Opdrachtgevers en slopers zijn de nieuwe grondstoffenleveranciers

Het Rijksbrede programma Nederland circulair in 2050 heeft de ambitie in 2050 een volledig circulaire bouweconomie te realiseren. Dat betekent dat we gebouwen, gebieden en infrastructuur moeten kunnen ontwikkelen, gebruiken en hergebruiken zonder onnodige uitputting van natuurlijke hulpbronnen en zonder de leefomgeving te vervuilen en ecosystemen aan te tasten. Opdrachtgevers en slopers zijn een essentiële schakel in deze omvorming van een lineaire naar een circulaire sector. Wanneer opdrachtgevers slopers de ruimte geven en slopers openstaan voor oogsten in plaats van slopen, zijn zij de onbetwiste aanjagers van deze transitie.

 (Technisch) beheerders hebben als geen ander kennis van bestaande vastgoedvoorraden. Zij weten wanneer een pand gerenoveerd moeten worden en wanneer een locatie op de nominatie komt voor sloop. Hiermee zijn zij een belangrijke schakel in het maken van gemeengoed van circulaire bouwmaterialen. ‘Vastgoedbeheerders en gebouweigenaren zien steeds vaker in dat hergebruik een prima oplossing is. Kabelgoten, toiletpotten, spiegels, brandslanghaspels en hang- en sluitwerk kun je een-op-een hergebruiken. En ook ruwbouwmaterialen zijn tegenwoordig verkrijgbaar in circulaire varianten,’ vertelt Erik Koremans, Directeur New Horizon Material Balance. New Horizon is gespecialiseerd in het demonteren van gebouwen en zorgt met haar partners voor een flinke retourstroom van geoogste materialen. ‘Om schaalvergroting te realiseren, hebben we echter veel meer donorgebouwen nodig. Ik wil beheerders dan ook oproepen om eens te kijken naar de mogelijkheden van circulair in plaats van lineair slopen. Iedereen wil een nier, maar niemand wil donor zijn. Een uitspraak van onze oprichter die in onze markt meer dan relevant is. Dat heeft te maken met de veronderstelling dat circulair slopen kostbaarder zou zijn, terwijl dat pertinent niet waar is.’

New Horizon

New Horizon gelooft dat de circulaire economie het economische model van de toekomst is. Het primaire doel van deze groeiende organisatie is het leveren van bouwmaterialen die bijdragen aan een circulaire economie. Het bedrijf initieert daartoe nieuwe samenwerkingen, technologische innovaties en systeemveranderingen. Een pronkstuk van New Horizon is de demontage van De Satelliet, een onderdeel van het pand van de Nederlandse Bank in Amsterdam. De Satelliet is in zijn geheel ontmanteld en middels elektrisch vervoer over het water naar een loods in Zaandam overgebracht. De gebouwonderdelen krijgen later dit jaar -wanneer ze worden gebruikt voor de bouw van een zorglocatie in Amsterdam-Noord- een tweede leven. ‘De gebouwbeheerder heeft het aangedurfd op een andere manier naar de waarde van dit gebouw te kijken. Hij zag het gebouw als bron en heeft koos niet voor sloop maar voor hergebruik van dit maatschappelijk vastgoed.’

 

Waarom zou je überhaupt nog slopen?

‘We mogen in Hoofddorp de 100.000 m2 kantoren in Hyde Park ontmantelen ten behoeve van een nieuwe architectonische stadswijk met 3.800 woningen. Sommige van deze kantoren zijn in 2004 gebouwd. Dat dit vraagtekens oplevert -zeker inzake duurzaamheid- begrijpen wij als geen ander. Feit is echter dat dit kantorengebied leeg staat en de belegger dus geen rendement oplevert. Daarnaast kampen we in Nederland met een gigantisch woningtekort. Dat maakt het economische plaatje uitlegbaar. Gelukkig heeft de belegger gekozen voor oogsten in plaats van slopen.’

 

Tegen welke zaken loop je als urban miner aan?

‘In het verleden is nooit gebouwd om terug te nemen. Losmaakbaarheid en terugneembaarheid zijn termen die nu pas een plek krijgen in onze bouwsector. Urban minen zal in de toekomst dan ook vele malen makkelijker worden. Dat neemt niet weg dat we ook met gebouwen waarin tijdens de bouw losmaakbaarheid nog geen issue was ook al enorm veel winst kunnen behalen. Beton is nog steeds het meest gebruikte bouwmateriaal. Dat betekent dat je met circulair beton dus echt impact maakt.’

‘Een ander aspect is de psychologie. Iedere verandering levert in eerste instantie weerstand op. Het duurt even voordat de weerstand verandert in acceptatie. Tuurlijk weten vastgoedbeheerders vaak al dat ze het verschil kunnen maken. Het veranderen van werkwijzen en relaties -denk aan het verbreken van goede relaties met vaste leveranciers van lineaire grondstoffen- is alleen niet altijd eenvoudig. Wanneer je je realiseert dat je met de keuze voor circulair beton een CO2-reductie van 80% realiseert, ziet men het aangaan van nieuwe waardevolle relaties gelukkig wel als een serieuze optie. Maar wij begrijpen ook dat dit tijd vraagt.’

Welke invloed heeft de grondstoffencrisis?

‘De grondstoffencrisis bevestigt onze visie. We moeten veel meer gaan kijken naar wat er lokaal mogelijk is. Waarom zou je grondstoffen uit China halen als alles voor onze neus beschikbaar is? Wij zien de stad als bron. We zien geen appartementencomplexen, maar magazijnen waar grondstoffen tijdelijk liggen opgeslagen. Veel materialen zijn direct her te gebruiken. Als je ze nieuw zou bestellen, zou je exact hetzelfde krijgen. Sta je voor een verbouwing of renovatie? Kijk dan eerst naar wat er circulair beschikbaar is en vul daarna pas aan met lineaire materialen.’

 

Wat is de rol van de overheid?

‘De noodklok inzake CO2-uitstoot luidt al vanaf 1972. En aangezien de uitstoot sinds die tijd vervijfvoudigd is, kan het niet anders dat de politiek zich heel snel hard gaat maken voor vergaande reducties. Wij verwachten dat CO2-uitstoot binnenkort beprijsd gaat worden. Deze economische impuls gaat ervoor zorgen dat lineaire producten duurder worden dan circulaire. Zodra dat gebeurt, verwacht ik dat wij structureel uitverkocht zijn. Gelukkig zijn er steeds meer slopers die het circulaire gedachtengoed met ons delen. Dat is hard nodig, want we kunnen dit niet alleen. Het verschil in werkwijze zit -nu nog- vaak in de manier van aanbieden. Wij hebben geen grote loods waarin we de materialen opslaan. Dankzij samenwerkingen met onze partners, zijn de herwonnen materialen op dezelfde manier verkrijgbaar als lineaire varianten.’

De partners van New Horizon zijn terug te vinden via hun website. Hier zijn de circulaire materialen ook direct te bestellen.

 

Heijmans hakt het onderwerp verduurzaming in stukken

verduurzaming Heijmans

CPO Esther Donders vertelt waarom verduurzaming een steeds belangrijkere onderwerp wordt voor Heijmans.

Wat betekent duurzaamheid voor jou? 

‘Duurzaamheid is ons ticket naar de toekomst. Zoals we op deze aarde bezig waren en nog zijn, dat gaat ’m niet meer worden. Maar zo’n transitie naar een duurzame samenleving maak je niet zomaar. Wil je naar bestendige verduurzaming ? Dan moet je nadenken over hoe je dat gaat organiseren en welke systemen je onder de loep moet nemen. Het moet onder de motorkap anders gaan lopen. En ja, daar horen ook andere verdienmodellen bij.’ ‘Circulariteit en duurzaamheid worden vaak door elkaar gebruikt. Een volledig circulaire spijkerbroek die door middel van kinderarbeid in elkaar is genaaid, is niet duurzaam. Hiermee wil ik aangeven dat de focus op circulariteit heel belangrijk is, maar dat je niet je ogen moet sluiten voor de rest. Kijk, natuursteen is op zichzelf best duurzaam. Het gaat immers een hele lange tijd mee. Maar je kunt het in tegenstelling tot een materiaal als hout niet opnieuw planten. Daarbij is er soms sprake van slechte arbeidsomstandigheden in groeves in verre landen. Het is dus zaak een bredere duurzaamheidsbril op te zetten en niet alleen voor circulariteit te gaan. En dat doen we bij Heijmans ook: we zijn makers van een gezonde leefomgeving en circulariteit is daar een aspect van.’

Hoe duurzaam is de bouw inmiddels?

‘Duurzaamheid in de bouw is niet één ding. De supply chain van bitumen is anders dan die van luchtbehandelingskasten. Je hebt te maken met verschillende materialen en verschillende markten. Het ene materiaal komt uit de buurt, het andere moet van een ander continent komen. Daarom hebben wij gezegd: je moet die olifant in stukken hakken. En dan per stuk kijken naar het systeem en de aanpassingen die je zou willen doen. Wij hebben onze olifant zo’n drie jaar geleden in meer behapbare stukken gehakt. In totaal kopen wij zo’n vijfhonderd productgroepen in. Deze hebben we verdeeld in tien clusters van productgroepen. We bekijken per cluster waar de grootste winst op het gebied van verduurzaming en circulariteit te behalen valt en die pakken we aan: de zogenaamde meest materiële issues. Een voorbeeld is de aanpak van het verpakkingsmateriaal. We streven naar een duurzame bouwplaats en toch accepteerden we tot voor kort alle typen verpakkingsmaterialen, ook als verpakken overbodig was. Tel daarbij op dat we aan de voorkant betalen voor de verpakkingen -deze prijs is verrekend in de aanschafsprijs van het materiaal- en dat we dat aan de achterkant -om de verpakkingen af te voeren- nog een keer deden. Met dit inzicht hebben wij de regierol genomen.

Er is geen bedrijf dat niet bezig is met duurzaamheid. Ik zie dat ook alle grote bouwers ermee bezig zijn. Maar het is de kunst om van praten naar doén te komen.

om daarin iets te veranderen. Door dit stukje olifant op te pakken ga je efficiënter naar logistiek en verpakkingsmaterialen kijken, formuleer je vragen en stel je andere eisen aan je leveranciers. Daarbij hebben we vaak het argument gehoord dat het duurder zou worden. Maar niemand heeft mij nog kunnen uitleggen waarom materialen duurder zouden worden wanneer je ze niet verpakt of kiest voor een ander type plastic of minder bedrukking. En het mooie is: dit gaat verder dan het bedrijf Heijmans. De grote leveranciers waar we mee samenwerken veranderen natuurlijk niet alleen hun systeem voor Heijmans, ook andere afnemers krijgen dan hun materialen aangeleverd zonder overtollig of met circulair te verwerken verpakkingsmateriaal.

Wat is er nodig om die impact te maken?

‘Je moet gebruik maken van je inkoopkracht om de regie te pakken en hierop centraal sturen. De inkoopkracht zit in de bundeling van de vraag. Voor jouw beeld: we kopen ongeveer 80% van onze omzet in. Je begrijpt dat wanneer we voor bepaalde materialen en diensten centraal inkopen, we meer impact kunnen maken dan wanneer een projectmanager dat alleen voor zijn eigen werk doet. Een aantal voorbeelden: inmiddels werken we bij Heijmans alleen nog maar met FSC-goedgekeurd hout, zijn we bezig met het circulair krijgen van onze bedrijfskleding en zetten we effectieve stappen richting het gebruik van circulair beton en asfalt. Wanneer je bijvoorbeeld alleen dakpannen maakt, kun je je permitteren alleen naar de supply chain van dakpannen te kijken. Wij verwerken alles. Wij zijn de vragende partij in de supply chain en verwerken producten van derden tot bijvoorbeeld een woning, een snelweg of een theater. We maken dus impact door mét onze partners in gesprek te gaan over de verduurzaming van hun diensten en materialen. Bij de verduurzaming van de bouw is een strategische rol weggelegd voor procurementafdelingen. In de bouw noemen we het vaak inkoop, maar het is zoveel meer dan dat. We zijn juist bezig met de strategische kant en de dag van morgen.’

Is Heijmans in jouw ogen een koploper in duurzaamheid?

‘Zoals de Englsen zeggen is dat “in the eye of the beholder”. Wij hebben in ieder geval wel die ambitie. Er is overigens denk ik geen bedrijf dat niet bezig is met duurzaamheid. Ik zie dat ook alle grote bouwers er mee bezig zijn. Maar het is de kunst om van praten naar doén te komen. En doen is wat mij betreft meer dan het uitvoeren van een pilot. Het wordt namelijk pas echt interessant als je duizend circulaire woningen bouwt. Het gaat erom dat je het bestendig doet, alleen dan is het duurzaam. Gelukkig leren we ook van elkaar, zeker wanneer we in bouwcombinaties werken. Maar bij Heijmans gaat het dus echt om het doen. Ik kan 25 online seminars per week over verduurzaming en circulariteit bijwonen, maar ik geef er de voorkeur aan mijn tijd in te zetten om onze plannen te realiseren.’

Hoe ziet de toekomst eruit van Heijmans?

‘Je kunt niet meteen álles aanpakken. Daarom hebben we twee jaar geleden een aantal bold statements geformuleerd over waar we willen staan in 2023. Als eerste noem ik de verpakkingen nog een keer. We zijn nu twee jaar onderweg en zijn het plan van aanpak aan het uitrollen. Alle afspraken met de supply chain en de afvalverwerkers zijn gemaakt. Het is nu zaak om de komende tijd het gesprek aan te gaan met leveranciers die het lastiger vinden om aan onze circulariteitsambitie te voldoen. Kunnen ze mee? Of moeten we langzaam verschuiven naar andere leveranciers? Hetzelfde geldt voor circulair beton en asfalt. In 2023 willen we dit, in alle gevallen waar de klant erom vraagt, kunnen leveren.

En in 2030 willen we alleen nog maar circulair beton verwerken. Dit geldt ook voor grondgebonden woningen: we zetten in op 100% circulaire grondgebonden woningen in 2023. Daarnaast zijn we volop bezig met lease en as-aservice-concepten. Het eigendom bij een producent houden hoeft op zich niet circulair te zijn, maar het is voor deze producent wel een stimulans om in te zetten op een meer circulair productieproces. Tevens focussen we vol op onze logistiek. In plaats van het wiel op elke bouwplaats opnieuw uit te vinden, maken we met onze partners protocollen om zo duurzaam mogelijk te worden en telkens te verbeteren. Je kunt je voorstellen dat de logistiek rondom veertig kilometer snelweg anders is dan bij binnenstedelijke bouw of het realiseren van een woonwijk in het open veld. Met partners werken we aan verbetering en verduurzaming van dit soort logistieke concepten.’

Heeft deze focus op duurzaamheid & verduurzaming ‑invloed op jouw privéleven?

‘Absoluut. Vorig jaar vlogen mijn man en ik in een privévliegtuigje over de Okavangodelta in Botswana. We zouden daar niet met de auto

Duurzaamheid is ons ticket naar de toekomst.

naartoe kunnen vanwege het moeraslandschap. Maar in de twee uur dat we in het vliegtuig zaten hebben we uitsluitend boven woestijnlandschap gevlogen. De nijlpaarden en krokodillen lagen dakpansgewijs op elkaar in een watertje van het formaat smalle beek. De impala’s liepen over de ruggen van hun predatoren naar de overkant van de beek. Tijdens die vlucht besloot ik dat ik in 2020 mijn vliegkilometers met een derde terug zou brengen en verder mijn vakanties met de fiets zou doen. Corona heeft daar natuurlijk wel een handje bij geholpen, maar anders zou ik deze belofte aan mezelf ook zijn nagekomen. Ik ben bijvoorbeeld net terug van een fietstocht van Maastricht naar Groningen. Verder eten we beduidend minder vlees en zijn we ook thuis in toenemende mate bezig met het terugbrengen van de hoeveelheid verpakkingsmateriaal. Als iedereen -of laten we zeggen de helft van de mensen- een kwart minder vlees zou eten en meer na zou denken over hun vakantiebestemmingen en waar ze hun kleren kopen, dan zou dat al een groot verschil maken.’

De rol van wetgeving

‘Wet- en regelgeving kan een enorme boost geven aan verduurzaming. Kijk maar naar de maatregel dat iedereen van het gas af moet. De markt ging direct in de actiestand. Regelgeving brengt ook een stuk standaardisatie met zich mee. Heel goed, want hoe meet je nou of iets circulair is? En hoe ga je dat aantonen? Heijmans heeft zich aangesloten bij CB23, een platform dat bouwbreed partijen met circulaire ambities met elkaar verbindt. Het streven is om vóór 2023 nationale, bouwsectorbrede afspraken op te stellen over circulair bouwen. Het platform is gelieerd aan vergelijkbare Europese initiatieven zodat we een speelveld krijgen waarin iedereen volgens dezelfde regels aan het spel deelneemt.’

Jazeker, ook vastgoedprofessionals, onze opdrachtgevers, vervullen een belangrijke rol in de supply chain. Stel eens een andere vraag, steek de aanbesteding eens anders in. Dan komen we samen tot veel duurzamer oplossingen.’

Lees hier hoe ING verduurzaming wil versnellen door middel van lage rentes

 

 

 

Thomas Rau: Waardeloze gebouwen bestaan niet meer

Het motto van de architect Thomas Rau is guided by the future. Hij laat zich in al zijn handelen leiden door wat er in de toekomst nodig is en niet door wat op dit moment haalbaar is. Rau levert al jaren een grote bijdrage aan de nationale en internationale discussie over duurzaamheid (hoewel hij duurzaamheid eigenlijk ziet als een doodlopende staat, het is circulariteit dat ons verder gaat brengen), het gebruik van hernieuwbare energiebronnen in de architectuur en aan de vraag hoe te handelen in het licht van de huidige grondstoffenschaarste, welke volgens Rau niet bestaat.

Thomas Rau is ondernemer, architect, innovator, inspirator en visionair. Rau levert al jaren een grote bijdrage aan de nationale en internationale discussie over duurzaamheid, het gebruik van hernieuwbare energiebronnen in de architectuur en aan de vraag hoe te handelen in het licht van de huidige grondstoffen schaarste. Bij zijn woorden voegt hij ook daden; met zijn architectenbureau RAU heeft hij diverse innovaties en nieuwe standaarden opgezet op het gebied van CO2-neutraal, energieneutraal en energiepositief bouwen en recentelijk ook voor de circulaire architectuur.

‘Het goede nieuws is: vastgoed bestaat niet. Sterker nog, vastgoed is eigenlijk losgoed,’ opent Rau zijn verhaal. Wat hij met deze bom van een opmerking bedoelt, legt hij later in dit artikel uit. Wat is in jouw ogen duurzaamheid? ‘Duurzaamheid betekent niets meer dan het optimaliseren van bekende paden. Minder materialen, minder arbeid, minder energie. Maar als je blijft optimaliseren, stijgen de kosten exponentieel terwijl de ontwikkelingsstappen alsmaar kleiner worden. En op een gegeven moment wordt het te duur om te optimaliseren. En dan komt de frustratie om de hoek kijken en de manipulatie krijgt een podium. Kijk naar de Duitse auto-industrie. Duurzaamheid gaat over het faciliteren van eigendom. Dit is niet het antwoord in deze maatschappij waarin zaken fundamenteel anders moeten. Het is niet de tool waarmee we het systeem veranderen. Wat dan wel? Circulariteit! Met circulariteit ontwerp je een nieuw systeem gebaseerd op verantwoordelijkheid. In een circulaire wereld is o.a. de gebruiker niet langer verantwoordelijk voor iets waar hij geen verstand van heeft. Je koop een scherm niet om een scherm te hebben, maar om televisie te kijken. Dat principe geldt ook voor gebouweigendom. En toch krijg je in deze samenleving al snel ongevraagd verantwoordelijkheid voor iets waar je geen verstand van hebt. In mijn ogen hoort die verantwoordelijkheid bij de maker.’ Er wordt veel gesproken over grondstoffenschaarste. Wat is jouw visie hierop? ‘Er is geen lezer die deze aarde ooit levend zal verlaten. Wij zijn tijdelijk en dat betekent dat onze behoeften ook van tijdelijke aard zijn. Datzelfde geldt voor de antwoorden op onze behoeften. Met andere woorden: ieder gebouw, ieder product is een tijdelijk component die een tijdelijke behoefte dient. Om die tijdelijke component te kunnen maken, hebben we materialen nodig. En wat doet de mens? Wij nemen die materialen van de aarde en vergeten dat de aarde een gesloten systeem is. Wat je hebt, heb je. Wat je niet hebt, heb je niet. Is het schap leeg, dan houdt het op. Sterker nog, mensen die spreken over grondstoffenschaarste snappen het nog niet helemaal.

Wanneer je je realiseert dat iets eindig is, zoals alles op aarde, dan praat je over limited editions.

Triodos bank

Een goed voorbeeld van een depot -ofwel remontabel gebouw- is de door Rau ontworpen Triodos Bank in Zeist. ‘Dit is het eerste houten kantoorgebouw ter wereld met 100% remontabiliteit.’ Alle elementen van het gebouw kunnen worden gedemonteerd zonder dat ze hun waarde verliezen en ze kunnen stuk voor stuk opnieuw worden gebruikt. De belangrijkste schakel in dit proces zijn de 165.312 schroeven die in het gebouw zijn verwerkt. ‘Alles kan letterlijk los worden geschroefd. Een waardeloos gebouw bestaat niet meer, het wordt namelijk gefaciliteerd met behulp van waardevolle materialen’. aldus Rau.

Wanneer je je realiseert dat iets eindig is, zoals alles op aarde, dan praat je over limited editions. Dat betekent dat we moeten ontwerpen op een manier dat wanneer er geen behoefte meer is aan dat tijdelijke component we de limited editions er weer uit moeten kunnen halen. Om weer een ander tijdelijk component te maken inderdaad. Dat betekent dat een tijdelijk component ontworpen moet worden als een materiaaldepot. En dat noemen we dan een ziekenhuis, een kast, een auto of een laptop etc.’ Wat betekent dit voor beheerders? ‘Een depot komt tot stand door voor te denken, in plaats van na te denken. Hoe moet ik mijn depot organiseren? Waar moet ik welke materialen plaatsen en hoe moet de verbinding zijn? Want na ons moet iemand al die materialen een-op-een zonder waardeverlies uit het depot halen om er iets anders mee te doen. Het kenmerk van een depot is dat je precies weet wat je hebt: zoveel schroeven, zoveel houten delen enzovoort. Zo creëren we kennis van alle opgeslagen materialen in dit tijdelijke component en kunnen deze materialen nooit afval worden. Het documenteren van deze materialen is ongelooflijk belangrijk.

Daarom hebben wij Madaster -het Kadaster van materialen- opgericht. Met behulp van dit publieke platform kun je zelfs de waarde van die materialen bepalen. En dat is financieel interessant, want je schrijft een gebouw nooit meer af naar nul. Als niemand meer behoefte heeft aan het tijdelijke component, kan ik de waarde van de materialen deactiveren. Dit financiële component is interessant voor vastgoedeigenaren en -beheerders. Ik zei het al: we moeten niet meer in vastgoed denken, maar in losgoed.’ Hoe is Madaster ontvangen? ‘Madaster is drie jaar geleden opgericht en we hebben inmiddels een paar miljoen vierkante meter vastgoed in het systeem geregistreerd. Het platform is afgelopen zomer gelaunchd in Zwitserland en we staan op het punt om het ook in Duitsland en Oostenrijk op de markt te zetten. En we zijn met meer landen bezig. Geweldig, want zo brengen we alle limited editions van onze aarde in kaart. En dat is een must. We hebben namelijk steeds meer gebouwen nodig, terwijl de hoeveelheid materialen niet toeneemt. Maar het is een lange en moeilijke weg, want we bewandelen niet het gebaande pad. Daarom brengen we ook de financiële incentives aan het voetlicht, zo krijgen we meer partijen in beweging.’ ‘Eigenlijk hebben we geen bouwers meer nodig, maar mensen die logistieke processen kunnen organiseren. We moeten van real estate naar mobile estate en uiteindelijk naar human estate, want voor wie bouwen we eigenlijk? De agenda is nog heel lang. Maar met Madaster zetten we een eerste kleine stap in de goede richting.’ Hoe kunnen beheerders deze denk- en handelingswijze toepassen op hun vastgoed? ‘Oude fouten kun je hooguit verzachten. Een bestaand gebouw is geen depot, maar een mijn. Deze moet je in achterwaartse richting inventariseren. En dat kan ook prima hoor, dat hebben wij al vaak gedaan. Voor het Hilton op Schiphol

 

Madaster

Madaster is het publieke online register voor materialen, producten en elementen die in vastgoed zijn toegepast. Het verrijkt gegevens, genereert materiaalpaspoorten voor gebouw(en) en geeft inzicht in de financiële en circulaire waardering en het hergebruik-potentieel van vastgoed. Via Madaster kun je kiezen voor toegang tot applicaties en diensten van derden, zoals taxateurs, marktplaatsen voor herbruikbare materialen en vastgoedbeheerders. Alle informatie is veilig centraal opgeslagen en altijd gemakkelijk en online beschikbaar voor jou en jouw interne en externe relaties.

Oude fouten kun je hooguit verzachten. Een bestaand gebouw is geen depot, maar een mijn. Deze moet je in achterwaartse richting inventariseren. En dat kan ook prima hoor, dat hebben wij al vaak gedaan.

bijvoorbeeld. Het gesprek met de sloper was geen pretje. Voor hem dan. Een sloper weet namelijk allang dat een waardeloos gebouw niet bestaat. In de oude wereld verdiende een sloper twee keer geld. Hij werd betaald voor het slopen zelf en verkocht vervolgens de materialen door. Dit dubbele verdienmodel verdwijnt langzaam naar de achtergrond. In Engeland zijn er al objecten waar slopers voor moeten betalen om het weg te mogen halen. Zo hoort het! Goed, terug naar de beheerder. Wat de beheerder moet doen? De tekeningen pakken, een Madasteraccount nemen, alle materialen registreren en vervolgens de waarde van deze limited editions ontdekken. Zo levert het ook direct een financieel voordeel op. En zoals gezegd moet dat ook, anders kunnen we geen snelheid maken. Gelukkig is het binnen de bestaande wetgeving mogelijk de waarde van materialen op de balans te activeren.

De visie van Thomas Rau op papier

Material Matters is een spannende ontdekkingstocht naar hoe we nadenken over onze rol op aarde. Een revolutionair boek, dat de wereld zoals wij die kennen volledig op zijn kop zet. In negen hoofdstukken vol aansprekende voorbeelden werken Thomas Rau en Sabine Oberhuber stapsgewijs toe naar een nieuw economisch model. Een wereld waarin de consument niet langer eigenaar, maar gebruiker is, materialen rechten krijgen en afval verleden tijd is. Een utopie? Daar lijkt het niet op! Material Matters is verkrijgbaar in het Duits, Engels, Italiaans en Nederlands. Inmiddels zijn er wereldwijd meer dan 40.000 exemplaren verkocht.

 

Het multifunctionele dak als speerpunt in de verduurzaming

Wat kun je meer met een dak doen dan ‘alleen maar’ water tegenhouden. En hoe kun je daken inzetten als onderdeel van verduurzaming en klimaatadaptief bouwen en renoveren? Dat waren de centrale thema’s tijdens een studiereis naar Heusenstamm, begin november georganiseerd door Platform 2050, in samenwerking met KOERS en toonaangevend dakenproducent Braas Monier Building Icopal Group (BMI). Een studiereis gericht op de mogelijkheden van multifunctioneel, duurzaam gebruik van daken. Zeg maar: het dak als omgeving voor duurzame ontwikkeling.

Want bij circulariteit, energetisch en klimaatadaptief bouwen en renoveren speelt de schil van het gebouw een enorm belangrijke rol, en dan met name het dak. Dick Singerling, vanuit KOERS Amsterdam betrokken bij het KOERS expertisecentrum, legt in het kort uit wat de mogelijkheden zijn: ‘Je hebt zogenaamde groene, blauwe, gele, rode, oranje, paarse en grijze daken. Daarbij zijn groene daken, daken met begroeiing; zowel extensief als intensief. Dus niet alleen met sedum, maar ook met complete tuinen. Blauwe daken vangen het regenwater op en geven dat gereguleerd af aan de omgeving of aan het riool. Gele daken zijn daken waarop energie wordt opgewekt. Rode daken zijn daken met een functie zoals een terras of een speelplek. Oranje daken zijn daken met een functie op het gebied van mobiliteit. Paarse daken zijn geschikt voor bewoning, bijvoorbeeld in de vorm van een tiny house. Grijze daken, tot slot, zijn daken die geschikt zijn voor installaties.’

‘Kortom, er is een brede variëteit mogelijk als het gaat om multifunctioneel gebruik van het dak. Want deze bovenstaande kleuraanduidingen zijn ook nog weer te combineren, bijvoorbeeld een groen dak met zonnepanelen.’

Onderzoek

Roland van der Hoek, die vanuit Platform 2050 betrokken was bij de studiereis: ‘BMI is een toonaangevend specialist op het gebied van platte en hellende daken. Alleen al op dat laatste gebied, de hellende daken, heeft BMI wereldwijd 40 fabrieken. Verder heeft BMI in het eigen testcentrum in Heusenstamm state-of-the-art testapparatuur staan waarmee materiaal getest kan worden en praktijkonderzoek gedaan kan worden op tal van gebieden: wind, water, vuur, etc. Daar is Platform 2050 in geïnteresseerd, omdat wij als samenwerkende bedrijven ervan overtuigd zijn dat we veel van en met elkaar kunnen leren. Wij zoeken actief de samenwerking op met de industrie en met opdrachtgevers. Wij waren dan ook heel blij met het feit dat er een aantal toonaangevende beleggers en ontwikkelaars aanwezig was bij onze studiereis naar Heusenstamm. Eén van deze beleggers, Achmea, heeft bij monde van Wim Smit een presentatie gegeven waarin duidelijk werd gemaakt hoe zij aankijkt tegen innovaties als waterberging. Zij hebben zelfs een project gerealiseerd, het Lorentz-complex in Leiden, waarin dergelijke innovaties zijn toegepast, want het is nog zeker geen standaard manier van bouwen. Maar we gaan er wel naar toe, versneld door de hoge ESG ambities van investeerders.’

Kosten vs waarden

Dick Singerling: ‘Opdrachtgevers denken nog te veel in kosten en niet in waarden. Ze zouden meer moeten kijken naar total-cost-of-ownership. Dat geldt in zijn algemeenheid, maar zeker voor een dak. Daar is veel meer mee mogelijk dan het alleen maar in te zetten als bescherming tegen het hemelwater. Zoals eerder gezegd: je kunt het gebruiken voor bewoning, voor activiteiten, voor waterbuffering, en allerlei andere functies en doelen. Dat multifunctionele gebruik biedt meerwaarde voor opdrachtgevers.’ Tijdens de studiedag in Heusenstamm werd uitgebreid ingegaan op en gediscussieerd over dit soort onderwerpen. Onderwerpen dus als kosten versus baten, total-cost-of-ownership, split en shared incentive. Dat laatste omdat investeringen in verduurzaming en de daaruit voortkomende voordelen vaak niet gelijk zijn verdeeld tussen betrokken partijen zoals eigenaar en huurder. Daardoor komen investeringsbeslissingen moeizaam tot stand als gevolg van de vaak botsende belangen. Daarbij kwam naar voren dat de verduurzaming van de gebouwde omgeving meer gebaat is bij shared incentive dan split incentive.

Wat doet Platform 2050?

Richting 2050 moeten in Nederland 2,1 miljoen woningen verduurzaamd zijn. Een opgave die je niet in je eentje kunt oplossen. Daarom hebben een vijftal vooraanstaande vastgoedonderhoudsbedrijven hun krachten gebundeld in Platform 2050, om samen de Nederlandse woningvoorraad planmatig, versneld te verduurzamen. Met name op energetisch gebied. Deze vijf, te weten KOERS, Rendon Onderhoudsgroep, Kloet, Aertgeerts en Van Lochem Nederland, willen de aanpak aan de voorkant organiseren om daarmee de verduurzaming van de tekentafel naar de praktijk te brengen. Op termijn kunnen ook andere aannemers zich scharen onder Platform 2050. Daarnaast kunnen deelnemers gebruik maken van een groep prefered suppliers: een netwerk van experts op gebied van isolatie, ventilatie en duurzame energieoplossingen, waar het platform samenwerkingsovereenkomsten mee afsluit om door kennis(door)ontwikkeling en door middel van inkoopbundeling voordelen te behalen. Ook deelt Platform 2050 graag haar kennis van verduurzaming, door middel van kennissessies. Om met elkaar en van elkaar te leren hoe het beste kan worden omgegaan met de snelle veranderingen van het traditionele bouwproces. Het KOERS expertisecentrum sluit met haar werkzaamheden in zekere zin aan op die van Platform 2050. Dick Singerling legt uit: ‘Het KOERS expertisecentrum kan bestaande en potentiële opdrachtgevers adviseren bij het hele traject, in elk stadium, bij het nemen van beslissingen. Om het even of het gaat om een aanbesteding, een plan van aanpak, of de aankoop van onroerend goed. Van daaruit was ik ook betrokken bij de studiereis naar BMI, Heusenstamm.’

Meer weten?

Wilt u meer informatie over hoe u als gebouweigenaar uw daken duurzaam zou kunnen ontwikkelen? Neem dan contact op met Roland van der Hoek. U kunt hem bereiken via rolandvanderhoek@koers.com.

Aanbesteding van schilderwerk bedrijfspand. Waar moet je op letten?

Zodra je schilderwerk voor je bedrijfspand aanbesteedt, is het belangrijk om rustig alle opties te vergelijken en op bijzonderheden te letten. Neem de tijd om schildersbedrijven goed te leren kennen door verschillende offertes te bekijken en referenties van elke organisatie te checken. Kijk of een schilder voldoet aan de door jou gestelde criteria, zoals kwaliteitsschilderwerk, ervaring met bedrijfs onroerend vastgoed, flexibel met jouw budget werken etc. Vergeet ook niet naar verzekering en certificaten te informeren.

Een lage prijs betekent niet altijd het beste schilderwerk; er zijn verschillende andere factoren waarmee je rekening moet houden. Kijk naar de levertijd en flexibiliteit van elke schilder, alsmede de kwaliteit van de verf. Selecteer schilders die hoge kwaliteitsnormen nastreven, om te garanderen dat het schilderwerk jarenlang meegaat. Kortom, bij het aanbesteden van schilderwerk voor een bedrijfspand kan goedkoop vaak duurkoop zijn; wees slim wanneer je de perfecte schilder voor je project zoekt!

Kosten schilderen van bedrijfspand

De kosten van schilderwerk aan een bedrijfspand is erg afhankelijk van het type schilderwerk dat je wilt laten uitvoeren. Ervaren schilders kunnen echter schattingen geven op basis van de oppervlakte, toebehoren en complexiteit van het schildertraject. Daarnaast speelt het huidige toestand van de muur of andere oppervlakte waarop men schilderwerken wil laten uitvoeren ook een systeem voor als het gaat om energie-efficiënte schilderprojecten – waardoor meerdere factoren bijdragen aan de definitieve prijsberekening.

Een schilder die schilderwerk verricht voor een bedrijfspand is gemiddeld € 45,- per uur exclusief BTW. Inclusief verf kun je uitgaan van € 60,- Per uur

Dit artikel is mede mogelijk gemaakt door Beers Totaalonderhoud

 

Vervangen van dak bedrijfspand, waar moet je op letten?

Vervangen van dak bedrijfspand

Wanneer je het dak van een bedrijfspand gaat vervangen, is het belangrijk om op enkele dingen te letten. Bespreek dit in eerste instantie altijd met een gespecialiseerd dakdekkersbedrijf, zodat je er zeker van bent dat de geplande ‘dakoplossing’ past bij de specifieke kenmerken van het bedrijfspand. Kijk ook of dit project binnen je budget valt en heb veel aandacht voor materialen die in voldoende mate bestand zijn tegen verschillende soorten weersomstandigheden van de omgeving. De sluitsystemen zoals luchtdichting, dakisolatie enzovoort vormen eveneens belangrijke factoren bij de vervanging van het dak van een bedrijfspand. Het is dan ook belangrijk om op deze factoren te letten om ervoor te zorgen dat het dak veilig en betrouwbaar is voor langere tijd. Kortom creëer een duurzaam dak.

 

Plat dak bedrijfspand

De meest levensvatbare dakconstructie voor een plat dak is over het algemeen een meerlaags opgebouwde bitumineuze dakbedekking in combinatie met de gewenste isolatielaag. Dit kan in een geballast systeem, in een mechanisch bevestigd systeem of in een volledig gekleefd systeem.

  • Bestaande dakbedekkingssystemen, die kwalitatief voldoen aan de eisen en waar alleen de toplaag onderhevig is aan veroudering, kunnen vaak alleen voorzien worden van een nieuwe bitumineuze toplaag.
  • Bestaande dakbedekkingssystemen, waarbij ook de isolatiewaarde verbeterd moet worden, kunnen vaak voorzien worden van extra isolatie en vervolgens een tweelaagse bitumineuze dakbedekking.
  • In bepaalde gevallen, bijvoorbeeld wanneer de bestaande isolatie verzadigd is, wordt gekozen om de volledige dakbedekkingsconstructie te vernieuwen. Hierbij wordt het bestaande pakket gesloopt en vervolgens weer opgebouwd met een bitumineuze dampremmende- c.q. noodlaag, een isolatielaag en vervolgens een tweelaagse bitumineuze dakbedekking.

In alle gevallen moet een minimale nieuwe levensduur van 25 jaar behaald kunnen worden, waarbij uiteraard de applicatie een heel belangrijke factor is.

 

Kosten dakrenovatie

De kosten van een dakrenovatie zijn zeer afhankelijk van diverse factoren, zoals grootte, bereikbaarheid, bewerkelijkheid, materiaalkeuze etc. Desondanks kunt u de volgende richtprijzen aanhouden voor de diverse bewerkingswijzen:

Volledig vernieuwen: € 100,00 – € 150,00 / m2

Bestaande dakbedekkingsconstructie voorzien van extra isolatie en nieuwe dakbedekking: € 80,00 – € 100,00 / m2

Bestaande dakbedekkingsconstructie voorzien van een nieuwe tweelaags dakbedekking: € 40,00 – € 55,00 / m2

Bestaande dakbedekkingsconstructie voorzien van een nieuwe eenlaagse dakbedekking: € 30,00 – € 40,00 / m2

Voor een exacte en gespecificeerde prijsopgave verwijzen wij u naar een gespecialiseerd dakdekkersbedrijf.

 

 

Marktleider kunststof kozijnen lid van VKG Keurmerk

De grootste producent van kunststof kozijnen in Nederland, de VHZ Groep, is nu ook lid geworden van de branchevereniging VKG Keurmerk. Dat biedt partijen meer zekerheden en voedt de gedeelde ambitie om de branche verder te verduurzamen.

Met het lidmaatschap van de branchevereniging VKG Keurmerk zijn ook de producerende bedrijven Kumij, Transcarbo, Smits kozijnen en Europrovyl, alle deel uitmakend van de VHZ Groep, lid geworden. Leden van het VKG Keurmerk geven iedere dag prioriteit aan kwaliteit en duurzaamheid. Het aansluiten van marktleider VHZ Groep (kozijnen, ramen en deuren) geeft deze inspanningen een krachtige impuls, waardoor de branche zich sterker profileert en binnen de bouwwereld bijdraagt aan waardevolle ontwikkelingen, aldus VKG Keurmerk. VKG keurmerk zelf biedt garantie op kwaliteit van product en montage, houdt zicht op de processen en waarborgt de garanties van de leverancier.

Recycling

“Met het aansluiten van deze vier fabrikanten vergroten we de impact van het VKG Recyclesysteem”, zegt Albert Zegelaar, directeur VKG Keurmerk (rechts op de foto). “Daarin worden afgeschreven kunststof kozijnen tot schone PVC-korrels vervaardigd en alle reststukken en zaagafval tot nieuwe grondstoffen gemaakt. Gezamenlijk hebben we nog meer slagkracht om met kunststof kozijnen een belangrijke bijdrage te leveren aan innovatie en de verduurzaming van woningen en gebouwen.”

Ben Bergsma, CEO van de VHZ Groep (links), vult aan: “Duurzaamheid bepaalt onze innovatiekalender. Onze missie is met duurzame kozijnoplossingen een betere leefomgeving creëren voor toekomstige generaties. Duurzaamheid is het onderwerp dat nu en in de komende jaren centraal staat. De grondstoffenproblematiek en de klimaatcrisis vragen om baanbrekende innovatie en een heldere visie”, zegt Bergsma.

“Met zijn allen hebben wij bij VKG die visie en gaan voor die innovatie. VHZ is ook op dit vlak een grote aanwinst om de ingeslagen weg met nog meer kennis, netwerk en overtuiging te vervolgen”, aldus Zegelaar.

Kwaliteit

Of je van ze houdt of niet, kunststof kozijnen kennen een lange levensduur evenals de mogelijkheid tot 100% recycling. VKG Keurmerk bewaakt de kwaliteit van producten en processen in de branche en werkt aan duurzame innovatie. Deze doelstellingen zijn vastgelegd in vier zekerheden:

  • kwaliteit;
  • garantie & waarborgfonds;
  • controle & transparantie;
  • duurzaamheid.

Er wordt met de hele keten samengewerkt om deze zekerheden te waarborgen. De VKG-voorwaarden zijn strenger dan de Europees geldende wet- en regelgeving omtrent kunststof kozijnen. Daarnaast wordt er continu gewerkt aan innovatie, op gebied van productkwaliteit, (bij)scholing voor monteurs en duurzaamheid.

Kijkend naar de kozijnen van de VHZ Groep dan vallen verder deze aspecten op:

  • lange levensduur (50-75 jaren);
  • 100% recyclebaar;
  • hoge thermische isolatiewaarde;
  • hoge akoestische isolatiewaarde;
  • onderhoudsarm;
  • vlamdovend;
  • inbraakwerend;
  • aantrekkelijk in aanschafprijs;
  • lage onderhoudskosten.

VHZ is de grootste verwerker van kozijnen in Nederland, produceert 180.000 kozijnen per jaar en heeft jaarlijks een omzet van 190 miljoen euro. Het bedrijf maakt deel uit van de portefeuille van Gilde Equity Management.

Lees ook: ‘Architecten die voorheen hun neus ophaalden voor het lelijke kunststof, zagen nu de voordelen en begonnen kunststof kozijnen toe te passen in hun ontwerpen’ in Toonaangevend in kunststof kozijnen.

Bron: Persbericht VKG keurmerk

PHYSEE: Elk gebouw een slimme jas

Vastgoedeigenaren die nog volop inzetten op zonreflecterende coatings en gebouwschillen met ongekend hoge isolatiewaardes, stop de persen! De discrepantie tussen daglicht en warmte weren en tegelijkertijd gebruik maken van kunstlicht en energie voor verwarming of koeling is inmiddels getackeld. PHYSEE, een spin-off van de TU Delft, zorgt met SENSE voor een fysieke en virtuele verbinding van gebouwen met de buitenwereld. Het maakt de impact van het buitenklimaat op gebouwen inzichtelijk, monitort het gebruik en verbruik van het gebouw zelf en realiseert vanuit die gegevens comfortabele en energiezuinige kantooromgevingen. We praten erover met Solco Reijnders, head of new business.

‘SENSE is ons natuurslimme gebouwbeheerplatform dat acteert op data die wordt gegenereerd door sensoren binnen en buiten het gebouw. Met SENSE geven we prioriteit aan natuurlijke bronnen voor licht, verwarming en koeling en zorgen we voor significante vermindering van het energieverbruik en eenzelfde verhoging van comfort en welzijn van gebruikers.’

Begrijpen hoe buiten binnen beïnvloedt

Ieder gebouw met SENSE begint met de installatie van binnensensoren, die naast binnenklimaat ook bezetting meten, en gevelsensoren, die licht en straling op de gevel meten. Om per groep (verdieping, vleugel, gebouw) verbruik te meten, wordt ook energiemonitortechnologie geplaatst. Naast deze hardware wordt er een digital twin van het gebouw op basis van BIM-technologie ontwikkeld die als platform dient waarop alle sensordata en unieke SENSE algoritmes samenkomen. ‘Door te kijken naar het complete gebruik door bezoekers, schommelingen in het binnenklimaat, de energiedynamiek door de gevel en het daadwerkelijke verbruik kunnen wij met onze algoritmes en simulaties heel nauwkeurig zonwering, verlichting, airco, verwarming en ventilatie op elkaar afstemmen. Dit leidt niet alleen tot een uitzonderlijk prettige werkomgeving, het kan ook alleen al op het gebied van klimaatbeheersing tot 30% op het totale verbruik schelen.’ En daar stopt het niet aldus Solco. ‘SENSE is in principe een kunstmatige intelligentie. Wat wil zeggen dat wij machine learning kunnen gebruiken om in de gebruiksfase de energieprestaties te analyseren. Met verfijning in de aansturing zijn wij in staat om nog eens 20% besparing op het totaal verbruik te realiseren. Voor sommige gebouwen komt dit neer op een verwachte besparing van 50% op het totale verbruik.’

Focusgebieden van PHYSEE

De focus van PHYSEE lag tijdens haar oprichting in 2014 niet specifiek op energiebesparing en comfortverhoging. De oprichters van het bedrijf, Willem Kesteloo en Ferdinand Grapperhaus, hadden de ambitie om met luminescente coatings van ramen energieopwekkers te maken, een idee dat in de jaren zeventig al was ontstaan. Door glas uit te rusten met een coating die zonne-energie opneemt en met zonnecellen aan de randen die de energie opslaan, hoopten de twee natuurkundigen een baanbrekend product op de markt te brengen. De mate van energieopwekking bleef -en blijft nog steeds- achter bij de ambitie. Dat betekent niet dat er geen actie meer wordt ondernomen: de case is nog altijd onderwerp van onderzoek bij TU Delft.
De luminescente coating is in een ander werkveld overigens al wel heel succesvol gebleken. PHYSEE zorgt met haar spuitbare coating PAR+ het gehele jaar rond voor de meest gunstige lichtomstandigheden in kassen voor de tuinbouw. De coating zet ongebruikt ultraviolet (UV) om in nuttige fotosynthetische actieve straling (PAR) en maakt binnenkomend zonlicht diffuus. Dit resulteert in een bewezen opbrengstverhoging van 8 tot 10%, met een extra potentieel van 8 tot 10% toename door extra blauw licht afkomstig van luminescentie.

Het team van PHYSEE zit duidelijk nooit stil. ‘We zijn Delftse nerds. Ons team zit vol ambitie om een goede bijdrage te leveren aan de duurzaamheidsuitdaging. Daarom besloten we een aantal jaar geleden glas met sensoren te ontwikkelen die naast de hoeveelheid licht ook parameters als temperatuur en luchtdruk op het glas kunnen meten ten behoeve van de ontwikkeling van een slimme huid voor gebouwen. Het systeem dat uit deze ontwikkeling rolde werkte goed, maar paste mede door de benodigde bekabeling niet in het Nederlandse bouwproces. Installateurs zijn niet gewend om aan de gevel te werken, gevelbouwers houden op hun beurt niet van bekabeling en onderaan de streep was dit product dus niet dé manier om impact te maken.’

50% meer daglicht

‘Met SENSE maken we daarentegen wél een aanzienlijke impact. Dit systeem maakt het vastgoedbeheerders mogelijk hun gevel onderdeel te laten zijn van hun smart portfolio. Ook wanneer het bestaande bouw betreft. Onze sensoren voor nieuwbouwprojecten zijn direct verwerkt in het glas, maar we leveren ook losse sensoren voor bestaande bouw. Door te meten hoe het licht op de gevel valt en deze data te koppelen aan weermodellen en lichtintensiteit weten we hoeveel energie er op het gebouw komt. Deze data verwerken we in de digitale tweeling van het gebouw waarin we de informatie koppelen aan de sensormetingen binnen het gebouw zodat we de zonwering, klimaatbeheersing en verlichting optimaal kunnen tunen. Altijd met het idee om zoveel mogelijk natuurlijk daglicht en natuurlijke warmte te gebruiken. SENSE maakt het mogelijk tot wel 50% meer daglicht binnen te krijgen terwijl gebruikers nooit verblind worden door invallend licht. Door in kaart te brengen hoeveel warmtestraling op het gebouw valt, kunnen we voorspellen of er straks gekoeld of verwarmd moet worden. Door eerder in te grijpen met aanpassing van de zonwering of door voorzichtig voor te koelen of te verwarmen voorkomen we te laat in te grijpen met onnodig discomfort en energieverbruik tot gevolg. SENSE is de brug van buiten naar binnen die niet alleen monitort, maar ook daadwerkelijk ingrijpt.’

Inzetten op intelligentie

Sta je als vastgoedeigenaar aan de vooravond van een nieuwbouwproject? Neem dan vooral het volgende in acht. ‘Normen als BENG en BREEAM dwingen ontwikkelaars gebouwen op basis van gemiddelden te ontwerpen. Wij pakken het liever nauwkeuriger aan. Voor elk project dat we aannemen, doen we een haalbaarheidsstudie en een bouwfysische analyse van het gebouw. We bestuderen het ontwerp van de gevel, de ligging van het gebouw in relatie tot de omgeving en de vorm van het gebouw en nemen materiaaleigenschappen en isolatiewaarden mee. Uit dit onderzoek rolt een strategisch verduurzamingsadvies waarbij we voor ontwikkelaars en investeerders uitrekenen wat de investering in smart verlichting, zonwering, verwarming en ventilatie betekent in termen van energiebesparing, business case en comfortverhoging. Dit betekent dat wij de ene keer alles in één keer kunnen aansturen, zoals bij nieuwbouw, en de andere keer kijken naar hoe wij stapsgewijs verduurzamingsstappen in lijn met wetgeving kunnen implementeren. Daarbij werken we natuurlijk ook met producten buiten ons eigen portfolio, denk aan betere isolatie of zonnepanelen. Wij zien onszelf echt als innovator binnen de energietransitie, wij willen echte impact creëren en als dat betekent dat we onze kennis op het gebied van gebouwfysica en smart technologie ook kunnen gebruiken om gebouweigenaren van datagedreven verduurzamingsadvies te voorzien, dan doen wij dat.’

Waarom moet je een gevel van een bedrijfspand impregneren?

Gevel bedrijfspand impregneren

Gevels krijgen veel te verduren en worden continu aan vocht, weersomstandigheden en vervuiling blootgesteld. Gevels van bedrijfspanden impregneren is een uitstekende manier om de duurzaamheid van gevels te verbeteren en de levensduur van de gevelstructuur te verlengen. Gevelimpregnering biedt effectieve bescherming tegen ongewenste elementen door zijn diepe penetratiecapaciteit vanuit het oppervlak tot in het onderliggende materiaal. Gevels die geïmpregneerd zijn, kunnen betere thermische prestaties behouden en schadelijke weersinvloeden zoals regendruppels, sneeuwval, stof of algengroei afweren. Gevelimpregnering is daarom cruciaal om het aanzicht en sterkte van de gevelstructuur op lange termijn intact te houden. Geïmpregneerde muren zijn ook duurzamer met betrekking tot schoonmaken; de reiniging hoeft slechts af en toe uitgevoerd te worden. Gevels impregneren biedt ook een extra laag stevigheid en bescherming tegen warmteverlies, wat resulteert in een lagere energierekening voor gebouweigenaren. Op termijn bespaar je dus kosten, maar daarvoor dien je wel +/- elke 10 jaar je gevel te behandelen.

Wat zijn de kosten van het impregneren?

Voor het impregneren van gevels kun je een gemiddelde prijs aanhouden van circa € 8,- per vierkante meter. Hoeveel de kosten precies zullen bedragen, is onder meer afhankelijk van het gekozen impregneermiddel, de totale oppervlakte van de gevel (hoe groter de oppervlakte, hoe lager de prijs per m2) en de bereikbaarheid van het pand.

Gevel impregneren bedrijfspand

Wat is gevel impregneren?

Gevel impregneren bestaat uit het aanbrengen van een speciale waterafstotende coating op de buitenzijde van de gevel. Dit middel zal je gevel helemaal naar binnen trekken en zorgt ervoor dat er een waterafstotende laag aan het oppervlakte achter blijft.

Voordat men een gevel gaat impregneren, dienen eerst alle vuiligheden aan de oppervlakte grondig schoon gemaakt te worden. Ook is het aan te raden om eerst de gevel helemaal te restaureren.

Er zijn verschillende impregneermiddelen beschikbaar. Laat je goed informeren want je kunt kiezen tussen zowel chemische als biologische impregneermiddelen.

Tip: laat na het impregneren de glazenwasser langskomen voor de kozijnen en de ramen.