Verduurzaming blokverwarming: hybride of all-electric?

Zo’n 600.000 woningen worden verwarmd met een blokverwarming. Door het verplicht verdwijnen van de 1-op-1 ketelvervangingen vanaf 2026, is het bij de verduurzaming van blokverwarmingen in woon- en zorgcomplexen vaak de vraag: ‘Kunnen we niet in een keer van het aardgas af met warmtepompen?’ Jelle Fokkema (Energy Bridge) geeft je in deze Expertpost het antwoord.

Laten we beginnen met de constatering dat er niet één ideale oplossing is om een blokverwarming te verduurzamen. Elk gebouw is uniek door het ontwerp, het gebruik en de ligging. Ook zijn er vaak in de loop der jaren allerlei aanpassingen doorgevoerd, zoals dubbelglas of dakisolatie. Bij de overweging om geheel of gedeeltelijk van het aardgas te gaan, geldt altijd een aantal vaste uitgangspunten. Daarmee kunnen we een groot deel van de oplossingen standaardiseren, terwijl er een specifieke oplossing nodig is voor een kleiner deel van de gebouwen. Zo maken we het voor woningcorporaties, VvE’s en zorginstellingen makkelijk om bij een vervangingsmoment te verduurzamen.

Beperkte netcapaciteit

Een essentieel uitgangspunt is de benodigde en beschikbare netcapaciteit. Op dit moment is het lang niet altijd mogelijk om voldoende netcapaciteit te krijgen. Hierdoor kan er vaak niet voldoende warmtepompvermogen worden opgesteld om een woongebouw in één keer volledig aardgasvrij te maken. Vaak is een hybride systeem wel mogelijk, waarmee gemiddeld toch ongeveer tachtig procent aardgas kan worden bespaard.

Maximale inzet warmtepompen

De warmtevraag van een gebouw is voornamelijk afhankelijk van de buitentemperatuur. Zeer lage buitentemperaturen (lager dan -5 °C), komen gemiddeld in 0,7% van de tijd voor. Het totale opgestelde vermogen dat nodig is om een gebouw bij deze zeer lage buitentemperaturen warm te houden, zal daarom voor een groot deel van het jaar uitstaan.

In de onderstaande grafiek is een voorbeeld weergegeven voor een VvE-complex met 35 woningen en 5 warmtepompen in serie: als het vermogen van de eerste pomp tekortschiet, start de volgende. In de linker grafiek zie je van de vijf identieke hogetemperatuur lucht-waterwarmtepompen het cumulatieve opgewekte vermogen bij verschillende buitentemperaturen. Rechts staat de weergave van het jaarlijkse opgewerkte warmte bij die temperaturen.

Duidelijk is dat bijvoorbeeld bij 0 graden buitentemperatuur de eerste, tweede en deels derde warmtepomp nodig zijn om voldoende warmte te kunnen leveren. De vijfde warmtepomp is toegevoegd omdat vier warmtepompen net niet het benodigde vermogen kunnen leveren bij een buitentemperatuur van -10 graden. In een werkelijke situatie wordt deze niet opgesteld, maar komt de benodigde warmte waarschijnlijk uit de buffercapaciteit.

Met een relatief klein deel van het totale opgestelde vermogen (de eerste twee warmtepompen) kan dus al een heel groot aandeel van de totale benodigde warmte worden geleverd. Dit betekent dat deze warmtepompen veel draaiuren zullen maken en daardoor optimaal worden ingezet. Je verdient de investering voor deze warmtepompen daardoor snel terug.

Hybride

Het rendement van lucht-waterwarmtepompen neemt af bij lagere buitentemperaturen. Bij een hybride installatie wordt in dat geval bijgestookt met gas, zodat er een kleinere en daardoor goedkopere warmtepompinstallatie kan worden gerealiseerd. De gasgestookte ketels nemen het dus over op het moment dat warmtepompen het ‘slechtste’ draaien en veel elektriciteit nodig hebben. Het verschil in CO2-uitstoot tussen een all-electric warmtepompinstallatie en een hybride installatie is hierdoor zeer beperkt.

100% aardgasvrij

Op termijn wil je met het complex natuurlijk van het aardgas af. Extra isolatie biedt wellicht de mogelijkheid om 100% aardgasvrij te worden. Ook kun je wachten tot het volgende vervangingsmoment om dan nieuwe technieken te implementeren met een hogere opbrengst of beter rendement. Met de snelheid van de huidige innovatieve ontwikkelingen voorzien wij binnen vijftien jaar nieuwe mogelijkheden om de laatste tien tot twintig procent aardgasgebruik op te vangen. Denk hierbij aan nieuwe warmtepompen of biogas. Ook wordt er op termijn in de buurt misschien een duurzaam warmtenet aangelegd.

Waar voor je geld

Afrondend kunnen we concluderen dat je met een hybride installatie bij lage buitentemperaturen kunt bijstoken met aardgas, zodat er een kleinere en effectieve warmtepompinstallatie kan worden gerealiseerd. Daarmee zet je al een grote stap naar ongeveer tachtig procent aardgasvrij. Dat is op dit moment de meest realistische en rendabele oplossing om blokverwarmingen te vervangen en verduurzamen. Voor 600.000 woningen op een blokverwarming kan hiermee direct een grootschalige impact worden gemaakt.

 

Tekst en beeld: Jelle Fokkema, adviseur Duurzame Warmte bij Energy Bridge

Hybrid+: in 5 stappen van hybride naar all-electric

Met Hybrid+ brengt Panasonic een hybride-concept op de markt waarmee woningeigenaren in vijf geleidelijke stappen over kunnen gaan naar all-electric-verwarming. Hiervoor worden lucht/water-warmtepompen uit de Aquarea-serie voorzien van een slimme regeling die met elk merk en type cv-ketel kan communiceren.

Nadat een Hybrid+ lucht/water-warmtepomp bij de bestaande cv-ketel is geplaatst, neemt hij gedurende een groot deel van het jaar de woningverwaming voor zijn rekening – mits het afgiftesysteem geschikt is voor verwarming op een lagere temperatuur dan de gasketel traditioneel levert. De gasketel springt alleen bij tijdens extreem koude dagen en produceert daarnaast het warm tapwater. Volgens Panasonic zorgt deze combinatie in eerste instantie voor een CO2-reductie van ongeveer 20%, en voor lagere energiekosten. Met 30% warmtepompvermogen kan 70% van de totale energievraag over een heel jaar worden gedekt, stelt de fabrikant.

Stapsgewijze overgang

Als belangrijkste kenmerk van Hybrid+ noemt Panasonic dat de eindgebruiker er in vijf stappen mee kan overgaan naar een volledig gasloos systeem. Daarbij neemt de Hybrid+ steeds meer functies van de cv-ketel over, tot de warmtepomp zelfstandig de volledige verwarming en tapwaterproductie van de woning voor rekening neemt en afscheid kan worden genomen van de ketel. Door de stapsgewijze overgang kunnen investeringen gespreid plaatsvinden en isolatiemaatregelen op ‘natuurlijke momenten’ – bijvoorbeeld tijdens een geplande verbouwing – worden doorgevoerd.

Driewegklep plus boilervat

De eerste van die vijf stappen is het bijplaatsen van de Hybrid+-warmtepomp, die het grootste deel van de woningverwarming overneemt van de gasketel. Voor stap twee wordt een driewegklep plus boilervat met spiraal aan de installatie toegevoegd, zodat de warmtepomp ook tapwater gaat maken. In principe krijgt de ketel nu een volledige back-upfunctie, legt William van Driel, key accountmanager bij Panasonic uit. “De ketel springt nog steeds bij als het buiten extreem koud is, maar verliest zijn tapwatertaak grotendeels. Alleen als er ineens heel veel tapwater nodig is, bijvoorbeeld omdat drie of vier gezinsleden direct achter elkaar willen douchen, helpt de gasketel de warmtepomp.”

Verlaging van aanvoertemperatuur

De volgende stap is dat de woning wordt voorzien van laagtemperatuurverwarming, bijvoorbeeld vloerverwarming of ventilatorconvectoren. Van Driel: “Hierdoor kan de aanvoertemperatuur worden verlaagd van 55 naar bijvoorbeeld 45 of 40 graden, waardoor de warmtepomp steeds gunstiger draait en de gasketel steeds minder bij hoeft te springen.” Vervolgens komt stap vier in beeld, waarbij de woning verder wordt na-geïsoleerd. “Denk bijvoorbeeld aan vloerisolatie of hr++-glas”, vertelt Van Driel. “Door de schil op die manier te verbeteren, is het soms mogelijk om de aanvoertemperatuur voor de LT-verwarming verder te verlagen, bijvoorbeeld van 45 naar 40 graden.”

Definitief afscheid van de gasketel

Met die vierde stap is de gasketel overbodig geworden. In stap vijf wordt daar dan ook definitief afscheid van genomen. De warmtepomp neemt nu zowel de woningverwarming als tapwaterproductie volledig voor rekening. Om dit hele traject succesvol te laten verlopen, moet het warmtepompvermogen vooraf worden bepaald aan de hand van berekeningen over de eindsituatie. Van Driel: “De meeste hybride warmtepompen zijn uitgeklede versies van gewone lucht/water-warmtepompen en kunnen zonder complexe ingrepen niet stand-alone fungeren. Doordat wij bij Hybrid+ uitgaan van de Aquarea-warmtepomp kan dat bij Hybrid+ uiteindelijk wel. De technische crux zit met name in de ingebouwde T6-regelaar van Honeywell, die met elk type ketel kan communiceren zodat de warmtepomp zowel hybride als stand-alone kan worden ingezet.”

De Panasonic Aquarea Hybrid+ serie wordt in twee varianten geleverd: als standaard splitsysteem (met de condensor in de binnenunit en de verdamper buiten), en als monobloc waarbij beide componenten in de buitenunit zitten.

EPBD III -keuring: De ins en outs van de nieuwe keuring

PGGM project Strukton Worksphere

Op 10 maart jl. werd de EPBD III-keuring opgenomen in de Nederlandse wetgeving. Hiermee zijn inspecties van aircosystemen van 70 tot 290 kW verplicht (in de EPBD II-keuring gold dit voor installaties van 12 tot 290 kW). Nieuw in de EPBD III-keuring is de verplichting voor de keuring van verwarmingssystemen. Ook voor deze systemen geldt een ondergrens van 70 en een bovengrens van 290 kW zoals bij de EPBD III . De keuringen moeten naast een keuringsrapport ook leiden tot een advies voor de kosteneffectieve verbetering van de energieprestatie van het gebouw.

Officieel is de keuring vanaf 10 maart 2020 verplicht en is deze beschreven in het Bouwbesluit 2012 wijziging van 6 maart 2020. Er is echter nog geen keuring voor verwarmingssystemen beschikbaar. SCIOS brengt daar verandering in: zij ontwikkelt op verzoek van het Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties een keuring voor de verwarmingssystemen. Hiervoor krijgen zij twee jaar de tijd. We spreken SCIOS bestuursvoorzitter Arie Krijgsman.

Keuring in ontwikkeling

“Het is complexe materie. De in ontwikkeling zijnde keuring betreft niet alleen de warmtebron, maar ook het systeem voor warmteafgifte, de daaraan gekoppelde regelsystemen en de bepaling van de warmtebehoefte van het gebouw. En wanneer het verwarmingssysteem is gekoppeld met een ventilatiesysteem, dient ook dit systeem gekeurd te worden. Er geldt een praktische bovengrens van 290 kW. Per 1 januari 2026 moeten namelijk installaties met een nominaal vermogen groter dan 290 kW zijn voorzien van een gebouwautomatisering en -controlesysteem (GACS). Hiermee vervalt de keuringsplicht. Dit geldt overigens ook wanneer er een dergelijk controlesysteem aanwezig is in gebouwen waar het nominale vermogen van de installaties kleiner is dan 290 kW. Gebouwen waarvoor een energieprestatiecontract is afgesloten, worden ook vrijgesteld van de keuringsverplichting.”

Aanvullende verplichting

En dan is het nog niet gedaan met de complexiteit. Ook de verplichte keuring van stookinstallaties vanuit het Activiteitenbesluit blijft van kracht. Dat betekent dat eigenaren van stookinstallaties met een vermogen vanaf 100 kW (of 20 kW wanneer een stookinstallaties wordt gestookt op een vloeibare of vaste brandstof) verplicht zijn inspecties te laten uitvoeren op veiligheid, energieverbruik en emissie van de installaties. Daar komt dus straks de aanvullende keuring van het verwarmingssysteem van gebouwen, gericht op de energieprestatie, bovenop. “In ons overleg met BZK is afgesproken dat er wordt gestreefd naar een gecombineerde keuring van de stookinstallatie en het verwarmingssysteem, zodat een optimale efficiëntie wordt bereikt. Samenvattend betekent dit dat gebouweigenaren de in het Bouwbesluit verplicht gestelde keuring vanaf 2020 moeten laten uitvoeren. Omdat eerst per 2022 deze keuring beschikbaar is, kan gedurende de overgangsperiode met een SCIOS scope 1 of 2 keuring aan deze verplichting worden voldaan. De nieuwe EPBD-keuring van het verwarmingssystemen moet dan uiterlijk vier jaar later worden uitgevoerd.”

Handhaving

Genoemde keuringen vallen onder het overheidstoezicht. Dat betekent dat de overheid, in dit geval op gemeenteniveau, gaat controleren of gebouwbeheerders hun inspecties hebben laten uitvoeren. Om gemeenten bij de handhaving te ondersteunen, komt er een afmeldregister voor de keuring van airconditionings‑ en verwarmingssystemen, net zoals dat al bestaat voor stookinstallaties. De handhaving bestaat uit controles op afgemelde keuringen. Handhavers gebruiken data uit de registers bij het uitvoeren van analyses waarop het toezicht wordt gebaseerd. Een extra reden voor gebouwbeheerders om scherp te zijn op de verplichte inspecties.

Over SCIOS

De Stichting SCIOS is eigenaar van en beheert het kwaliteitsmanagementsysteem voor inspectie en onderhoud van technische installaties. De certificatieregeling bestaat uit de deelregelingen Stookinstallaties, Elektrisch materieel en Explosieveilige installaties (ATEX). Installateurs en inspectiebedrijven die conform de SCIOS-certificeringsregeling zijn gecertificeerd, voeren onderhouds- en inspectiewerkzaamheden aan stookinstallaties uit die moeten voldoen aan de wet (het Activiteitenbesluit, vallend onder de Milieuwet) met betrekking tot rendement, veiligheid, milieubelasting.

Meer informatie over de inspecties:

 

 

Lees hier over een andere keuring, de NEN 3140, voor u vastgoed.

 

Webinar laat verbeterpotentieel installaties zien voor CO2-reductie

Op donderdag 30 september neemt Duurzaam Gebouwd-partner DWA je mee naar een succesvolle aanpak voor optimalisatie van installaties. Tijdens een interactief webinar ontdek je hoe je inzicht verkrijgt door digitale tools en laten Schiphol en Hysopt zien hoe die gereedschappen helpen bij het maken van de juiste investeringsbeslissingen.

Foto boven: AVenZo – Ludo de Rooij / Shutterstock.com

Met de klimaatdoelstellingen in het achterhoofd is het belangrijk dat we verduurzamen en fossiele brandstoffen vaarwel zeggen. In bestaande bouw betekent dat het vervangen van cv-ketels en traditionele koelinstallaties met onder andere warmtepompen, wko-installaties en collectieve warmtenetten. Hoe krijg je inzicht in de behoefte aan warmte en koude in je vastgoed?

Dat legt Roel Van den Bulcke uit van Hysopt. Hij vertelt hoe je met behulp van simulaties duidelijkheid krijgt over prestaties van installaties. De Digital Twin die dit oplevert, zorgt voor de juiste keuzes voor optimalisatie. Het resultaat: voldoende koeling of verwarming op de juiste plek, op efficiënte en energiezuinige wijze en zonder comfortklachten.

Luchthaven Schiphol paste dit toe voor Terminal 3. Door het maken van de Digital Twin met Hysopt voor de koelinstallatie ontstond inzicht in het functioneren en kwamen een aantal knelpunten aan het licht die (op termijn) comfortklachten kunnen veroorzaken. Jeroen Oosterling en Andrew van Weers van Luchthaven Schiphol lichten toe welke inzichten zij opdeden en hoe zij dit willen inzetten voor optimalisatie.

Aanmelden

Meld je aan voor het seminar en je ontvangt enkele weken voorafgaand aan het webinar gegevens om het event te volgen. Met vragen kun je terecht op dit e-mail adres.

 

Remeha werkt aan BENG en TO-juli

Zonnepanelen Oranjedak

1 januari 2021 is de EPC-regeling vervangen door BENG (Bijna Energieneutrale Gebouwen). Dat is een grote stap voorwaarts als het gaat om het terugdringen van de CO2-uitstoot en transparantie in het realiseren daarvan. Iedereen die zich bezighoudt met bouwen is verantwoordelijk en kan een steentje bijdragen aan BENG. Sterker: alleen als alle betrokkenen samenwerken kunnen we BENG optimaal toepassen.

BENG doe je samen!

Iedereen, van stedenbouwkundige en architect tot ontwikkelaar en installateur, draagt verantwoordelijkheid als het om BENG gaat. Talloze factoren bepalen of een gebouw al dan niet BENG is. Op verschillende van die factoren oefen je met oplossingen en producten van Remeha invloed uit. Tegelijk met BENG trad een nieuwe indicator die het risico op temperatuuroverschrijding binnen een woning aangeeft in werking: TO-juli. Die kennis moet leiden tot een vermindering van het risico op temperatuuroverschrijding.

BENG in het kort

BENG kent drie afzonderlijke indicaties.

  • BENG 1: energiebehoefte van het gebouw (in kWh per m2 gebruiksoppervlak per jaar). De energiebehoefte geeft aan wat de energiezuinigheid is van een gebouw. Dan draait het om verwarming en koeling, ongeacht de installaties – het casco telt. Isolatie, stand ten opzichte van de zon en ventilatie hebben ook invloed op de energiezuinigheid
  • BENG 2: primair (fossiele) energiegebruik (in kWh per m2 gebruiksoppervlak per jaar). Het vooraf berekende gebruik van fossiele energie moet worden beperkt. De hoogte van de reductie is afhankelijk van het woningtype
  • BENG 3: aandeel hernieuwbare energie in procenten. Hernieuwbare energie moet optimaal worden benut, denk hierbij aan zonnepanelen

Berekeningsmethode NTA8800

Om te bepalen of een nieuwe woning aan de BENG-eisen voldoet is een berekeningsmethode ontwikkeld. De methode is vastgelegd in de NTA8800. BENG geldt uitsluitend voor nieuwbouw, maar met deze methode is het mogelijk om de energieprestatie van nieuwe en van bestaande woning- en utiliteitsbouw vast te stellen.

Lees meer over de Energieprestatie indicatoren

 

Energiezuinig en meer comfort

BENG is in het leven geroepen om duurzamer te kunnen bouwen en wonen. Met deze regeling is er meer aandacht voor de energiezuinigheid van het casco en is er minder ruimte voor minder zuinigere woningen. Dat leidt tot een toename van de regels en de kans is reëel dat de initiële bouwkosten stijgen. Daar staat tegenover dat het gebruikscomfort toeneemt. Bovendien kan een huis dat voldoet aan BENG een hogere marktwaarde hebben.

Voorkomen van temperatuuroverschrijding

Vanwege de optimale isolatie in woningen wordt het steeds belangrijker dat koeling en ventilatie in orde zijn. Om dat uitgangspunt in goede banen te leiden is tegelijk met BENG de indicator TO-juli van kracht geworden. Dat geeft een indicatie van het risico op temperatuuroverschrijding. Hoe lager de uitkomst, hoe lager het risico. Het gebouwontwerp, ligging ten opzichte van de zon en materiaalgebruik hebben invloed op TO-juli. Remeha kan hierbij ook een rol spelen. Met een Remeha warmtepomp met koeling voldoet de woning aan de TO-juli grens. Grondgekoppelde warmtepompen zijn bovendien gunstig voor BENG 2 en 3. Een keuze voor luchtwater warmtepompen betekent dat het mogelijke extra verbruik van de koeling gecompenseerd moeten worden door extra zonnepanelen.

 

Wat doet Remeha?

Bij BENG draait het dus om het verminderen van de energiebehoefte van woningen, beperking van gebruik van fossiele energie en het gebruiken van hernieuwbare energie. Op welke manier ondersteunt Remeha je bij het realiseren van BENG? Natuurlijk voldoen alle Remeha all-electric warmtepompen aan de nieuwe regelgeving. Dat is bovendien vastgelegd in kwaliteitsverklaringen. Daarnaast zijn de producten goed vindbaar in BENG-softwarepakketten zodat de toepassing van Remeha producten soepel verloopt. De warmtepompen van Remeha die actief koelen, dragen bij aan de beperking van het risico op temperatuuroverschrijding. En vanzelfsprekend ondersteunt Remeha zijn relaties altijd met maatwerkadvies.

Van product tot regie

Wat kunnen we op dit moment doen? All-electric warmtepompen van Remeha dragen nadrukkelijk bij aan het realiseren van BENG. De precieze rol is afhankelijk van de situatie en andere specifieke aspecten van de nieuwbouw. Naast innovatieve producten en doordachte oplossingen hebben we specialisten die adviseren, werk uit handen nemen en zelfs de regie rondom het realiseren van BENG als het gaat om de aspecten verwarming en koeling volledig kunnen overnemen. Alleen samen behalen we de meest optimale resultaten.

 

Webinar BENG en TO-juli 16 september

Wil je meer weten over BENG? Schrijf je dan in voor het BENG en TO-juli webinar op 16 september: https://control.yourwebinar.nl/webinars/subscribe/ytobud/

 

Unica krijgt opdracht voor onderhoud klimaatinstallaties van 1.250 Defensiegebouwen in Noord- en Zuid-Nederland

Unica heeft een omvangrijke opdracht ontvangen van het Rijksvastgoedbedrijf. Het betreft het inspecteren, keuren en onderhouden van de klimaatinstallaties en warmteopwekkings-systemen van meer dan 1.250 Defensiegebouwen in Noord- en Zuid-Nederland. Tevens bestaat de opdracht uit het invullen van de circulaire en duurzaamheidsambitie van de betreffende defensiegebouwen die het Rijksvastgoedbedrijf beheert. De overeenkomst start op 1 januari 2022 met een maximale looptijd van 8 jaar en heeft een contractwaarde van enkele tientallen miljoenen euro’s per jaar. De opdracht is daarmee de grootste in de historie van Unica Building Services.

Grote verscheidenheid aan gebouwen en percelen

De gunning betreft een grote verscheidenheid aan gebouwen en percelen zoals kazerneterreinen, legerplaatsen, kantoren, werkplaatsen, magazijnen, keukens, kantines, medische centra, wacht- en lesgebouwen, garages, sportzalen, brandweerkazernes, hangaars en bunkers. Het betreft 400 gebouwen in de provincies Groningen, Friesland, Drenthe en Overijssel en 870 gebouwen in de provincies Limburg, Noord-Brabant en Zeeland.

De werkzaamheden betreffen het inspecteren, keuren en onderhouden van de klimaatinstallaties, warmteopwekking, bodemenergiesystemen en regel- en terreininstallaties. Daarnaast zal Unica het Rijksvastgoedbedrijf ondersteunen in haar circulariteitsdoelstelling om in 2030 50% minder grondstoffen te gebruiken en in 2050 volledig circulair te handelen. Ook is de gewenste groeiende energiezuinigheid van de installaties een belangrijk aandachtspunt, waarvoor verschillende verduurzamingsprojecten worden ingezet.

Unica: veel ervaring met Rijksvastgoedbedrijf en Defensie

Unica heeft veel ervaring in de publieke sector met opdrachtgevers zoals het Ministerie van Defensie, tal van gemeenten en veiligheidsregio’s. Ook voor de omvangrijke portefeuille van het Rijksvastgoedbedrijf voert Unica al sinds 2014 naar tevredenheid opdrachten uit. De recente gunning stelt Unica in staat om de beheer- en onderhoudswerkzaamheden die het nu vaak als losse opdrachten bij Defensiegebouwen verzorgt, voort te zetten volgens een integrale onderhoudsmethode.

“Dit geeft ons de gelegenheid om alle installaties nog meer in samenhang te onderhouden en beheren”, verduidelijkt Ronald Toonen, vestigingsdirecteur van Unica Oosterhout en tevens directievoerder over de aanbesteding en uitvoering van de opdracht. “We zijn het Rijksvastgoedbedrijf en Defensie zeer erkentelijk voor de gunning van deze prachtige opdracht, die niet alleen veel bijzondere gebouwen omvat maar ook de grootste opdracht is uit de historie van Unica Building Services. Het is een fantastische klus die we mogen uitvoeren in met name Noord- en Zuid-Nederland. We zien er naar uit om opdrachtgever Rijksvastgoedbedrijf en Defensie als gebruiker een zo optimaal mogelijke omgeving te bieden voor haar medewerkers.”

Unica Building Services is het grootste onderdeel uit het Unica-netwerk van bedrijven en beheert en onderhoudt alle gebouwgebonden installaties om klanten te verzekeren van een comfortabele, duurzame, veilige en gezonde omgeving. Voor de uitvoering van deze opdracht in de komende jaren wordt ook gebruik gemaakt van de gespecialiseerde kennis van zusterbedrijven, zoals Unica Energy Solutions (specialist in energievraagstukken) en Unica Building Intelligence (specialist in intelligente gebouwautomatisering).

Stille en hoog renderende warmtepompen voor de utiliteit

Het vervangen van bestaande cv-ketels door een of meerdere warmtepompen is een effectieve manier om verduurzamingsstappen te zetten binnen utiliteitsgebouwen. Zeker als in 2023 elk kantoorpand minimaal aan Energielabel C moet voldoen.

Rendement is vaak een van de belangrijke criteria waar partijen naar kijken als ze zich oriënteren op de warmtepompenmarkt. “Dat is ook niet zo vreemd”, meent Joachim van den Enden, productmanager commerciële warmtepompen bij Remeha. “Het rendement en de kwaliteit van de warmtepomp vormen samen het besparingspotentieel van het toestel. En energiebesparing is uiteindelijk het uitgangspunt bij verduurzaming.”

 

Aandacht voor (s)COP

“Warmtepompen hebben energie (elektriciteit) nodig om energie (warmte of koude) te leveren”, legt Van den Enden uit. “Het rendement van een warmtepomp is de verhouding tussen de gebruikte elektriciteit in kilowattuur (kWh) en de geleverde warmte of koude in kWh. Dit wordt uitgedrukt in de Coefficient of Performance (COP); een warmtepomp die voor elke geproduceerde 4 kWh aan warmte 1 kWh aan elektriciteit gebruikt, heeft dus een COP van 4. Omdat de temperatuur van de bron (lucht of water) van invloed is op het COP, fluctueert het COP per seizoen. Om toch een ‘gewogen’ beeld te vormen van het rendement gebruiken veel fabrikanten daarom de Seasonal Coefficient of Performance (sCOP): het gemiddelde COP over een heel jaar. Met de sCOP kun je het rendement van verschillende warmtepompen gemakkelijk vergelijken.”

 

Meer dan aankoopprijs

Bij het vervangen van verwarmingsinstallaties speelt de aanschafprijs van de nieuwe installatie begrijpelijkerwijs ook een belangrijke rol. Toch is het volgens Van den Enden belangrijk dat gebouwbeheerders en -eigenaren zich niet blind staren op de aanschafkosten van een warmtepomp. “De prijs van een warmtepomp is meer dan alleen de aankoopprijs. Het is minstens zo belangrijk om te kijken naar de sCOP. Hoe hoger die is, hoe minder elektriciteit je nodig hebt en hoe lager de maandelijkse energierekening. Een toestel met een hoger rendement verdient zich dus sneller terug.”

 

Terugverdienen investering

Met goed onderhoud kan een warmtepomp vijftien jaar of langer meegaan. De gebouweigenaar heeft gedurende de levensduur van het toestel de financiële voordelen van een beter renderende machine. Het is dus verstandig om te kijken naar de total cost of ownership in plaats van enkel de aanschafkosten. Van den Enden geeft aan dat er voor goed renderende warmtepompen diverse subsidies en financiële regelingen zijn om de ‘scherpe randjes’ van een eventueel hogere aankoopprijs af te halen.

 

Ondersteuning

Ondersteuning bij de keuze en het ontwerp is minstens zo belangrijk om tot het beste resultaat te komen als subsidie of fiscale regeling. “Denk daarbij vooral aan het goed informeren van de klant en het begeleiden van de installateur bij het ontwikkeltraject van het warmtepompsysteem”, licht Van den Enden toe. “Een warmtepompsysteem is namelijk een redelijk specialistisch systeem dat om een zorgvuldig ontwerp en een nauwkeurige installatie en inregeling vraagt. Het is dus van groot belang dat dit van kop tot staart goed wordt geregeld.”

 

Nieuwbouw en bestaande bouw

Van den Enden geeft aan dat warmtepompen geschikt zijn voor zowel de realisatie van duurzame nieuwbouw als voor de verduurzaming van bestaande utiliteitsgebouwen. “In nieuwe utiliteitspanden waar duurzaamheid een belangrijke rol speelt, zijn warmtepompen essentieel. Je kunt helemaal ‘van gas los’ en ze zorgen mede voor een hogere BREEAM-score van een pand. Maar ook in bestaande utiliteitsgebouwen is de warmtepomp de meest effectieve manier om te verduurzamen. Doordat er in de huidige generatie warmtepompen toestellen zijn die afgiftetemperaturen van 65 graden halen, zijn ze een prima, energiezuinig en milieuvriendelijk alternatief voor de cv-ketel. Met dergelijke warmtepompen kun je ook meteen goed uit de voeten als je hem voor de productie van warm tapwater wilt gebruiken.”

 

Installateurs zien prijzen stijgen en leveringen haperen

Bron: Vakblad warmtepompen

Bijna alle installateurs en technisch dienstverleners kampen met prijsstijgingen van de materialen en producten waarmee ze moeten werken. Techniek Nederland meldt dat de ondernemers in de sector bovendien last hebben van vertraagde leveringen.

De ondernemersorganisatie hield onder de naam ‘Quick Scan Prijsstijgingen en leveringsproblemen’ een onderzoek waar bijna 400 van zijn leden aan hebben meegedaan. De resultaten uit het onderzoek laten een eenduidig beeld zien: 96% van de respondenten merkt dat installatiematerialen en producten duurder worden. Daarnaast heeft 86% van de ondervraagde installateurs te maken met leveringsvertragingen van meer dan twee weken.

Winstgevendheid onder druk

De prijsstijgingen en haperende leveringen blijven niet zonder gevolgen. Driekwart van de installateurs verwacht dat de ontwikkelingen een nadelig effect zullen hebben op de winstgevendheid. Doekle Terpstra, voorzitter van Techniek Nederland: “Als we over een langere periode te maken krijgen met prijsstijgingen is dat natuurlijk slecht nieuws voor bedrijven. Zeker wanneer installateurs de prijsstijgingen niet kunnen doorberekenen aan de klant.” Uit de quick scan blijkt dat maar één op de drie ondernemers in zijn contracten heeft vastgelegd dat prijsstijgingen kunnen worden doorberekend. 

Airco’s, zonnepanelen en warmtepompen

De prijsstijgingen doen zich voor bij alle soorten installatiematerialen en producten. Meer dan 60% van de respondenten noemt prijsverhogingen van basismaterialen zoals leidingen, bekabeling en schakelaars. Een derde van de ondervraagde installateurs meldt prijsverhogingen van airco’s, sanitairproducten en cv-ketels en een op de vijf heeft het over duurdere zonnepanelen, warmtepompen en zonneboilers. Overigens werkt niet ieder installatiebedrijf met alle genoemde producten en materialen.

Leveringsproblemen zijn aanzienlijk

Ook vertragingen komen voor bij uiteenlopende producten. Circa een derde van de respondenten constateert vertraagde leveringen van leidingen en bekabeling en 25% van de installateurs kampt met langere levertijden van sanitairproducten, cv-ketels, warmtepompen en airco’s. Ongeveer een vijfde van de installateurs heeft last van vertraging bij de levering van verlichting en armaturen. Ook hier geldt dat veel installatiebedrijven niet op ieder deelgebied actief zijn.

Meer prijsstijgingen verwacht

De meeste installateurs verwachten dat het niet bij de huidige prijsstijgingen en leveringsproblemen blijft. Een meerderheid (61%) van de respondenten rekent voor de korte termijn op nieuwe prijsstijgingen. Bijna een derde verwacht dat de hogere prijzen gepaard zullen gaan met (nog) langere levertijden.

 

 

Remeha

Remeha

Remeha ontwikkelt innovatieve en energiezuinige producten voor klimaatbeheersing c.q. warmte en warm water, zowel voor woningen als utiliteit. Met haar innovaties wil Remeha zo goed mogelijk anticiperen op wensen en behoeften van nu en in de toekomst.

Met ruim 500 medewerkers geeft Remeha op eigentijdse wijze invulling aan ontwikkeling, productie en marktbenadering, waarmee zij in Nederland én in Europa is uitgegroeid tot een vooraanstaande fabrikant.

Nederland en daar ver buiten

Remeha is één van de voornaamste merken binnen BDR Thermea Group. Andere merken zijn onder andere Baxi, De Dietrich, Brötje Heizung en Chappée. De merken versterken elkaar op het gebied van onderzoek, technologie, markten en innovatie.

Dankzij de lokale vestigingen in vrijwel alle Europese landen kan BDR Thermea Group snel inspelen op de veranderende behoeften in de markt.

BDR Thermea Group in Apeldoorn is met 6.500 medewerkers actief in ruim 100 landen.