechtvaardigen.

Steeds meer transformatie

Met name winkelpanden in aanloopstraten naar het centrale winkelgebied, winkelruimten op verdiepingen boven de begane grond, grote wijkwinkelcentra en grote winkelpanden in de binnensteden of winkelruimten aan de randen van de centrale winkelgebieden kunnen op interesse van beleggers en ontwikkelaars rekenen. Deze partijen kopen dit vastgoed met herontwikkeling als doel. Naar schatting gaat het om 24% van het totaal belegd vermogen van winkelvastgoed gedurende de eerste zes maanden van 2020. Dit is een verdubbeling ten opzichte van 12% in geheel 2019.

V&D als voorbeeld

“Wij zien dat er nu steeds meer oude V&D’s verkocht worden als herontwikkelingsplan. Dit betekent dat de oude eigenaar het gebouw klaarmaakt voor transformatie en als zodanig verkoopt aan een nieuwe eigenaar die de kennis en ervaring heeft om deze renovatie uit te voeren. Voorbeelden zijn onder andere de V&D-gebouwen in Rijswijk, Nijmegen, Arnhem, Dordrecht en Rotterdam.” Aldus Lodewijk Buijs, Senior Director winkelvastgoed bij CBRE.

Onderscheid in winkelmarkt: ook winkels die altijd winkelvastgoed blijven

Lodewijk vervolgt: “Lang niet al het winkelvastgoed krijgt een andere bestemming. Met name winkelvastgoed in centrale stukken van de hoofdwinkelcentra van binnensteden, boodschappenwinkelcentra en buitenstedelijke meubelboulevards blijven aantrekkelijk. Leegkomende winkels in de binnensteden worden nog steeds opnieuw verhuurd aan opkomende online retailers die een winkel willen, zelfstandige winkeliers die hun kans zien of een vestiging van winkelketens die nog wel uitbreiden. Zo heeft het Deense design- en meubelmerk Bolia onlangs nieuwe winkelruimte gehuurd in Haarlem, dit wordt de vijfde locatie van het merk in Nederland. Deze transactie is volledig na de uitbraak van het coronavirus tot stand gekomen.”

Oproep gemeenten: werk mee

“Winkelvastgoed dat in ongebruik geraakt is, biedt vaak mooie kansen voor herontwikkeling en verlevendiging van het gebied. Toch verloopt de transformatie van in onbruik geraakt winkelvastgoed nog moeizaam, doordat bijvoorbeeld de wijziging van het bestemmingsplan niet soepel verloopt. Vaak is er vanuit consumenten al vraag naar een ander type vastgoed, en zijn ook beleggers en ontwikkelaars klaar voor deze stap. Gemeenten realiseren zich nog lang niet altijd welke kansen er liggen om de binnensteden te blijven ontwikkelen. Zij kunnen een sleutelrol in dit proces spelen door oplossingen te faciliteren om het verschil in vraag en aanbod te vereffenen. Dit is hèt moment om bestemmingsplannen en regelgeving proactief aan te passen,” concludeert Lodewijk.

Coronavirus & ventilatie: Wat zeggen ‘kenners’ ?

NEN COVID-19

Er zijn zoveel vragen rondom de verspreiding van het coronavirus. De ventilatie in gebouwen is een belangrijke verdachte bij de verspreiding van het virus. Lees hier waarom je het kantoor extra moet ventileren. Wat zeggen de specialisten over de verspreiding van het coronavirus door gebouwinstallaties. We hebben een overzicht gemaakt van verschillende theorieën.
Lees hier wat de overheid zegt over ventilatie in gebouwen. Beheerders van gebouwen moeten op de hoogte zijn van deze regels! coronavirus ventilatie

Volgens Techniek Nederland voldoet 20% van de gebouwen niet aan deze regels. Lees hier het artikel

Bij luchtverversing is afvoer van ‘oude’ lucht en rechtstreekse toevoer van verse buitenlucht nodig. Volgens het Bouwbesluit is een goed functionerend ventilatiesysteem geen onderdeel van een verwarmings- of koelsysteem. Het voert verse lucht naar binnen of voert verontreinigde binnen lucht af. Of een combinatie daarvan. In het Bouwbesluit staan de eisen voor luchtverversing. Hierbij spelen ook mee:

  • gebruiksfunctie van de ruimte;
  • gebruiksoppervlakte;
  • aantal aanwezige personen;
  • verblijfsduur van aanwezige personen.

Ondernemers en beheerders kunnen de handleiding met de meest gebruikte ventilatiesystemen raadplegen.

Experts trekken eisen RIVM in twijfel

Volgens experts is dit bouwbesluit niet toegespitst op het voorkomen van verspreiding van infectieziekten. Ook over de ventilatiesystemen in 1100 overheidsgebouwen is onduidelijkheid.

De ventilatienormen voor schoollokalen zijn opgesteld zodat kinderen niet duf worden en goed kunnen leren. Of die richtlijnen ook werken om het virus uit de lucht te halen, is nog maar de vraag.

Aldus Philomena Bluyssen, professor binnenklimaat aan de TU Delft

Welke norm is de norm?

De oproep om aan het Bouwbesluit te voldoen leidt bovendien tot onduidelijkheid: de ventilatienormen in dat besluit zijn voor oude lokalen heel anders dan die voor nieuwe lokalen. Voor nieuwbouw is de norm om 8,5 liter lucht per seconde per persoon te verversen, maar voor lokalen van vóór 2012 geldt een norm van 3,44 liter. Zo kan het voorkomen dat in één school lokalen in de nieuwbouwvleugel voldoen aan 8,5 liter, maar het oude gedeelte aan 3,44.

Beide normen zouden dus ‘coronaproof’ zijn volgens het RIVM-advies. Maar volgens experts kan dat niet. “Die oude norm is sowieso niet voldoende”, zegt Bluyssen. Zie hier het artikel op NOS

Zorg er daarom voor dat het gebouw minimaal voldoet aan de eisen die er gesteld zijn tot dat er meer bekend is over de verspreiding van het virus.

Het volgende wordt aangeraden:

  • Een deskundig installatiebedrijf of een adviseur beoordeelt of de ventilatie goed is.
  • Er is een zogenaamde spuivoorziening aanwezig. Zo nodig kan deze snel sterk verontreinigde binnenlucht afvoeren.
  • Er is voldoende onderhoud aan het ventilatiesysteem, bijvoorbeeld aan de filters.
  • Het personeel krijgt een instructie voor het juiste gebruik van het ventilatiesysteem. Hiervoor maakt de ondernemer of beheerder protocollen.
  • Zijn er tussenwanden of –schotten in een verblijfsruimte geplaatst? Vaak verstoort dit de oorspronkelijke goede functie van het ventilatiesysteem. Corrigerende maatregelen zijn dan nodig.
  • Voldoet het ventilatiesysteem niet, dan is aanpassing nodig. Of de bezettingsgraad (minder mensen in een ruimte) moet omlaag.

Vanwege het coronavirus geldt verder het volgende:

  • Vermijd een luchtstroom van persoon naar persoon. Bijvoorbeeld van een tafelventilator of een staande ventilator.
  • Gebruik van een recirculatie in een ruimte wordt afgeraden (recirculatie is ook luchtverplaatsing en géén luchtverversing).

 

 

COVID-19 onderzoek gezonder werken door luchtkwaliteit.

Corona vastgoedbeheer

Bron: Kernwaarde groen

Door COVID-19 is onze samenleving hard wakker geschud. De genomen maatregelen hebben gelukkig effect gehad en er  kan nu worden nagedacht over een toekomst na corona, het nieuwe normaal. Wat kunnen gebruikers en verhuurders van kantoren leren van deze uitbraak?

Bram van der Smagt heeft voor Kernwaarde Groen onderzocht welke toekomstbestendige maatregelen kunnen worden genomen in kantoren. In deze blog worden de aanbevelingen kort verteld. Het gehele onderzoek is hier te lezen.

 

LEREN VAN COVID-19

Als je kijkt naar de totale sterfte in de afgelopen drie jaar valt ten eerste op hoe heftig COVID-19 was, maar ook dat er jaarlijks mensen overlijden en ziek worden aan de griep. Daarnaast sterven 12.000 mensen per jaar vroegtijdig aan de gevolgen van een slechte buitenluchtkwaliteit.

 

TOEKOMSTBESTENDIG AANPAKKEN

Voor dit onderzoek is gekeken naar maatregelen die, ten eerste, passen binnen het nieuwe normaal en, ten tweede, verder kijken dan alleen het komende jaar. Dit is gedaan op basis van gezondheid en materiaal- en energiegebruik. Het is eigenlijk kennis die we al lang weten, maar niet toepassen.

 

Toekomstbestendige maatregelen

Resultaat van het onderzoek. De negen toekomstig bestendige maatregelen.

 

INFECTIEROUTES COVID-19

Griep- en verkoudheidsvirussen verspreiden zich via dezelfde infectieroutes als het COVID-19. Maatregelen tegen COVID-19 werken dus ook tegen andere infectieziekten, toekomstbestendig!

Manieren van overdracht van COVID-19 en vergelijkbare infectieziekten als griep- en verkoudheidvirussen

Manieren van overdracht van COVID-19 en vergelijkbare infectieziekten als griep- en verkoudheidsvirussen.

 

BEÏNVLOEDEN LUCHTKWALITEIT

De aanbevolen maatregelen hebben daarnaast effect op luchtkwaliteit. Luchtkwaliteit kan op vier aspecten worden gemeten en beïnvloed. De luchtkwaliteit heeft een effect op de productiviteit en ziekteverzuim van werknemers. Hierdoor is het waardevol en toekomstbestendig.

Mogelijke maatregelen luchtkwaliteit op basis van vier meetbare aspecten.

Mogelijke maatregelen luchtkwaliteit op basis van vier meetbare aspecten.

 

VENTILEREN, VENTILEREN, VENTILEREN

De belangrijkste maatregel is het zorgen voor een voldoende en constante ventilatie. De constante luchttoevoer is belangrijk zodat er geen stof of ziekteverspreiders zich kunnen ophopen in het kantoor. Voldoende ventilatie zorgt ervoor dat de lucht sneller wordt verschoond.

BEZETTING OP KANTOOR

De bezettingsgraad aanpassen is de belangrijkste maatregel om te zorgen voor voldoende ventilatie. De Luchttoevoer naar een ruimte is vaak ontworpen op de bezettingsgraad. Door het aantal mensen te verminderen wordt de luchttoevoer per persoon hoger. Door met minder mensen op kantoor te werken is de noodzaak om bijvoorbeeld scheidingsconstructies te plaatsen kleiner. Hierdoor gebruiken we minder materiaal, toekomstbestendig!

Effecten van personen op kantoor.

Effecten van personen op kantoor.

VRAAG GESTUURD VENTILEREN

Een vraag gestuurd systeem kan zorgen voor constant voldoende ventilatie. Voor dit systeem zijn drie zaken nodig. Data (vaak concentratie CO2), een actie (openen raam) en een vertaling van de data naar een actie op basis van een vooraf gesteld setpoint of maximale waarde. De vertaling kan komen door de gebruikers of een koppeling met het luchtbehandelingssysteem.

 

Lees het hele artikel op kernwaardegroen.nl

 

 

JLL: Grotere vraag naar flexibele kantoorruimte na einde COVID-pandemie

Werknemers willen graag weer terug naar kantoor omdat zij de menselijke en sociale interactie missen die een kantoor biedt. Alhoewel de werknemers aangeven een sterke affiniteit met kantoor te hebben, willen ze tegelijkertijd toch graag 1 of 2 dagen per week mobiel gaan werken, concludeert een onderzoek van JLL onder 3000 werknemers over de hele wereld. De trend naar meer mobiliteit op de werkplek was niet het gevolg van de pandemie, maar is er zeker wel door versneld. Verwacht wordt dat dit na de pandemie zal leiden tot meer strategieën voor flexibel werken, waardoor de vraag naar flexibele ruimte weer toeneemt.

In een nieuw rapport van JLL, the impact of COVID-19 on flexible space, wordt de toekomst van flexibele ruimte geschetst, ook voor de periode nadat de pandemie is gaan liggen. De resultaten laten zien dat flexibele ruimte een andere vorm krijgt dan in het verleden, maar zal blijven groeien naarmate bedrijven en investeerders reageren op de toenemende vraag naar flexibiliteit. Onderzoek door JLL voorspelt zelfs dat 30 procent van alle kantoorruimte in 2030 flexibel wordt gebruikt.

Nu steeds meer bedrijven hun eigen bedrijfsecosysteem toepassen, zal flexibiliteit de belangrijkste factor voor medewerkerstevredenheid zijn, aangezien het kantoor een essentieel onderdeel van de bedrijfscultuur blijft. Volgens het Occupancy Benchmarking Survey van JLL vergroot 67 procent van de vastgoedbeleidsmakers het aantal mobiliteitsprogramma’s op de werkplek, terwijl slechts 4 procent aangeeft dat ze dergelijke programma’s zouden uitbesteden.

Kantoorruimte blijft zich ontwikkelen als gevolg van de pandemie en zal waarschijnlijk een nog grotere rol gaan spelen bij het vergroten van welzijn en productiviteit op het werk,

aldus Sven Bertens, Head of Research & Strategy bij JLL.

Organisaties willen zich aanpassen aan het ‘nieuwe normaal’, waarin de bezetting op kantoren minder wordt. We verwachten een verschuiving naar een ‘hubs en clubs’-model waarin kantoren dichter bij de woonplaats van de medewerkers liggen. Deze gedistribueerde locaties, ‘clubs’ zullen waarschijnlijk sterk leunen op een flexibele ruimtelijke indeling.

Het op beleving gestoelde kantoorontwerp van het afgelopen decennium, waarin mobiliteit werd gecombineerd met flexibiliteit, manifesteerde zich in een enorme toename van coworking en flexibele ruimte – en daarmee ook in bezettingsgraad. Hoewel de bezettingsgraden zoals die vóór COVID bestonden naar alle waarschijnlijkheid tijdelijk niet gehaald zullen worden, zijn de factoren die de vraag naar flexibele ruimte hebben opgestuwd onveranderd. Deze trends worden versterkt door het feit dat organisaties geen langlopende huurverplichtingen willen aangaan en zich niet willen vastleggen op grote investeringsprogramma’s en dus kiezen voor kant-en-klare ruimten met huurflexibiliteit.

We verwachten een fundamentele verschuiving in de manier waarop kantoorruimte wordt gebruikt,

aldus Petra Baltus, Head of NL Unlimited bij JLL.

Coworkingbedrijven hebben een dramatische “boom/bust” cyclus meegemaakt en COVID brengt daarnaast ongekende uitdagingen voor de sector met zich mee. Toch blijven in de toekomst veel van de belangrijkste elementen die aan deze verschuiving hebben bijgedragen in de vastgoedsector bestaan. Ruimte wordt snel, flexibel en leuk. Kant-en-klare ruimten, flexibel ontwerp, integratie van technologie, flexibele huurvoorwaarden en horecadiensten worden de norm. Daardoor verandert commercieel vastgoed van een handelsartikel in een consumptieartikel.

Hoewel de mogelijkheid van thuiswerken naadloos geïntegreerd wordt in het werkende leven, kan het op termijn moeilijk zijn om buiten kantoor productief te blijven, terwijl werken vanuit huis vanwege de woonsituatie vaak niet de optimale keuze is. Bedrijven zien kantoorvastgoed niet zozeer meer als een puur statische uitgave in de strategie ter bevordering van transformatie en werknemersprestaties. Werknemers hebben al langer de behoefte aan doelgericht ontworpen kantoorruimte, gebaseerd op veiligheid en welzijn, als onderdeel van een steeds verder geïntegreerde, liquide en flexibele vastgoedstrategie.

Bij het opnieuw ontwerpen en inrichten van kantoorruimte wordt naar verwachting meer nadruk gelegd op ruimten bedoeld voor samenwerking. De belangrijkste prioriteiten nu huurders weer terugkeren naar hun kantoren zijn bedrijfscontinuïteit en operationele veerkracht. En omdat flexibele ruimte snel en gemakkelijk te verkrijgen is, kiezen bedrijven in deze tijden van economische onzekerheid waarschijnlijk voor flexibele oplossingen ter ondersteuning van portfolioverminderingen en kostenbesparende strategieën.

Bertens voegde hieraan toe: “Het kantoor is altijd een plek geweest om geconcentreerd te kunnen werken en wordt nu steeds meer een plek voor samenwerking, verbinding, innovatie en sociale interactie. Het verlangen naar deze kenmerken neemt niet af. In een herboren markt na de pandemie, waar aanpassingsvermogen hoog op de zakelijke agenda staat en het ‘hub’-kantoor gericht is op samenwerking, keert de vraag naar flexibele ruimte en groei terug naar de indrukwekkende cijfers van vóór COVID.”