Welke kosten zijn wel voor een VVE en welke kosten niet?

Vervangen van dak bedrijfspand

Een Vereniging van Eigenaren (VVE) is verantwoordelijk voor het beheer en onderhoud van het gemeenschappelijke deel van een gebouw of complex waarin meerdere appartementen of woningen zijn gevestigd. De kosten die een VVE moet maken, zijn onder andere afhankelijk van de grootte van het gebouw, het aantal appartementen, de verdeling en de staat van onderhoud. Een VVE kan zelf afspraken maken over welke kosten er wel of niet binnen de VVE omgeving vallen waardoor er geen standaard verdeling is.

Kosten die doorgaans wel voor een VVE zijn, zijn onder meer:

  1. Onderhoudskosten voor de schil van een gebouw, zoals schilderwerk, dak reparaties, gevelonderhoud en schoonmaakkosten van gemeenschappelijke ruimtes.
  2. Kosten voor de verzekering van het gebouw, zoals opstalverzekering en aansprakelijkheidsverzekering.
  3. Energiekosten voor gemeenschappelijke ruimtes, zoals verlichting, water en verwarming.
  4. Kosten voor de lift, als deze aanwezig is in het gebouw.
  5. Kosten voor het beheer van de VVE, zoals administratiekosten, vergaderkosten en kosten voor een eventuele VVE-beheerder.
  6. Standleidingen en algemeen leidingwerk.

Kosten die doorgaans niet voor een VVE zijn, zijn onder meer:

  1. Kosten voor individuele appartementen, zoals gas, water en elektriciteit voor de eigen woning.
  2. Kosten voor aanpassingen of verbouwingen in individuele appartementen.
  3. Kosten voor leidingen specifiek voor één appartement.
  4. Gemeentelijke belastingen, zoals de afvalstoffenheffing, die door individuele eigenaren moeten worden betaald.

Het is belangrijk om te weten dat deze lijst niet uitputtend is en dat er per VVE verschillen kunnen zijn in welke kosten wel of niet worden gedekt door de VVE-bijdrage.

Gemiddelde VVE kosten van een appartement

De gemiddelde VVE kosten van een appartement kunnen sterk variëren en zijn afhankelijk van verschillende factoren, zoals de grootte van het appartement, het aantal appartementen in het gebouw, de leeftijd van het gebouw, het type onderhoud dat nodig is en de locatie van het gebouw.

In Nederland ligt het gemiddelde bedrag dat een appartementseigenaar betaalt aan VVE-kosten tussen de €75 en €200 per maand. Dit bedrag is echter slechts een indicatie en kan in werkelijkheid hoger of lager uitvallen.

Het is belangrijk om te weten dat de hoogte van de VVE-kosten afhankelijk is van de specifieke situatie van de VVE.

Als appartementseigenaar is het daarom verstandig om vooraf goed te informeren naar de VVE-kosten van een specifiek appartement en te kijken naar de financiële positie van de VVE, om verrassingen en onvoorziene kosten te voorkomen.

NEN 3140 keuring, ook voor uw vastgoed?

NEN 3140 keuring

Polissen van verzekeraars worden met regelmaat onderworpen aan een update. Helaas belandt belangrijke informatie niet zelden in de kleine lettertjes. Neem het voldoen aan de NEN 3140 keuring, want periodieke inspectie aan laagspanningsinstallaties voorkomt naast discussie over de dekking bij schade vooral ook risico voor mens en vastgoed. We spreken Ronald Brik, eigenaar van BJH Safety Services.

 

“Het gebeurt vaak dat wandcontactdozen worden overbelast door verlengblokken waar magnetrons en andere energievreters op zijn aangesloten.”

 

Veilig vastgoed

“Als vastgoedeigenaar bent u verplicht te zorgen voor een veilige situatie voor uw huurders en gasten. Periodieke inspectie van installaties is daarom ongelooflijk belangrijk. Door beschadigingen en veroudering tijdig aan het licht te brengen en te verhelpen, kunnen we risico’s voorkomen. De NEN 3140 keuring is speciaal voor bestaande installaties in het leven geroepen. De frequentie van de inspectie is afhankelijk van een aantal factoren waaronder gebruik, omvang en ouderdom van de installatie en kan uiteenlopen van eens per jaar tot eens per vijf jaar.”

Bewustwording

“Tijdens de keuring wordt de installatie geïnspecteerd om beschadigingen, overbelasting en onjuist gebruik vast te stellen. Naast een visuele inspectie van de installatie vindt onder meer een groot aantal metingen, tests van aardlekschakelaars en een thermische controle van overbelasting in meterkasten plaats. Wat we zoal tegenkomen? Dat is heel divers. Van kapotte aardlekschakelaars tot overbelasting van warmtepunten en andere levensbedreigende gebreken. Tijdens de keuring meten we overigens niet alleen de meterkast volledig door, we doen ook een visuele controle in het pand. Het gebeurt vaak dat wandcontactdozen worden overbelast door verlengblokken waar magnetrons en andere energievreters op zijn aangesloten. We maken gebruikers bewust en zorgen voor een functionele en veilige oplossing voor de gebruikerswensen. Een ander onderdeel van de NEN 3140 is de controle van arbeidsmiddelen. Dat zijn -simpel gezegd- alle apparaten waar een stekker aan zit. We keuren deze middelen op onder meer lekstromen om onveilige situaties volledig uit te sluiten.”

Wilt u meer informatie over de NEN 3140 keuring? Kijk even op BJH Installatietechniek

 

 

Techem

Techem is een van de toonaangevende servicepartners voor groene en slimme gebouwen. Onze focus ligt op energie-efficiëntie langs de gehele waardeketen in vastgoed. Wij bevorderen gezond wonen, efficiëntie van processen en bescherming van het klimaat.

Zinvol digitaliseren

Energiekosten stijgen, het milieu wordt steeds belangrijker en het besparen van energie speelt een steeds grotere rol. In meer dan 22 landen draagt Techem bij aan een bewust gebruik van energie en water door het opstellen van de verbruiksafhankelijke afrekeningen van energie- en waterkosten.

Klaar voor de toekomst!

Door het meten van individueel energieverbruik van gebouwen met collectieve energie installaties maken wij duurzaamheid al mogelijk sinds 1952 Hoe? Door zinvol digitaliseren. Want door het per huishouden meten van werkelijk verbruik van warmte, gas, water en elektra maken we eenvoudig gebouwen slimmer, duurzamer en gezonder voor nu en de toekomst. Geautomatiseerde meters worden op radiatoren, tussen leidingen, ketelhuizen, laadpalen etc. geplaatst. Hierdoor kunnen we de individuele en totaal verbruiken op afstand uitlezen, en per huishouden de jaarlijkse eindafrekening energie uiterst preciesie opmaken. De totaalrekening van de energieleverancier van een complex wordt hierdoor eerlijk verdeeld over de bewoners.

Onze aanpak is succesvol

Door energie-efficiëntie en de kosteneffectiviteit te verbeteren in gebouwen met blokverwarming besparen we met onze strategie per jaar in ruim 11 miljoen woningen wereldwijd aan zo’n 8,7 miljoen ton CO2 uitstoot. In Nederland betekend dit voor bewoners een eindafrekening energie die 20% lager uit kan vallen. Zinvol digitaliseren dus.

Een kleine stap, met een hoog resultaat!We kunnen wel stellen dat door gebruik te (blijven) maken van collectieve energie installaties bewoners meer inzicht, grip en zekerheid hebben op de energie afrekening. Maar door deze innovatie in de vastgoed sector profiteren ook VvE’s, beheerders en woningcorporaties van deze slimme toepassingen. Administratieve processen gaan sneller en efficiënter. Bovendien bespaart het hen tijd, kosten en energie.

Wij gaan voor een lager energieverbruik en meer transparantie.

Het doel is om het energieverbruik in de EU op de lange termijn te verlagen. Al onze technologieën zijn daarom EED* en EPBD (bouwbesluit)** proof.

 

Gapph Vastgoedbeheer neemt leegstandbeheerder Interveste over

Gapph Vastgoedbeheer, onderdeel van de Gapph Group, heeft per april 2023 alle activiteiten van leegstandbeheerder Interveste overgenomen. Twee bedrijven worden één en gaan samen voor de kwaliteit die de markt verdient. Voorlopig behouden beide bedrijven hun eigen naam. Op termijn zal Interveste verdergaan onder de naam Gapph Vastgoedbeheer. Gapph versterkt hiermee zijn positie als toonaangevende vastgoed- en leegstandbeheerder in Nederland en België.

Gapph Vastgoedbeheer staat bekend om zijn persoonlijke werkwijze, maatwerk, ervaring en onderscheidende dienstverlening. Met een betrokken en sociale kijk op de vastgoed- en leegstandbeheerbranche gaat het bedrijf voor de hoogste kwaliteit en verzorgt het vastgoed- en leegstandbeheer voor woningcorporaties, gemeenten, zorginstellingen, beleggers en ontwikkelaars.

Een gevestigde naam in de markt

Interveste is meer dan twintig jaar een gevestigde naam in de markt van leegstandbeheer. Met negentien collega’s helpen zij woningcorporaties, gemeenten, zorginstellingen en ontwikkelaars hun panden of woningen tijdelijk te laten bewonen. Interveste heeft kwaliteit en duurzaamheid hoog in het vaandel staan. Het bedrijf bedient vanuit diverse regiokantoren en het hoofdkantoor in ’s-Hertogenbosch vele opdrachtgevers door heel Nederland.

Samen vooruit

Johan van Haaster, Algemeen Directeur en oprichter van Gapph: ‘We zijn erg enthousiast om Interveste en Gapph bij elkaar te brengen. De werkwijze en visie van Interveste past goed bij Gapph Vastgoedbeheer. Interveste is een bekende naam in de markt. Net als Gapph staan zij voor het leveren van kwalitatief hoogwaardig beheer, het aangaan van duurzame werkrelaties en het nemen van je sociale verantwoordelijkheid. We kijken uit naar de komende tijd, waarin we onze krachten bundelen en zo een nóg completer dienstenaanbod creëren voor onze relaties.’

Meer expertise en kennis in huis

De ontwikkelingen in de markt vragen om deskundigheid, kwaliteit en maatoplossingen. Daar gaat Gapph al ruim 20 jaar voor. Met de overname van Interveste kan Gapph nog beter voldoen aan de vragen vanuit de markt en versterkt het zijn leidende marktpositie.

Met een team van ruim honderd betrokken en ervaren collega’s biedt het vernieuwde Gapph Vastgoedbeheer creatieve en flexibele oplossingen voor elke vorm van leegstand, waarbij het leveren van kwaliteit altijd de prioriteit heeft.

Maatwerk voor elk vraagstuk

Gapph biedt maatwerkoplossingen voor elk leegstand- en vastgoedvraagstuk: van het beheer en de exploitatie van herstructurerings- en gemengd-wonenprojecten, tot huisvesting van bijzondere doelgroepen, studentenhuisvesting en het risicodragend aanhuren van vastgoed.

Gapph laat zijn sociale hart spreken met Gapph Together. Door evenementen en activiteiten te organiseren verbetert Gapph de leefbaarheid in panden en wijken, vergroot het de sociale cohesie en worden bewoners en omwonenden samengebracht. Dit sluit naadloos aan bij de Club van Vrijwilligers van Interveste.

Onlangs lanceerde de Gapph Group het nieuwe onderdeel Gapph Modular. In samenwerking met diverse bouwers van modulaire (woon)eenheden verzorgt Gapph Modular de bouw, de ontwikkeling, de exploitatie, het beheer en het projectmanagement van modulaire projecten.

Gapph heeft een landelijke dekking in Nederland. De kantoren van Gapph in Nederland zijn gevestigd in ’s-Hertogenbosch (hoofdkantoor), Amersfoort, Amsterdam, Barendrecht, Ede, Eindhoven, Middelburg en Vlaardingen. In België is Gapph actief onder de naam Interim Vastgoedbeheer met een vestiging in Antwerpen. Sinds 2012 is het daar marktleider.

Circulair renoveren? Begin met de snelste cyclus: het interieur van het gebouw

Bron: Arcadis Nederland

Vind jij het als gebouweigenaar ook lastig om bestaande gebouwen circulair te renoveren? Waar moet je eigenlijk beginnen? Circulariteit begint pas als de levensduur van een bepaald gebouwonderdeel ten einde is. Arcadis stelt daarom voor: begin klein en kijk naar de kortste termijn. Start bij het interieur. Volgens het Stewart Brand-model hebben ‘space plan’ en ‘stuff’ de kortste levensduur en dus ook de snelste cyclus. Als je circulariteit in de vingers krijgt in deze relatief snelle cyclus, kunnen we de geleerde lessen later vertalen naar de lagen met een langere levensduur.

De volgende vier methodes helpen bij het circulair maken van het interieur van een gebouw:

1. Hergebruik

Hergebruik of recycling is een bekend concept. Er zijn vele mogelijkheden om afgedankte grondstoffen en materialen te verwerken in een nieuw product. Soms is het vorige product niet meer te herkennen. Zo maakt Interface tapijttegels waarvoor als grondstof het nylon uit afgedankte visnetten wordt gebruikt. Deze tegels liggen op de vloer van het Arcadis-kantoor in Amersfoort. In andere gevallen is het product wel herkenbaar. Zo maakt NS mooie producten van oude treintijdborden en ‘treinpoefs’ van oude stoelbekleding.

2. Leasing

Leasen is een concept dat in steeds meer branches terugkomt. We kennen het natuurlijk van autolease, maar dit concept leent zich ook voor allerlei diensten of producten. Zo zijn er bedrijven die meubilair voor kantoren verhuren, maar denk ook aan bijvoorbeeld ICT-producten.

Een mooie term die rondom leasen gebruikt wordt is ‘product-as-a-service’. Niet het product wordt gekocht, maar de dienst. Hierin zitten dan de services die normaal bij de verantwoordelijkheid van de eigenaar zijn, zoals beheer en onderhoud en de vervanging van kapotte onderdelen. Bij lease komen het product, materialen en grondstoffen elke keer terug bij de leverancier, die de kennis en expertise heeft over het specifieke product. Op die manier wordt afval en daarmee de uitstromende materialen beperkt en de waarde van de producten en materialen verlengd.

Tip: Voor sommige organisaties is de aankoop van producten voordeliger dan leaseconstructies, doordat zij voor de lage leningspercentages financiering kunnen krijgen. Kies dan voor terugkoopgaranties, waarbij het product aan het einde van de gebruikslevensduur (vaak kosteloos) opgehaald wordt door de leverancier (met een mogelijk restbedrag).

3. Refurbishen

Een andere manier om interieur circulair te maken is een gebouw inrichten met refurbished producten. Ook deze term kennen we uit een andere sector: een refurbished telefoon kopen is helemaal van deze tijd. Het idee is simpel: een product dat door de vorige eigenaar is afgeschreven wordt gekocht, opgeknapt en zo nieuw leven ingeblazen en verkocht aan dezelfde of een andere klant. Je koopt daarmee een product met (bijna) nieuwwaarde. Het refurbishen van producten verlengt de levenscyclus van materialen. Refurbishen kent een klassiek financieel model. Na aankoop is de consument eigenaar en verantwoordelijk voor de rest van de cyclus van het product.

4. Vergelijkingstool INSIDE/INSIDE

INSIDE/INSIDE is een online platform waar je duurzaamheid, circulariteit én gezondheid van producten en materialen objectief inzichtelijk kan maken. Het helpt bewust duurzame keuzes te maken voor het interieur van een gebouw. De tool gebruikt twee indicatoren: de milieukostenindicator en de materiaal-circulariteitsindex. Deze worden in beeld gebracht door een Levens Cyclus Analyse. Het mooie is dat dit meetinstrument ook ingezet kan worden tijdens aanbestedingen en certificeringen en zo dus echt een handvat biedt voor zowel opdrachtgever als opdrachtnemer. Bekijk het webinar over INSIDE/INSIDE terug.

Meer weten over circulariteit in de bouwsector? Volg dan de hashtag #CircuLeren via Linkedin. www.deweekvandecirculaireeconomie.nl

‘Het zou ideaal zijn als we de Europese bewijslast straks met BREEAM-NL kunnen afdekken’

Europa heeft nieuwe groene regels waar ook Nederlandse bedrijven aan moeten voldoen. Deze raken het duurzaam bouwen. DGBC maakte al een vergelijking tussen de EU taxonomie en BREEAM-NL: ze kennen overlap, maar ook verschillen. ‘Het zou mooi en efficiënt zijn als Bouwinvest straks met BREEAM-NL kan aantonen dat een gebouw voldoet aan de taxonomie’, zegt Micha Reusen van Bouwinvest

Reusen, Head of Sustainability & Innovation bij Bouwinvest Real Estate Investors, is lid van de Werkgroep EU Taxonomie en voerde met andere vastgoedinvesteerders en adviseurs gesprekken over hoe om te gaan met de groene spelregels uit Europa. Die stellen eisen aan investeringen, om het etiket duurzaam te krijgen. Het gaat hierbij, voorlopig, alleen om duurzaamheid op het gebied van milieu. ‘Voor de uitwerking van de sociale kant moeten we nog even geduld hebben, deze blijkt lastiger te liggen binnen Europa’, zegt Reusen. Dat terwijl voor Bouwinvest, met vooral pensioenfondsen als klant, naast milieu ook de sociale duurzaamheid een prominente rol speelt bij investeringen.

Inzicht

De groene spelregels uit Europa helpen snel inzicht te krijgen in de mate waarin investeringen bijdragen aan een beter milieu. Het is niet alleen handig: het wordt voor steeds meer bedrijven een wettelijke plicht om hierover te rapporteren. ‘Voor de bijdrage aan sociale doelen komt de taxonomie dus later. Deze is lastiger eenduidig te maken en we zien verschillen tussen landen. Want een betaalbare huur, bijvoorbeeld, is in Nederland anders dan in Duitsland’, legt Reusen uit.

Op dit moment dekt BREEAM-NL niet de volledige vereisten vanuit de EU Taxonomie. ‘Voor ons zou het ideaal zijn als we de bewijslast die moet worden geleverd voor Europa straks met BREEAM-NL kunnen afdekken. Dan hebben we één proces en een onafhankelijke expert die alles toetst. Dat is efficiënter dan nu een deel via BREEAM-NL doen en daarnaast aanvullende bewijslast verzamelen voor de overige eisen uit de Taxonomie’, legt Reusen uit.

Lees het hele interview met Micha Reusen in BREEAM-NL Magazine 2022

 

Na twee jaar van dalende kantoorkosten flinke stijging verwacht

De kosten voor bedrijven om een fulltime werknemer (1 fte) een jaar op kantoor te laten werken namen vorig jaar af. De gemiddelde kosten in Europa daalden met 4% en kwamen uit op 9.122 euro. In Nederland daalden de uitgaven met 2% naar 9.152 euro. Dit blijkt uit de Occupier Cost Index (OCI) van vastgoedadviseur Colliers, die is samengesteld op basis van data uit 28 landen, 3.830 gebouwen, 25,1 miljoen vierkante meter kantoorruimte en 1,93 miljoen fte.

In de Occupier Cost Index worden alle kantoorkosten vergeleken op basis van de Europese facilitaire norm EN 15221. Deze norm kent vier categorieën: gebouw & infrastructuur, mens & organisatie, ICT en management.

Hybride werken was het belangrijkste gespreksonderwerp in de afgelopen twee jaar, maar heeft nog niet tot structurele veranderingen in ruimtegebruik en dienstverlening gezorgd. Bedrijven namen meer mensen in dienst, maar door de lage kantoorbezetting leidde dat nauwelijks tot extra kosten op facilitair gebied. Meer werknemers bij gelijke kantoorkosten leidt dan vanzelf tot lagere kosten per fte.

Bulgarije goedkoopst, Zwitserland duurst

Ondanks een stijging van 5% blijft Bulgarije het goedkoopste land in Europa om iemand fulltime te laten werken. De jaarlijkse kosten zijn daar 2.835 euro. Zwitserland, Noorwegen en Zweden blijven in de top 3. In Zwitserland zijn de kosten per fte net als in Nederland 2% gedaald, maar met 18.394 euro nog steeds ruim zes keer zo hoog als in Bulgarije.

Flinke prijsstijging verwacht

Doordat de wereld in 2022 snel is veranderd, is kijken naar het verleden niet genoeg. Colliers heeft daarom prognoses gemaakt voor volgend jaar. Als energiekosten verviervoudigen of zelfs vervijfvoudigen en als de inflatie niet alleen zorgt voor gestegen materiaalkosten maar ook hogere loonkosten en huren, dan zullen de kosten voor 2023 maar liefst 14 tot 23% hoger uitkomen.

Kantoorkosten per fte  aanwezigheid 2021 2023

“Dat donkere vooruitzicht is niet de enige zorg,” zegt Denise Hoogendoorn, Head of Facility Management Consultancy bij Colliers. “De OCI geeft de kosten weer per fulltime medewerker. Deze medewerkers werken echter allang niet meer elke dag op kantoor. Het wordt weliswaar weer iets drukker op kantoor maar piekbezettingen van 80% zoals we in het verleden zagen, zijn nu eerder gehalveerd. En dat betekent dat een voorspelde stijging van 14% tot 23% per fte eigenlijk 28% tot 46% hogere kosten per aanwezige meebrengt. Dat mag ook genoemd worden.”

Het wordt volgens Hoogendoorn tijd de werkelijke gevolgen van hybride werken in te zien. “De laatste jaren leerden ons de kansen in te zien voor een nieuwe ruimtebehoefte en flexibele dienstverleningscontracten. Nu is het moment deze kansen niet te laten liggen. De verwachte kostenstijgingen voor 2023 laten dat niet meer toe.”

Bron: Colliers

Circulair gebouw beheren. Hoe doe je dat en waar moet je op letten?

Circulair gebouw beheren

Wat betekent de circulaire economie voor technisch vastgoed professionals? Het circulaire denken stopt dus niet na het bouwen van een gebouw. Het gebruik en het beheer zijn net zo belangrijk. Hoe loop je voorop en wat zijn de mogelijkheden? We hebben een overzicht gemaakt met praktische mogelijkheden. Circulair gebouw beheren

We hebben met elkaar afgesproken om in 2050 een circulaire economie te zijn. Dit lijkt nog ver weg, maar er is dan ook nog een lange weg te gaan binnen de vastgoedwereld. Gebouwen zijn verantwoordelijk voor 35% van de totale CO2-uitstoot in Nederland. Onderhoud en gebruik van gebouwen doen daarnaast een groot beroep op onze grondstoffen in de vorm van energie, water, onderhoud, schoonmaak en diensten.

Definitie van circulair gebouw

Een gebouw dat met minimale inzet van virgin materials en andere grondstoffen maximale waarde creëert om op duurzame wijze te voorzien in een huisvestingsbehoefte, waarbij de gebruikte materialen hun waarde blijven behouden tijdens en na het gebruik.

Dit artikel gaat over het optimaliseren van de gebruiksfase. Kortom, hoe ga je om met het dagelijks onderhoud en verwerk je circulair beheren in het Duurzaam Meerjaren Onderhoudsplan (DMJOP)?

 

Circulaire paspoort gebouw

Jij bent als gebouwbeheerder verantwoordelijk voor het onderhoud van het gebouw. We hebben geen invloed meer op de bouw van het gebouw, maar met het opzetten van een circulair paspoort met daarin een overzicht van alle gebouwkenmerken die betrekking hebben op de circulariteit van een gebouw, kun je een goede start maken voor een circulair gebouw.

Kijk bij het opzetten van een circulair paspoort zoveel mogelijk naar bestaande standaarden, normen en labels voor duurzaamheid van gebouwen. Bij het opzetten van een gebouwpaspoort gaat het dus niet alleen over de gebruikte bouwmaterialen, maar ook over:

  • Hoe is het beheer en onderhoud geregeld;
  • Hoe wordt er met transformaties omgegaan;
  • Hoe flexibel is het gebouw;
  • De herbruikbaarheid van onderdelen uit het gebouw;
  • Mogelijkheid waardebehoud door optimalisatie van gebouwfuncties.

Belangrijk hierbij is welke van deze kenmerken zijn relevant om te meten, vast te leggen en bij te houden gedurende het bestaan en gebruik van het gebouw? Belangrijke vragen hierbij zijn:

Waar staan we nu en hoe kan de circulariteit nog verbeterd kan worden?                                                                                                                Hoe kun je als beheerder gebouwen op een rendabele en praktische manier duurzaam en toekomstbestendig maken?

Hoe is het beheer en onderhoud geregeld

In welke mate kun je als beheerder een zo circulair mogelijk beheer en onderhoudsplan realiseren? Niet alleen het verlagen van het energieverbruik in gebouwen is hierbij heel belangrijk, maar ook het grondstoffenverbruik. Welke zaken kun je hierbij van je leveranciers eisen. Ga bijvoorbeeld met leveranciers in gesprek om gebruik en verbruik van grondstoffen zichtbaar te maken. Circulaire economie gaat vaak over diensten afnemen in plaats van producten.

 

Hoe flexibel is het gebouw

Creëer voor jezelf een overzicht in de aanpasbaarheid van het gebouw. Is het gebouw geschikt voor andere doeleinden indien de markt verandert? Zijn er andere functies en behoeften waarin het gebouw kan voorzien? Flexibiliteit van installaties is daarbij ook belangrijk.

 

De herbruikbaarheid van onderdelen uit het gebouw

Bepaal welke onderdelen van het gebouw hergebruikt kunnen worden. Indien een onderdeel van het gebouw in een andere omgeving hergebruikt kan worden, bespaar je grondstoffen. In welke mate kan het gebouw gerecycled worden?

 

Hoe wordt er met transformaties omgegaan

Hoe kun je als organisatie bij transformaties voorkomen dat je materialen gebruikt die niet meer kunnen worden hergebruikt. Welke alternatieve mogelijkheden zijn er voor oplossingen met hernieuwbare grondstoffen?

 

Mogelijkheid waardebehoud door optimalisatie van gebouwfuncties

Grondstoffen kunnen volledig herbruikbaar zijn, maar grondstoffen in een gebouw dat niet wordt gebruikt (bijvoorbeeld vanwege een ongunstige locatie) hebben minder waarde dan wanneer ze zijn toegepast in een gebruikt gebouw. Grondstoffen dienen ingezet te worden daar waar ze het meeste waard zijn. Hoe kunnen de gebouwen optimaal worden gebruikt?

 

Koers is gespecialiseerd in beheer en onderhoud

 

 

 

 

Paul de Ruiter Architects over het Unilver Foods Innovation Center HIVE

Als er ergens aan kop wordt gelopen op het gebied van duurzaamheid, is het in Wageningen. Het energieneutrale Unilever Foods Innovation Center HIVE is met een BREEAM-NL Outstanding certificering het meest duurzame multifunctionele gebouw ter wereld. HIVE is het resultaat van de integrale design & build-samenwerking tussen Paul de Ruiter Architects, Dura Vermeer en DWA. Het energieneutrale gebouw herbergt kantoren, diverse laboratoria, testkeukens en een minifabriek waarin nieuwe producten op kleine schaal worden ontwikkeld en getest. We spreken de architect van het gebouw: Paul de Ruiter.

‘Iedereen doet zijn best om duurzaam te zijn. En iedereen heeft een eigen visie op duurzaamheid. Daarom gaan wij voor BREEAM. Met dit instrument is duurzaamheid van bouwwerken écht meetbaar.’

Interactie tussen Unilever en de universiteit

‘Het sleutelwoord is innovatie. In dit gebouw is men dagelijks bezig ons voedsel op een zo duurzaam mogelijke manier op ons bord te krijgen. En daar is onderzoek voor nodig,’ vertelt De Ruiter. ‘Het is dan ook geen toeval dat HIVE op de campus van WUR -Wageningen University & Research- is gerealiseerd. De transparante vormgeving en de strategische centrale ligging van het gebouw op Wageningen campus zorgen voor optimale interactie tussen Unilever en diverse externe partijen. Deze kruisbestuiving wordt ook gefaciliteerd doordat een groot deel van het gebouw publiek toegankelijk is. Zo geeft de komst van het Foods Innovation Centre een extra impuls aan de ambitie van Wageningen om het wereldwijde kennishart van Food en Life Sciences te worden.’

 

Open en verbindend

Daar waar je bij de meeste bedrijfsgebouwen na binnenkomst direct op de receptie afstevent, vind je bij Unilever een uitnodigende bar. In de zes meter hoge publieke hal staan openheid, transparantie en food-beleving centraal. Iedere bezoeker is welkom voor een kop thee of een gezonde lunch met direct zicht op de Pilot Plant, de minifabriek van Unilever. Normaliter blijft een recept het geheim van de chef. Niet in Pilot Plant. Innoveren is delen, weten ze bij Unilever, dus studenten en experts zijn welkom in het gebouw. ‘Unilever wil zich openstellen, wil verbinden. En het ontwerp faciliteert deze gedachte. Neem de centrale trap in het atrium, daar ontmoeten mensen vanuit diverse disciplines elkaar. In dit gebouw worden afdelingen niet strikt gescheiden, op de marketingafdeling weten ze waar productie mee bezig is en vice versa.

De definitie van duurzaam

‘Iedereen doet zijn best om duurzaam te zijn. En iedereen heeft een eigen visie op duurzaamheid. Daarom gaan wij voor BREEAM. Met dit instrument is duurzaamheid van bouwwerken écht meetbaar. Bovendien is het ook internationaal goed uit te leggen. Roepen dat je duurzaam bouwt, is zonder bewijs niet zoveel waard. Het maximaal haalbare niveau binnen BREEAM is Outstanding. Dit niveau behaal je door op alle thema’s bewijs van duurzame oplossingen te leveren. Ja, natuurlijk zijn we trots op dit certificaat. Als men over duurzaamheid spreekt, hoor je standaard de termen circulariteit en energiebesparing voorbijkomen. Maar duurzaamheid gaat wat ons betreft primair over dat mensen in een gebouw gelukkig en gezond zijn. Daar is frisse lucht voor nodig, samen met beweging en -heel belangrijk- een goede akoestiek. Dat realiseer je door zo slim mogelijk te bouwen. Met de juiste materialen en een zo klein mogelijke impact.’

Energieneutraal

‘Energieneutraliteit is een hele opgave voor een enorm gebouw als HIVE. Dit hebben we onder meer gerealiseerd met de toepassing van 1.550 zonnepanelen op het dak maar ook zijn de zonnecellen geïntegreerd met het glazen dak. De compacte bouwvorm zorgt voor beperking van energieverliezen. Daarnaast hebben we diverse technieken toegepast om het gebouw zo energie-efficiënt mogelijk te laten functioneren. Een voorbeeld is thermografische aanwezigheidsdetectie. Wordt er geen bezetting gemeten? Dan gaat het licht uit. En ook de hoge isolatiewaarden in zowel het glas, de dichte gevels als de vloer zorgen voor een laag energiegebruik en hoog comfort. Met aandacht voor daglicht, uitzicht op groen, luchtkwaliteit, akoestiek en ergonomie draagt het gebouw bij aan de gezondheid en het welzijn van de gebruikers.’ ‘Het was een flinke uitdaging om alle ambities en eisen met zo min mogelijk geld te realiseren. Slim samenwerken is de basis. En slim omgaan met materialen is stap twee. Dat betekent: niet teveel materialen gebruiken en vooral de juiste materialen toepassen. We hebben bijvoorbeeld gekozen voor een houten constructie.

‘Duurzaamheid gaat wat ons betreft primair over dat mensen in een gebouw gelukkig en gezond zijn. Daar is frisse lucht voor nodig, samen met beweging en -heel belangrijk- een goede akoestiek. Dat realiseer je door zo slim mogelijk te bouwen. Met de juiste materialen en een zo klein mogelijke impact.’

Natuurlijk hebben we ook beton toegepast, maar dan wel zo min mogelijk en gemaakt van gerecyclede grondstoffen. Om het niveau Outstanding te halen, moet je innovatie toepassen. Een van de innovaties is de genoemde thermografische sensoring. Een tweede voorbeeld is de ionisatie van het binnenklimaat. Deze ionisatie zorgt voor een zeer zuivere lucht. Een mooie bijkomstigheid van deze innovatie is dat HIVE hiermee Coronaproof is gemaakt.’

Verbeteringen in de toekomst

‘Ja, het is mogelijk om tijdens de levensduur van het pand verbeteringen toe te passen. En die komen er ook vast. Ik denk wel dat we deze verbeteringen waarschijnlijk met name op installatieniveau vinden. Gemiddeld genomen houden installaties het zo’n vijftien jaar vol. Tegen die tijd zijn er zonder twijfel weer slimmere producten die HIVE naar een nóg hoger plan trekken.’ De Ruiter vertelt afsluitend: ‘De synergie tussen een bedrijf als Unilever en de universiteit is opmerkelijk en heel positief. En noodzakelijk bovendien. Want het voedselprobleem lossen we alleen met samenwerkingen op. Bijzonder dat wij daar aan hebben mogen bijdragen.’n

Paul de Ruiter studeerde in 1990 af aan de Technische Universiteit in Delft. In zijn PhD-onderzoek stelt hij dat gebouwen energie moeten produceren in plaats van dat ze energie consumeren. Voordat hij zijn eigen kantoor in Amsterdam startte in 1994, werkte hij voor toonaangevende architectenbureaus in Canada, Australië en Nederland. Paul de Ruiter is inmiddels een architect, ondernemer, innovator en inspirator bekend om zijn duurzame, game changing architectuur. Hij draagt bij aan de nationale en internationale discussie rondom duurzaamheid, CO2 -neutraal ontwerpen en certificeringsmethoden voor gebouwen.