Flexwonen: een blijvertje in een veranderende samenleving

Foto: Finch building.

De vraag naar woonruimte is enorm. Om tegemoet te komen aan die behoefte moeten we niet alleen meer, maar vooral andere woningen bouwen, vindt rijksbouwmeester Floris Alkemade. Hij presenteerde tijdens het congres Flexwonen manieren om binnen bestaande wijken te bouwen. Met oog voor kwaliteitsverbetering én de klimaatdoelen. Het gaat slecht in de bouw. Zo lijdt de sector onder de stikstofbeperkingen. Tegelijkertijd gaan er geluiden op dat er een miljoen extra huizen nodig zijn voor 2030. Daarnaast zitten we middenin een coronacrisis. Een lastig parket. Gelukkig lijkt er een oplossing: flexwonen. Wat houdt dat in?

Wat is flexwonen?

“Het is snel toegankelijk en per definitie tijdelijk”, legt sociaal geograaf Johan van der Craats uit. Hij houdt zich als adviseur bij het Expertisecentrum Flexwonen al jaren met het thema bezig. Flexwoningen bieden tijdelijke woonruimte voor spoedzoekers: van vluchtelingen tot starters op de woningmarkt. Het idee is dat zij bijvoorbeeld in verplaatsbare woningen, tijdelijk getransformeerde kantoren of gemengde wooncomplexen voor een bepaalde tijd woonruimte vinden. Het kan gaan om een maand, maar ook om tien jaar.

‘Het is snel toegankelijk en per definitie tijdelijk’

Van der Craats merkt dat de interesse in flexwonen toeneemt. Tegelijkertijd moeten bouwers van verplaatsbare woningen nog regelmatig opboksen tegen ‘het containerimago’ van hun woningen. Ook is er in sommige gemeenten weerstand voor de mogelijke bewoners van flexwoningen, zoals vluchtelingen en arbeidsmigranten.

Desondanks heeft Kajsa Ollongren, minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, vertrouwen in deze manier van woonruimte creëren. “Het is echt een grote maatschappelijke opgave om te zorgen dat iedereen in Nederland prettig kan wonen”, zei de minister in een videoboodschap tijdens het congres Flexwonen dat eind oktober plaatsvond. “Het is niet dé oplossing, maar wel een hele goede aanvulling, zeker voor de mensen die snel een tijdelijk huis zoeken.” De minister wil ervoor zorgen dat woningcorporaties binnen twee jaar 10.000 flexwoningen bouwen. “Daarom richten we nog dit jaar een taskforce op.”

Kwaliteitsverbetering

Rijksbouwmeester Floris Alkemade presenteerde tijdens het congres zijn onderzoek naar manieren waarop flexwonen de diversiteit, de leefbaarheid en ook de leefomgeving kan verbeteren in bestaande wijken. Hij streeft naar een win-win situatie waarbij de creatie van woonruimte samen gaat met het oplossen van problematiek in woonwijken. Door braakliggende terreintjes en parkeerveldjes te gebruiken als bouwlocaties merkt hij dat de leefbaarheid in de wijk toeneemt. Daarnaast zoekt hij naar woonvormen die eenzaamheid verminderen. “Voor de coronacrisis voelde een op de tien volwassenen zich al zwaar vereenzaamd. En in probleemwijken is het vaak een op de vijf. Dus dat is echt een groot en schrijnend probleem.”

Dat soort maatschappelijke thema’s maken voor hem een essentieel onderdeel uit van de woningbouwopgave, omdat de manier waarop we woningen ontwerpen en de woonomgeving inrichten invloed heeft op onze omgangsvormen. Zo merkte hij uit een eerder onderzoek dat het wonen in hofjes populair is. “Dat klinkt nogal kneuterig, maar dat is het absoluut niet. Het betekent gewoon dat je een eigen woning hebt, maar wel een tuin deelt. Waardoor mensen elkaar gaan leren kennen. Dat vindt iedereen belangrijk en aantrekkelijk. Dan heb je ook een situatie waarin mensen het zien als ergens ‘s ochtends de gordijnen niet opengaan. Dat gevoel van vertrouwen en het gevoel in een gemeenschap te wonen is ontzettend belangrijk voor het welbevinden van heel veel mensen.”

Verdichting

Alkemade stelt dat er momenteel een grote vraag is naar grondgebonden eengezinswoningen. Daarin wonen nu vaak ouderen die niet willen verhuizen, omdat zij in hun wijk willen blijven en daar geen betaalbare alternatieven zijn. “Stel dat je dat soort appartementen wel biedt? Dan kun je een heleboel grondgebonden eengezinswoningen vrijspelen”, aldus de rijksbouwmeester.

Hij pleit voor verdichting: meer bouwen binnen wijken in plaats van nieuwe grond in het groen volbouwen. Een argument voor bouwen in het groen is dat dit sneller is, maar Alkemade betwijfelt dat. “Wat die stikstofdiscussies en dergelijke laten zien is dat bouwen buiten de stad niet per definitie veel sneller is.”

Daarnaast ziet hij flexibel bouwen binnen de wijk als oplossing voor nog een ander probleem: de verduurzaming van de woningmarkt. Daarbij gaan miljoenen woningen van het aardgas af. Als het om grotere aanpassingen gaat, is het handig als mensen op dat moment tijdelijk ergens anders wonen. Daarom ziet hij kansen voor zogenoemde wisselwoningen. Voor ouderen kunnen die wisselwoningen een permanente woning worden, als deze woningen een goede prijs hebben en zich op een goede locatie bevinden. Op die manier hoeven ouderen maar één keer te verhuizen. “Dan breng je een hele keten op gang die heel veel doelen kan dienen”, zegt Alkemade. Want er is nog een agenda die hij daaraan wil koppelen: biobased bouwen.

Bouwen in hout

“Als we die miljoen woningen in beton gaan bouwen, dan hebben we een enorme CO2 uitstoot”, weet hij. Daarom pleit hij voor houtbouw. “Dan heb je plotseling de mogelijkheid om heel veel CO2 op te slaan in plaats van uit te stoten.” Hij legt uit dat het tegenwoordig mogelijk is om hout kruislings te verlijmen. De platen die zo ontstaan, zijn sterk genoeg voor de bouw van zeven verdiepingen. Omdat hout licht is, kunnen deze constructies zelfs bovenop bestaande woningen worden neergezet.

‘Zo’n houten geprefabriceerde woning rij je ’s ochtends een wijk binnen en ’s avonds kan er iemand in wonen’

Het is mogelijk om dit soort woningen voor een groot deel in de fabriek te ontwikkelen. Dat zorgt ervoor dat het bouwproces versnelt, maar ook dat het afval en de transportbewegingen verminderen. “Zo’n houten geprefabriceerde woning rij je ’s ochtends een wijk binnen en ’s avonds kan er iemand in wonen”, zegt Alkemade enthousiast.

Deze manier van bouwen is snel, levert weinig bouwoverlast op en mensen vinden het daarnaast ook prettig om in een houten huis te wonen. Het enige nadeel wat hij nu kan noemen is de prijs. Alkemade: “Bouwen in hout is nog een fractie duurder dan bouwen in beton, maar dat heeft te maken met de nu nog beperkte schaal waarop we het inzetten. En stel dat het volgende kabinet besluit tot een CO2-heffing, dan slaat dat in een keer helemaal om. Dus wat dat betreft heeft dat houtbouwen ook echt de toekomst.”

Flexwonen als permanente oplossing

“We hebben ontzettend veel nieuwe woonwijken aan steden toegevoegd, maar eigenlijk voor een totaal andere maatschappij dan die waarin we nu leven”, reflecteert hij op de ontwikkelingen van de afgelopen decennia. Die fout moeten we niet nogmaals maken. Geograaf Van der Craats is het daarmee eens. Hij ziet flexwonen als een toevoeging aan de bestaande woningmarkt. Een manier waarop spoedzoekers een tijdelijke woonruimte kunnen vinden. Of het nou gaat om arbeidsmigranten, studenten, vluchtelingen, gescheiden ouders of starters op de woningmarkt. “Die behoefte aan die tijdelijkheid heeft een permanent karakter”, concludeert hij.

 

 

De Wkb: Hoe bereid ik me voor?

De Wet Kwaliteitsborging voor het Bouwen (Wkb) gaat per 1 januari 2022 in. Dat lijkt nog ver, maar het gezegde zegt niet voor niets: een goede voorbereiding is het halve werk. Maar hoe kunt u zich er dan op voorbereiden?

De nieuwe wet

Met de Wkb ligt er meer nadruk op de borging van de geleverde bouwkwaliteit. Daarmee is het de bedoeling dat het aantal gebreken tijdens de bouw – denk daarbij aan constructiefouten, onvoldoende isolatie of brandonveilige situaties – verminderd worden. De borging van bouwkwaliteit houdt in dat het totale bouwproces vanaf 2022 door een onafhankelijke deskundige wordt gecontroleerd; van ontwerp tot oplevering. Deze controle wordt uitgevoerd door kwaliteitscontroleurs, de zogenaamde Kwaliteitsborgers. In eerste instantie beoordeelt de Kwaliteitsborger het ontwerp aan de technische eisen van het Bouwbesluit. Vervolgens vinden er tijdens het bouwproces controles plaats waarbij een dossier wordt samengesteld. Dit dossier toont aan dat de vooraf getoetste kwaliteit gerealiseerd is. Kortom, het bouwproces verandert vanaf 2022, maar voorbereiden kan nu al.

 

Inzicht in het nieuwe proces

Allereerst is het handig om precies inzicht te hebben in hoe het bouwproces er precies uitziet in de nieuwe situatie. Waar in het bouwproces heeft wie met wat te maken? Daarom hebben we een handig stappenplan opgesteld waarbij het proces voor Kwaliteitsborging in de bouw op een rijtje is gezet.

 

 

Wie zijn de Kwaliteitsborgers?

Omdat toetsing niet alleen maar vooraf en bij oplevering plaatsvindt, betekent dit dat er een nieuw proces ingericht moet worden. Bovendien is het in de Wkb wettelijk verplicht om aantoonbare kwaliteit te leveren. Degene die toeziet op deze kwaliteit is een zogenaamde Kwaliteitsborger. Deze kwaliteitsborger moet erkend/gecertificeerd zijn én gebruik maken van een toegelaten instrument voor kwaliteitsborging. In de Wkb moet de opdrachtgever of vergunninghouder van het te bouwen object een Kwaliteitsborger in de hand nemen. Als opdrachtgever is het belangrijk om alvast in gesprek te gaan met mogelijke Kwaliteitsborgers, zodat per januari 2022 duidelijk is bij wie de borging van het bouwproces en de nodige wettelijke acties tijdens het bouwproces zijn belegd.

 

De ultieme test: Een proefproject

Wilt u het nieuwe Wkb proces echt toetsen? Dan kunt u deelnemen aan zogenaamde proefprojecten. Hiermee kunnen de interne processen voor kwaliteitsborging getoetst worden. Ook is het dé testcase om de wisselwerking tussen aannemer, gemeente en Kwaliteitsborger op scherp te zetten. Daarnaast is er bij de gemeente vaak een soort van ‘leergeld’ te verkrijgen, middels legeskorting, waarmee een proefproject (deels) bekostigd kan worden.

 

TÜV Nederland als Kwaliteitsborger

Voor opdrachtgevers van bouwprojecten is het van groot belang dat het proces van kwaliteitsborging op een laagdrempelige en soepele manier verloopt, uiteraard binnen de kaders van de wet. Bij TÜV Nederland hanteren we een pragmatische en flexibele aanpak en heeft u één aanspreekpunt.

Met onze ruime (bijna 40 jaar!) ervaring in het uitvoeren van daadwerkelijk onafhankelijke inspecties (ISO/IEC 17020 geaccrediteerde organisatie) en het certificeren, bent u verzekerd van een kwalitatieve beoordeling waar u op kunt vertrouwen én bouwen. Bovendien is TÜV Nederland BRL 5019 gecertificeerd en maken wij gebruik van een erkend instrument en zijn daarmee een geregistreerde Kwaliteitsborger.

Wilt u meer informatie over hoe TÜV Nederland u kan helpen met de kwaliteitsborging van uw bouwproces? Vraag dan een proefproject via TÜV Nederland aan.

 

 

 

 

12,5 duizend woningen door transformatie van gebouwen in 2019

Bron: CBS
In 2019 zijn 12,5 duizend woningen ontstaan door transformatie van bestaande gebouwen, zoals kantoren, scholen en winkels. Bijna de helft van de woningen is gerealiseerd in voormalige kantoorgebouwen. Dat blijkt uit onderzoek van het CBS, bekostigd door het ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties.
De 12,5 duizend nieuwe woningen die door transformatie van bestaande gebouwen zijn ontstaan, vormen bijna 13 procent van alle woningen die in 2019 aan de woningvoorraad zijn toegevoegd. Nieuwbouw blijft nog altijd de belangrijkste factor voor groei van de woningvoorraad, in 2019 waren dat 71,5 duizend woningen. Het aantal transformaties in 2019 was vrijwel gelijk aan het aantal transformaties in 2018. In 2018 was het aantal transformaties 12,2 duizend.

Bijna helft woningen in voormalige kantoorpanden

Bijna de helft van alle woningen uit transformaties is gerealiseerd in voormalige kantoorgebouwen. In 2019 ging dat om 5,7 duizend nieuwe woningen; 46 procent van alle transformaties. Een kwart van de transformaties is in voormalige winkels of maatschappelijk vastgoed, zoals ziekenhuizen, kerken of schoolgebouwen.

Over het algemeen zijn woningen uit transformaties klein. In 2019 heeft 45 procent een oppervlakte van 15 tot 50 m2 en 28 procent  een oppervlakte van 50 tot 75 m2. Woningen die door transformatie aan de woningvoorraad zijn toegevoegd zijn vaak huurwoningen. Van het totaal aantal woningtransformaties in 2018 was 84 procent een huurwoning. De meeste huurwoningen zijn in het bezit van verhuurders anders dan woningcorporaties, zoals bedrijven of institutionele beleggers.

Rotterdam koploper bij transformatie

In Rotterdam is in 2019 het grootste aantal woningen ontstaan door transformatie. Het betrof 1 905 woningen voortgekomen uit hergebruik van bestaande panden zoals kantoren. Dat is 37 procent van alle woningen die in 2019 aan de Rotterdamse woningvoorraad werden toegevoegd. Amsterdam en Den Haag staan respectievelijk op de tweede en derde plek; in Amsterdam zijn 1 320 woningen door transformatie gerealiseerd, in Den Haag waren dat er 875. In Amsterdam is 17 procent van alle toegevoegde woningen aan de woningvoorraad ontstaan door transformatie, in Den Haag is dat 23 procent. Van 10 gemeenten met de hoogste aantallen transformatiewoningen werd In Capelle aan den IJssel relatief gezien de meeste woningen toegevoegd door transformatie: driekwart was afkomstig uit transformatie.

 

Dura Vermeer opent Inspiration Centre

Het Dura Vermeer Inspiration Centre is volledig ontworpen als een professionele, hedendaagse netwerkplek waar co-creatie, samenwerken, talenten bundelen en leren van elkaar centraal staan. Het onderkomen bestaat uit twee gebouwdelen, die met elkaar zijn verbonden door een transparante ontvangstruimte met open trappen. Qua inrichting en interieur is alles gericht op ontmoeten, inspireren en verbinden met inspiratieruimtes, ontmoetingshoekjes en comfortabele werkplekken, verspreid over 7.500 vierkante meter. Ronald Dielwart, lid van de Raad van Bestuur: “Het Dura Vermeer Inspiration Centre moet een plek worden waar we graag verblijven. Om te werken, te overleggen en kennis uit te wisselen. Door deze verbinding kunnen wij onze strategie, eigen toekomstambities én die van onze opdrachtgevers en klanten realiseren en zijn wij nog beter opgewassen tegen toekomstige uitdagingen.”

Een goed voorbeeld daarvan is THUIS, de royale showroom van Dura Vermeer die geïntegreerd is in het Dura Vermeer Inspiration Centre. Kopers van door Dura Vermeer ontwikkelde woningen kiezen hier niet alleen hun nieuwe uitbouw, keuken of sanitair uit maar staan direct in contact met de cultuur, sfeer én de medewerkers van Dura Vermeer. Naast de showroom zijn ook de groene brasserie en het indrukwekkende auditorium gericht op ontmoeting, inspiratie en verbinding.

DUURZAAM, DIGITAAL, INNOVATIEF

In de ontwikkeling van het Dura Vermeer Inspiration Centre komen de drie strategische vernieuwingsambities van Dura Vermeer samen: duurzaamheid, digitalisering en innovatie. Het kantoor voldoet aan de prestatie-eisen BREEAM Excellent. De staalconstructie is demontabel en herbruikbaar in de toekomst. De gevel bestaat uit duurzaam hout, aluminium panelen en energieopwekkend glas. Slimme sensoren in de beglazing sturen de zonwering aan en helpen zo een optimaal binnenklimaat te bewaken. “Het gebouw is eigenlijk een portfolio van het bedrijf,” zegt wethouder Klaas Verschuure. “In dit gebouw zie je terug wat er technisch mogelijk is als het gaat om duurzaam en circulair bouwen. Het is symbolisch heel toepasselijk dat de opening plaatsvindt in de Week van de Duurzaamheid.”

GROENER DAN GEWOON GROEN

Naast mensen speelt een duurzame werkomgeving een hoofdrol in het Dura Vermeer Inspiration Centre. De indoor tuin, de hoge groenwand en veel planten dragen bij aan zuurstofrijke lucht. Moderne filters zorgen voor een extreem schoon binnenklimaat. De grote daktuin versterkt het groene karakter van het gebouw. Peter Krop. “Het is ontzettend interessant om te zien hoe je een omgeving kan creëren waarin mensen beter presteren door groen te verweven met ontmoeten, verbinden, inspireren. Een mooie toevoeging die bijdraagt aan een gezonde werk- en leefomgeving in Nederland.”

 

Funderingslabel, vanaf 2021 krijgen alle huizen het

Panden krijgen vanaf volgend jaar een funderingslabel wanneer ze getaxeerd worden, zo blijkt onderzoek van het televisieprogramma De Monitor. Zo’n 250.000 huizen zullen een hoog risicolabel krijgen. Vooral voor eigenaren die zich niet bewust zijn van hun funderingssituatie kan dat onverwacht in de papieren lopen. Vanaf vandaag kunnen huiseigenaren hun label inzien.

Taxateurs nemen met ingang van juli 2021 een funderingsrisicolabel op in hun taxatierapport. Het Kenniscentrum Aanpak Funderingsproblematiek (KCAF) ontwikkelde een database waarmee op pandniveau kan worden vastgesteld wat de risico’s op funderingsproblematiek zijn en of de funderingslabel aan de eisen voldoet. Dat gebeurt aan de hand van dertien factoren, zoals hoogte-, grondwater- en funderingsgegevens.


Don Zandbergen van het KCAF: “Een D of E-label betekent niet meteen dat een huis op instorten staat, maar het moet een koper of eigenaar wel aansporen om onderzoek te doen. Het geeft aan dat er urgentie is. En dat geldt voor 250.000 huizen.” Er komt een toelichting bij het label waarin staat in welke van de vijf risicocategorieën (A tot en met E) het huis valt en waarom.

Bron: ANP

Lees hier over een andere essentiële label, het energielabel.

Dit gebouw ventileert via de vloer

AFBEELDING: MVSA ARCHITECTS EN HOLLAND CASINO

Vanwege de bijzondere vorm en de interactieve led-gevel rijdt niemand het Holland Casino in Venlo straks ongemerkt voorbij. Door het iconisch ontwerp valt het gebouw op. Maar het gaat ook om de dingen die je niet ziet. ‘Alles ligt in de vloeren’, vertelt Roel Weijenberg van Croonwolter&dros. “Het is een duurzaam pand in een heel modern architectonisch jasje”, zegt Roel Weijenberg. Hij is als projectmanager van Croonwolter&dros bij de bouw van Holland Casino Venlo betrokken.

 

Het casino ligt op een belangrijke toegangsweg voor de stad en vormt daarmee een visitekaartje voor Venlo. Duurzaamheid vormt een belangrijk thema voor de gemeente. Dat leverde een extra reden voor de samenwerkende partijen op om ambitieus op het thema in te zetten. “Wij zien dat men hier echt het voortouw heeft genomen om nieuwe bouwelementen te implementeren”, aldus Weijenberg. Zo is PV-folie geïntegreerd in het dak. Daardoor kan het casino zonlicht als energiebron gebruiken, zonder de toepassing van opvallende zonnepanelen. Daarnaast bestaat het (demontabele) skelet van het gebouw grotendeels uit hout. Dat levert een minder hoge CO2-uitstoot op dan bijvoorbeeld beton. Ook wordt het pand gedeeltelijk gekoeld en bevochtigd met regenwater. Dat water wordt daarnaast gebruikt om de toiletten door te spoelen.

Minder baanbrekend, maar zeker niet minder belangrijk is de toepassing van goede isolatie. De meest duurzame energie is namelijk de energie die een pand niet gebruikt. Daarom is Weijenberg trots dat het casino in plaats van twee, maar één elektrotechnische aansluiting nodig heeft. Dat werd grotendeels mogelijk door die goede isolatie. Het gebouw bevat houtskeletbouw-wanden van 20 tot 25 centimeter dik die gevuld zijn met houtwolisolatie. Ook slimme technieken helpen een handje bij de energiebesparing. Zo wordt het gebouw energiezuinig gekoeld met behulp van natuurlijke luchtstromen en het eerdergenoemde regenwater.

Alles in de vloer

Opvallend aan het Holland Casino Venlo is dat veel installaties zich in de holle vloer bevinden. Veel van de elektrotechnische infrastructuur is daarin opgenomen. Tegelijkertijd doet de holle vloer dienst als koel- en verwarmingssysteem. “Je blaast verwarmde of gekoelde lucht via de vloer door de roosters de ruimte in. Dus je ervaart het ook meteen”, vertelt Weijenberg. Het gaat om lage temperatuur verwarming en hoge temperatuur koeling in combinatie met warmtekoude-opslag en warmtepompen. De holle vloer zorgt ook voor luchtverversing en biedt daarmee een alternatief voor een groot luchtkanalensysteem. Dit bespaart materialen.

Deze zogenoemde ‘slimline vloer’ moet het comfort van gasten verhogen door de ‘snelle’ wijze van koelen of verwarmen. Het systeem werkt sneller dan een meer traditionele vloerverwarming of -koeling. Daarbij duurt het enige tijd voordat de temperatuur in de ruimte verandert. Dat komt doordat het beton eerst moet opwarmen of koelen. Dit duurt niet alleen langer, maar is ook slechter voor het milieu vanwege de energie die dit kost.

Weijenberg ziet vanwege het flexibele karakter en de energie-efficiëntie voordelen voor de toepassing van dit soort vloeren in andere gebouwen, zoals kantoren. “Dit zou een heel goede optie zijn.” Toch ziet hij ook uitdagingen. Zo moeten architecten en ontwerpers al aan de tekentafel rekening houden met deze manier van bouwen. Daarnaast vraagt hij zich af in hoeverre het duurder is dan traditioneel bouwen. In de gebruiksfase liggen de kosten naar zijn idee wel lager.

Het nieuwe bouwen

Weijenberg herkent een aantal bouw-trends in het Holland Casino Venlo die ook elders plaatsvinden. Zo neemt de aandacht voor bouwen met hout in de bouwsector toe en proberen bouwkundige aannemers duurzamer en efficiënter te bouwen. “Zij stappen langzaam af van het traditionele betonstorten en dat soort zaken. Dat is een positieve ontwikkeling natuurlijk.”

Hij benadrukt dat de technieken die in het casino zijn verwerkt niet geheel nieuw zijn, maar dat de combinatie het project interessant maakt. Zaken als warmtekoude-opslag onder de grond, warmteterugwinning uit de lucht en het gebruiken van zonne-energie komen bijvoorbeeld in meer projecten terug. “Dat is tegenwoordig bijna gemeengoed geworden”, zegt ook Paul Herman, manager realisatie. Hij is operationeel verantwoordelijk voor alle projecten die Croonwolter&dros in de regio zuidoost Nederland uitvoert. Hij voegt nog een trend toe aan het lijstje van Weijenberg: het gebruik van data. “Op basis daarvan maak je het gebouw intelligenter.”

Croonwolter&dros en Smart Energy (een onderdeel van Croonwolter&dros) nemen na oplevering het beheer van de installaties in het casino op zich. Het bedrijf gaat daarbij gebruikmaken van data om bijvoorbeeld voorspellend onderhoud te doen. Ook gaat Croonwolter&dros het energieverbruik monitoren.

Herman verwacht dat het warmen of koelen van ruimten in de toekomst steeds gerichter wordt: afgestemd op het daadwerkelijke gebruik. “Dat het klimatiseren van een ruimte plaatsvindt als er daadwerkelijk iemand zit”, legt hij uit. Óf als er iemand aankomt. Zo geeft hij het voorbeeld van een bedrijf dat kantoorruimten verhuurt. Als zij een telefoontje krijgen uit New York dat iemand onderweg is naar een kantoor in Amsterdam, bereiden de ruimten zich daar (automatisch) op voor. Met behulp van kunstmatige intelligentie kunnen ruimten in de toekomst automatisch worden afgestemd op de wensen van de aanwezige gebruikers. De technieken bestaan al, het is slechts wachten op de grootschalige toepassing. Truestate, dat onderdeel uitmaakt van Croonwolter&dros, is daar bijvoorbeeld al actief mee bezig. Wellicht dat Croonwolter&dros er in het Holland Casino Venlo op kleine schaal mee aan de slag gaat om het comfort van gasten nog verder te verhogen.

Wachten op de casino gasten

De bouw van het casino is nu nog in volle gang. Pas als de eerste gasten van het pand gebruikmaken, weten de ontwikkelaars of dat wat er theoretisch goed uitziet ook in de praktijk werkt. “Dat het gaat doen wat we er met zijn allen van verwachten”, aldus Weijenberg. Het gebouw zit energetisch goed in elkaar en dit zou een hoog comfort moeten opleveren, maar uiteindelijk zijn het de gasten die bepalen of het aangenaam is. Zij moeten het niet te koud of te warm hebben. “Als de klant zich happy voelt dan hebben wij ons werk goed gedaan”, concludeert Weijenberg.

 

 

Bouwbedrijf van Wijnen bouwt ‘woningfabriek’

Van Wijnen gaat in Heerenveen een nieuwe fabriek bouwen. In deze fabriek worden circulaire en duurzame woningen geproduceerd. De provincie Friesland en de gemeente Heerenveen zijn blij met deze investering van Van Wijnen in het noorden van Nederland. Samen onderstrepen zij het belang van duurzame en betaalbare woningen voor iedereen.

Van Wijnen investeert fors in deze nieuwe en bijzonder innovatieve fabriek in Heerenveen, op bedrijventerrein Kanaal. De bouw van de circulaire en all electric fabriek, die jaarlijks vierduizend woningen kan produceren, start dit najaar. “Begin 2022 is de nieuwe fabriek operationeel’’, bevestigt Peter Hutten, CEO bij Van Wijnen. “Met deze investering geven we een flinke impuls aan de oplossing van het enorme woningtekort in Nederland. De woningen kennen een korte bouwtijd, zijn betaalbaar, circulair, grotendeels Nul op de Meter, mooi en comfortabel. Deze woningen realiseren we vanuit ons Fijn Wonen-label: woonoplossingen die we aan corporaties, beleggers en ontwikkelaars in het hele land leveren. Met de komst van de nieuwe fabriek kunnen we onze productie verhogen en verbeteren.”

Werkgelegenheid

De fabriek, die minimaal 200 nieuwe arbeidsplaatsen oplevert, is goed voor de werkgelegenheid en het imago van de Friese regio. Het functieaanbod wordt erg breed en loopt uiteen van logistiek, productiemedewerkers, teamleiders, projectleiders en assemblagemedewerkers tot ondersteunende staffuncties, waaronder research & development en productontwikkeling. “Dat Van Wijnen kiest voor een nieuwe fabriek in Heerenveen is geweldig nieuws. Zeker voor Heerenveen, maar ook voor de regio breed. Daarbij denk ik vooral aan werkgelegenheid en de korte lijnen die er van oudsher al liggen met dit bedrijf,” zegt Tjeerd van der Zwan, burgemeester van Heerenveen. “Wij zijn verheugd dat Van Wijnen voor Friesland blijft kiezen. Het bedrijf heeft zijn wortels in Gorredijk waar ook het concept ‘Fijn Wonen’ is ontwikkeld. Dat kan nu verder worden uitgerold. Het is goed te weten dat op deze wijze werkgelegenheid hier behouden blijft en innovatie vanuit gemeente Opsterland gestalte krijgt,” aldus Ellen van Selm, burgemeester van Opsterland.

Circulair bouwen

Sander de Rouwe, gedeputeerde Provincie Friesland: “Van Wijnen is een icoon als het gaat om circulair bouwen. In de nieuwe fabriek in Heerenveen worden innovatie en circulariteit gecombineerd. Van Wijnen past bij onze provincie. We zijn dus heel blij dat ze Friesland hebben gekozen als locatie voor hun nieuwe fabriek.” Omdat de woningen remontabel zijn, zijn ze in hoge mate circulair. De woningen hebben een lange levensduur en worden samengesteld uit onderhoudsvriendelijke en modulaire componenten. Deze componenten kunnen keer op keer gebruikt worden en eindigen dus niet als afval. Op De Loskade, de circulaire woonwijk van de toekomst, staan prototypes van de producten die straks uit de fabriek komen. Circulaire woningen uit een circulaire fabriek.

Investeren in de maakindustrie

Van Wijnen maakt zich hard voor de betaalbaarheid van woningen. Digitalisering en gerobotiseerde industrie maken dat woningen goedkoper en sneller geproduceerd kunnen worden, zonder in te leveren op uitstraling en wooncomfort. Het proces richt zich vooral op de bouw voor de krapte die er is in de sector van sociale huurwoningen en bereikbare koopwoningen voor starters. Hutten: “De woningen volgens ons Fijn Wonen concept bieden hoge kwaliteit en wooncomfort voor een lagere prijs. Daarnaast hebben ze beduidend minder impact op het milieu. De negatieve impact van de bouwsector op onze aarde is namelijk gigantisch. Ook daarom moeten we anders gaan bouwen. Goedkoper, sneller, en met aanzienlijk minder grondstoffen. Vandaar dat we opnieuw in de maakindustrie investeren. We zijn blij dat we met onze nieuwe fabriek, die we bouwen met een zo laag mogelijke ecologische voetafdruk, in het noorden van het land kunnen neerstrijken. Zo halen we de leefdrukte van de Randstad, waarbij we anticiperen op de groeiende behoefte aan woningen in het noorden van Nederland en de toekomstige realisatie van de Lelylijn.”

Noorden van het land

Van Wijnen is met meerdere gemeenten in het noorden van het land in gesprek over deze nieuwe manier van bouwen en hoe daar gezamenlijk met de provincie Friesland invulling aan kan worden gegeven. Daarbij is het tekort aan betaalbare woningen in het noorden van het land het uitgangspunt.

NSI en Gemeente Amsterdam tekenen voor de ontwikkeling van een 22.000 m² duurzaam houten kantoorgebouw op de Zuidas

NSI N.V. en de Gemeente Amsterdam hebben donderdag 24 september, een afsprakenbrief getekend die de ontwikkeling van een nieuw, duurzaam, houten kantoorgebouw op de Zuidas mogelijk maakt.

Het ontwerp van Dam & Partners Architecten voorziet in een 22.000 m² kantoorgebouw aan het einde van de nog aan te leggen Maurice Ravellaan, in het verlengde van de Gustav Mahlerlaan. Deze lanen gaan gezamenlijk de centrale as van de Zuidas vormen. Het gebouw komt daarmee op een unieke zichtlocatie te liggen en met een geplande hoogte van 86 meter zal het een van de hoogste houten kantoorgebouwen ter wereld worden, volledig passend bij deze locatie.

De kavel is reeds in erfpacht eigendom van NSI. De ontwikkeling is gepland bovenop een bestaande ondergrondse parkeergarage. De keuze voor een houten constructie past in de ambities van NSI om duurzaam en circulair te ontwikkelen, waarbij een comfortabel werkklimaat en het welzijn van de gebruikers voorop staat. De stichtingskosten worden geschat op € 90-110m exclusief de grond. Realisatie is mogelijk vanaf H1 2022, met een verwachte bouwperiode van circa twee jaar.

Bernd Stahli, CEO:

NSI is al sinds 2018 bezig met de voorbereiding van deze potentiële ontwikkeling. Wij zijn ons terdege bewust van de uitdagingen voor de markt op korte termijn, maar wij geloven nog steeds dat er op lange termijn vraag zal blijven naar moderne, comfortabele en duurzame kantoren, zeker op de Zuidas. Met een voorziene start bouw in 2022, hebben wij tijd om te zien hoe de economie, de kantorenmarkt en de gebruikersvraag zich de komende tijd ontwikkelen.

Sten Karelse, Head of Development bij NSI: ‘De afsprakenbrief met de gemeente is een belangrijke stap richting de realisatie van deze unieke kans voor NSI. De komende tijd gaan we in gesprek met alle relevante stakeholders om het project verder te brengen. Met het ontwerp spelen wij in op de veranderende behoefte van de eindgebruikers, met een inspirerende en gezonde werkomgeving waar ontmoeten centraal staat. Het houten gebouw markeert hiermee een nieuwe generatie van toekomstbestendige en circulaire hoogbouw kantoren.

De Wet kwaliteitsborging voor het bouwen komt eraan. Ben jij er klaar voor?

Komend jaar wordt bij 10% van bouwwerken de Wet Kwaliteitsborging voor het bouwen (Wkb) getoetst, waarna de wet in 2022 in werking treedt. Hoe bereid jij je hierop voor? Door goed advies in te winnen, je werk te laten toetsen én door keuzes en werkzaamheden vast te leggen. Met Ubbink bouw je een Wkb-dossier op en ben je Wkb-proof. Met Ubbink WKB SERVICES lever jij meer dan kwaliteit

Waar bouw- en installatietechniek samenkomen is het belangrijker dan ooit dat je adviezen opvolgt en bouwt volgens het Bouwbesluit 2012. Dat is niet nieuw. Ook nu wil je al informatie inwinnen bij leveranciers en kwaliteit leveren. Wat verandert is dat je door de Wkb alle stappen goed moet vastleggen; een dossier opbouwen. Het toezicht wordt namelijk verscherpt, je krijgt te maken met de kwaliteitsborger én je wordt aansprakelijk voor verborgen gebreken.

 

WKB SERVICES

Ubbink zorgt dat jij vandaag al gereed bent voor de Wkb en een compleet dossier kan aanleveren bij de aannemer en kwaliteitsborger. De service die je van Ubbink kent, breiden ze uit met WKB SERVICES. De adviezen worden getoetst door PlanGarant. Zij kunnen ook toezien op de werkzaamheden op de bouwlocatie. Ze kunnen zelfs een compleet Wkb-dossier bij ingebruikname leveren. Tijdens iedere stap van het bouwproces – van advies tot oplevering – is Ubbink je partner. Samen leggen ze vast dat jij kwaliteit levert! En, omdat jij je werkzaamheden laat toetsen, geeft Ubbink je extra garantie.

 

Waarom Ubbink?

Niet alleen materialen moeten aan normen en eisen voldoen, de kwaliteitsborger toetst tijdens de bouw ook  jouw werkzaamheden. Worden producten vakkundig gemonteerd en geïnstalleerd? En, bij oplevering, test hij het functioneren van de woning. Alleen als aan alle kwaliteitseisen is voldaan, installatie- en bouwtechniek op elkaar zijn afgestemd, het huis energiezuinig, luchtdicht en veilig is, geeft de kwaliteitsborger het opleverdossier af. Daardoor is het belangrijker dan ooit om samen te werken met een leverancier met kennis van zowel de installatie- als bouwtechniek. Een leverancier die jou op beide vlakken kan adviseren en die zorgt dat jij kwaliteit levert.

Wkb-informatie

Daarnaast informeert Ubbink je over alle nieuwe ontwikkelingen. Op onze site wkb.ubbink.nl vind je alle info over de Wkb. Whitepapers, FAQ’s en animaties laten zien wat er verandert en je krijgt antwoord op al je Wkb-vragen. De komende tijd verzamelen we bovendien informatie uit praktijkcases. Ook deze kennis delen ze met je.

Achtergrond: Wkb in een notendop

Voor alle gebouwen geldt vanaf 2022 dat zij niet alleen moeten voldoen aan de eisen in het Bouwbesluit 2012, maar ook na oplevering goed moeten functioneren. Het gebouw en de installaties moeten presteren zoals de opdrachtgever dat verwacht. Jij bent daar verantwoordelijk voor.

Voor de woningbouw en bouwwerken met een laag risicoprofiel (Gevolgklasse 1) krijg je te maken met de kwaliteitsborger. Niet langer houdt de gemeente toezicht, de private kwaliteitsborger ziet toe op het proces en de geleverde kwaliteit. Hij toetst aan de hand van een borgingsinstrument het ontwerp, de adviezen, de uitvoering van de werkzaamheden. En – bij oplevering – de veiligheid, het functioneren en de energiezuinigheid van woningen.

 

Headerfoto: Air Excellent luchtverdeelsysteem, Ubbink