Heijmans hakt het onderwerp verduurzaming in stukken

verduurzaming Heijmans

CPO Esther Donders vertelt waarom verduurzaming een steeds belangrijkere onderwerp wordt voor Heijmans.

Wat betekent duurzaamheid voor jou? 

‘Duurzaamheid is ons ticket naar de toekomst. Zoals we op deze aarde bezig waren en nog zijn, dat gaat ’m niet meer worden. Maar zo’n transitie naar een duurzame samenleving maak je niet zomaar. Wil je naar bestendige verduurzaming ? Dan moet je nadenken over hoe je dat gaat organiseren en welke systemen je onder de loep moet nemen. Het moet onder de motorkap anders gaan lopen. En ja, daar horen ook andere verdienmodellen bij.’ ‘Circulariteit en duurzaamheid worden vaak door elkaar gebruikt. Een volledig circulaire spijkerbroek die door middel van kinderarbeid in elkaar is genaaid, is niet duurzaam. Hiermee wil ik aangeven dat de focus op circulariteit heel belangrijk is, maar dat je niet je ogen moet sluiten voor de rest. Kijk, natuursteen is op zichzelf best duurzaam. Het gaat immers een hele lange tijd mee. Maar je kunt het in tegenstelling tot een materiaal als hout niet opnieuw planten. Daarbij is er soms sprake van slechte arbeidsomstandigheden in groeves in verre landen. Het is dus zaak een bredere duurzaamheidsbril op te zetten en niet alleen voor circulariteit te gaan. En dat doen we bij Heijmans ook: we zijn makers van een gezonde leefomgeving en circulariteit is daar een aspect van.’

Hoe duurzaam is de bouw inmiddels?

‘Duurzaamheid in de bouw is niet één ding. De supply chain van bitumen is anders dan die van luchtbehandelingskasten. Je hebt te maken met verschillende materialen en verschillende markten. Het ene materiaal komt uit de buurt, het andere moet van een ander continent komen. Daarom hebben wij gezegd: je moet die olifant in stukken hakken. En dan per stuk kijken naar het systeem en de aanpassingen die je zou willen doen. Wij hebben onze olifant zo’n drie jaar geleden in meer behapbare stukken gehakt. In totaal kopen wij zo’n vijfhonderd productgroepen in. Deze hebben we verdeeld in tien clusters van productgroepen. We bekijken per cluster waar de grootste winst op het gebied van verduurzaming en circulariteit te behalen valt en die pakken we aan: de zogenaamde meest materiële issues. Een voorbeeld is de aanpak van het verpakkingsmateriaal. We streven naar een duurzame bouwplaats en toch accepteerden we tot voor kort alle typen verpakkingsmaterialen, ook als verpakken overbodig was. Tel daarbij op dat we aan de voorkant betalen voor de verpakkingen -deze prijs is verrekend in de aanschafsprijs van het materiaal- en dat we dat aan de achterkant -om de verpakkingen af te voeren- nog een keer deden. Met dit inzicht hebben wij de regierol genomen.

Er is geen bedrijf dat niet bezig is met duurzaamheid. Ik zie dat ook alle grote bouwers ermee bezig zijn. Maar het is de kunst om van praten naar doén te komen.

om daarin iets te veranderen. Door dit stukje olifant op te pakken ga je efficiënter naar logistiek en verpakkingsmaterialen kijken, formuleer je vragen en stel je andere eisen aan je leveranciers. Daarbij hebben we vaak het argument gehoord dat het duurder zou worden. Maar niemand heeft mij nog kunnen uitleggen waarom materialen duurder zouden worden wanneer je ze niet verpakt of kiest voor een ander type plastic of minder bedrukking. En het mooie is: dit gaat verder dan het bedrijf Heijmans. De grote leveranciers waar we mee samenwerken veranderen natuurlijk niet alleen hun systeem voor Heijmans, ook andere afnemers krijgen dan hun materialen aangeleverd zonder overtollig of met circulair te verwerken verpakkingsmateriaal.

Wat is er nodig om die impact te maken?

‘Je moet gebruik maken van je inkoopkracht om de regie te pakken en hierop centraal sturen. De inkoopkracht zit in de bundeling van de vraag. Voor jouw beeld: we kopen ongeveer 80% van onze omzet in. Je begrijpt dat wanneer we voor bepaalde materialen en diensten centraal inkopen, we meer impact kunnen maken dan wanneer een projectmanager dat alleen voor zijn eigen werk doet. Een aantal voorbeelden: inmiddels werken we bij Heijmans alleen nog maar met FSC-goedgekeurd hout, zijn we bezig met het circulair krijgen van onze bedrijfskleding en zetten we effectieve stappen richting het gebruik van circulair beton en asfalt. Wanneer je bijvoorbeeld alleen dakpannen maakt, kun je je permitteren alleen naar de supply chain van dakpannen te kijken. Wij verwerken alles. Wij zijn de vragende partij in de supply chain en verwerken producten van derden tot bijvoorbeeld een woning, een snelweg of een theater. We maken dus impact door mét onze partners in gesprek te gaan over de verduurzaming van hun diensten en materialen. Bij de verduurzaming van de bouw is een strategische rol weggelegd voor procurementafdelingen. In de bouw noemen we het vaak inkoop, maar het is zoveel meer dan dat. We zijn juist bezig met de strategische kant en de dag van morgen.’

Is Heijmans in jouw ogen een koploper in duurzaamheid?

‘Zoals de Englsen zeggen is dat “in the eye of the beholder”. Wij hebben in ieder geval wel die ambitie. Er is overigens denk ik geen bedrijf dat niet bezig is met duurzaamheid. Ik zie dat ook alle grote bouwers er mee bezig zijn. Maar het is de kunst om van praten naar doén te komen. En doen is wat mij betreft meer dan het uitvoeren van een pilot. Het wordt namelijk pas echt interessant als je duizend circulaire woningen bouwt. Het gaat erom dat je het bestendig doet, alleen dan is het duurzaam. Gelukkig leren we ook van elkaar, zeker wanneer we in bouwcombinaties werken. Maar bij Heijmans gaat het dus echt om het doen. Ik kan 25 online seminars per week over verduurzaming en circulariteit bijwonen, maar ik geef er de voorkeur aan mijn tijd in te zetten om onze plannen te realiseren.’

Hoe ziet de toekomst eruit van Heijmans?

‘Je kunt niet meteen álles aanpakken. Daarom hebben we twee jaar geleden een aantal bold statements geformuleerd over waar we willen staan in 2023. Als eerste noem ik de verpakkingen nog een keer. We zijn nu twee jaar onderweg en zijn het plan van aanpak aan het uitrollen. Alle afspraken met de supply chain en de afvalverwerkers zijn gemaakt. Het is nu zaak om de komende tijd het gesprek aan te gaan met leveranciers die het lastiger vinden om aan onze circulariteitsambitie te voldoen. Kunnen ze mee? Of moeten we langzaam verschuiven naar andere leveranciers? Hetzelfde geldt voor circulair beton en asfalt. In 2023 willen we dit, in alle gevallen waar de klant erom vraagt, kunnen leveren.

En in 2030 willen we alleen nog maar circulair beton verwerken. Dit geldt ook voor grondgebonden woningen: we zetten in op 100% circulaire grondgebonden woningen in 2023. Daarnaast zijn we volop bezig met lease en as-aservice-concepten. Het eigendom bij een producent houden hoeft op zich niet circulair te zijn, maar het is voor deze producent wel een stimulans om in te zetten op een meer circulair productieproces. Tevens focussen we vol op onze logistiek. In plaats van het wiel op elke bouwplaats opnieuw uit te vinden, maken we met onze partners protocollen om zo duurzaam mogelijk te worden en telkens te verbeteren. Je kunt je voorstellen dat de logistiek rondom veertig kilometer snelweg anders is dan bij binnenstedelijke bouw of het realiseren van een woonwijk in het open veld. Met partners werken we aan verbetering en verduurzaming van dit soort logistieke concepten.’

Heeft deze focus op duurzaamheid & verduurzaming ‑invloed op jouw privéleven?

‘Absoluut. Vorig jaar vlogen mijn man en ik in een privévliegtuigje over de Okavangodelta in Botswana. We zouden daar niet met de auto

Duurzaamheid is ons ticket naar de toekomst.

naartoe kunnen vanwege het moeraslandschap. Maar in de twee uur dat we in het vliegtuig zaten hebben we uitsluitend boven woestijnlandschap gevlogen. De nijlpaarden en krokodillen lagen dakpansgewijs op elkaar in een watertje van het formaat smalle beek. De impala’s liepen over de ruggen van hun predatoren naar de overkant van de beek. Tijdens die vlucht besloot ik dat ik in 2020 mijn vliegkilometers met een derde terug zou brengen en verder mijn vakanties met de fiets zou doen. Corona heeft daar natuurlijk wel een handje bij geholpen, maar anders zou ik deze belofte aan mezelf ook zijn nagekomen. Ik ben bijvoorbeeld net terug van een fietstocht van Maastricht naar Groningen. Verder eten we beduidend minder vlees en zijn we ook thuis in toenemende mate bezig met het terugbrengen van de hoeveelheid verpakkingsmateriaal. Als iedereen -of laten we zeggen de helft van de mensen- een kwart minder vlees zou eten en meer na zou denken over hun vakantiebestemmingen en waar ze hun kleren kopen, dan zou dat al een groot verschil maken.’

De rol van wetgeving

‘Wet- en regelgeving kan een enorme boost geven aan verduurzaming. Kijk maar naar de maatregel dat iedereen van het gas af moet. De markt ging direct in de actiestand. Regelgeving brengt ook een stuk standaardisatie met zich mee. Heel goed, want hoe meet je nou of iets circulair is? En hoe ga je dat aantonen? Heijmans heeft zich aangesloten bij CB23, een platform dat bouwbreed partijen met circulaire ambities met elkaar verbindt. Het streven is om vóór 2023 nationale, bouwsectorbrede afspraken op te stellen over circulair bouwen. Het platform is gelieerd aan vergelijkbare Europese initiatieven zodat we een speelveld krijgen waarin iedereen volgens dezelfde regels aan het spel deelneemt.’

Jazeker, ook vastgoedprofessionals, onze opdrachtgevers, vervullen een belangrijke rol in de supply chain. Stel eens een andere vraag, steek de aanbesteding eens anders in. Dan komen we samen tot veel duurzamer oplossingen.’

Lees hier hoe ING verduurzaming wil versnellen door middel van lage rentes

 

 

 

Politieke partijen willen na decennia weer meer grip op bouwgrond

Ingegeven door de woningcrisis kijken politieke partijen weer naar grondprijzen en hoe die de bouw en huizenprijzen beïnvloeden. Decennialang waagde de politiek zich er niet aan. In 1977 viel het kabinet-Den Uyl nog over grondpolitiek, waarna het grotendeels stil bleef op het onderwerp. Maar nu zien partijen de urgentie er weer van in.

Want niet alleen de rente en materiaalkosten zijn gestegen, ook bouwgrond is de afgelopen jaren fors duurder geworden. De gemiddelde grondprijs is sinds 2019 met 35 procent omhooggegaan, aldus economen van ABN Amro eerder dit jaar. Vooral in sterk stedelijke gebieden, waar bouwgrond schaars is, schoten de prijzen omhoog. Daar kost een bouwkavel per vierkante meter 1520 euro, ten opzichte van 370 euro buiten de stad.



Mede door die prijsstijgingen hebben grondeigenaren er vaak baat bij de grond onbebouwd te laten liggen: in de toekomst valt er immers nog meer geld voor te krijgen dan nu, is het idee. Ook speelt het speculatie in de hand, bijvoorbeeld als het gaat om de aankoop van landbouwgrond. Als die bestemming verandert in bouwgrond, ziet de eigenaar diens investering vaak meer dan vertienvoudigen. “Een daling is nodig om de prijs van nieuwbouw aan te laten sluiten op de nieuwe marktomstandigheden”, schrijven de economen van ABN Amro. “Dat betekent dat grondeigenaren water bij de wijn moeten doen.”

Hogere ozb-belasting op braakliggende grond
Bij politieke partijen staat het onderwerp inmiddels ook weer op de agenda. Zo wil de VVD dat gemeenten een hogere ozb-belasting mogen heffen op braakliggende grond. PvdA’er Henk Nijboer zei eerder in een debat dat hij desnoods grondeigenaren wil onteigenen als zij te lang niets met hun bouwgrond doen. Verder wil GroenLinks-PvdA een Nationale Grondbank, met daarin meer grond in publiek bezit. Ook wil de linkse samenwerking dat woekerwinsten op grond worden afgeroomd en bijvoorbeeld worden aangewend voor de aanleg van nieuwe wegen in nieuwe woonwijken.

GroenLinks-PvdA krijgt steun van verschillende partijen, waaronder Nieuw Sociaal Contract van Pieter Omtzigt. Ook NSC wil topwinsten op grond afromen en ten goede laten komen aan gebiedsontwikkeling of sociale woningbouw. De SP wil eveneens een einde maken aan speculatie met grondprijzen. De partij wil daarom dat grond niet meer zomaar aan iedere ontwikkelaar mag worden verkocht, maar dat er voorwaarden gesteld kunnen worden.

Meer landbouwgrond vrij voor bouw

Verder op links wil de Partij voor de Dieren dat veel meer landbouwgrond vrijkomt voor bouw. Nu bestaat ongeveer de helft van Nederland uit landbouwgrond, de PvdD wil dat er meer ruimte komt voor woningbouw én natuur. Door de veestapel met driekwart te laten krimpen – wat volgens de partij sowieso moet – komt er meer grond vrij, is het idee.

CDA en BBB moeten daar niets van hebben. Zij schrijven in hun programma juist dat landbouwgrond beschermd moet worden. De BBB zet vol in op voedselproductie en wil rekening houden met ‘hoogwaardige agrarische grond’. Ook wil de partij dat boeren toegang krijgen tot meer grond, als de politiek vindt dat dieren meer ruimte moeten krijgen. Zowel de BBB als het CDA willen ook een grondbank, maar dan voor landbouwgrond. Wel vindt het CDA dat woningcorporaties ‘strategische grondposities’ kunnen innemen.
Bron: ANP

Welke kosten zijn wel voor een VVE en welke kosten niet?

Vervangen van dak bedrijfspand

Een Vereniging van Eigenaren (VVE) is verantwoordelijk voor het beheer en onderhoud van het gemeenschappelijke deel van een gebouw of complex waarin meerdere appartementen of woningen zijn gevestigd. De kosten die een VVE moet maken, zijn onder andere afhankelijk van de grootte van het gebouw, het aantal appartementen, de verdeling en de staat van onderhoud. Een VVE kan zelf afspraken maken over welke kosten er wel of niet binnen de VVE omgeving vallen waardoor er geen standaard verdeling is.

Kosten die doorgaans wel voor een VVE zijn, zijn onder meer:

  1. Onderhoudskosten voor de schil van een gebouw, zoals schilderwerk, dak reparaties, gevelonderhoud en schoonmaakkosten van gemeenschappelijke ruimtes.
  2. Kosten voor de verzekering van het gebouw, zoals opstalverzekering en aansprakelijkheidsverzekering.
  3. Energiekosten voor gemeenschappelijke ruimtes, zoals verlichting, water en verwarming.
  4. Kosten voor de lift, als deze aanwezig is in het gebouw.
  5. Kosten voor het beheer van de VVE, zoals administratiekosten, vergaderkosten en kosten voor een eventuele VVE-beheerder.
  6. Standleidingen en algemeen leidingwerk.

Kosten die doorgaans niet voor een VVE zijn, zijn onder meer:

  1. Kosten voor individuele appartementen, zoals gas, water en elektriciteit voor de eigen woning.
  2. Kosten voor aanpassingen of verbouwingen in individuele appartementen.
  3. Kosten voor leidingen specifiek voor één appartement.
  4. Gemeentelijke belastingen, zoals de afvalstoffenheffing, die door individuele eigenaren moeten worden betaald.

Het is belangrijk om te weten dat deze lijst niet uitputtend is en dat er per VVE verschillen kunnen zijn in welke kosten wel of niet worden gedekt door de VVE-bijdrage.

Gemiddelde VVE kosten van een appartement

De gemiddelde VVE kosten van een appartement kunnen sterk variëren en zijn afhankelijk van verschillende factoren, zoals de grootte van het appartement, het aantal appartementen in het gebouw, de leeftijd van het gebouw, het type onderhoud dat nodig is en de locatie van het gebouw.

In Nederland ligt het gemiddelde bedrag dat een appartementseigenaar betaalt aan VVE-kosten tussen de €75 en €200 per maand. Dit bedrag is echter slechts een indicatie en kan in werkelijkheid hoger of lager uitvallen.

Het is belangrijk om te weten dat de hoogte van de VVE-kosten afhankelijk is van de specifieke situatie van de VVE.

Als appartementseigenaar is het daarom verstandig om vooraf goed te informeren naar de VVE-kosten van een specifiek appartement en te kijken naar de financiële positie van de VVE, om verrassingen en onvoorziene kosten te voorkomen.

Wat zijn de regels bij het optoppen van woningen?

In Nederland zijn er specifieke regels en voorschriften die van toepassing zijn bij het optoppen van woningen. Deze regels zijn bedoeld om de veiligheid, kwaliteit en leefbaarheid van de gebouwen en de omgeving te waarborgen. Hier zijn enkele belangrijke punten om te overwegen:

  1. Omgevingsvergunning: Voor het optoppen van een woning is in de meeste gevallen een omgevingsvergunning vereist. Deze vergunning omvat verschillende aspecten zoals bouwen, milieu en ruimtegebruik. Je moet bouwplannen en technische specificaties indienen bij de gemeente om toestemming te krijgen voor de optopping.
  2. Bestemmingsplan: Controleer of het bestemmingsplan van de gemeente de mogelijkheid biedt om de woning te verhogen. Het bestemmingsplan bepaalt het toegestane gebruik van de grond en de maximale hoogte en omvang van gebouwen.
  3. Constructieve veiligheid: Een constructieberekening moet aantonen dat de bestaande constructie en fundering van het gebouw geschikt zijn om het extra gewicht van de optopping te dragen. Daarbij moet rekening worden gehouden met eventuele aanpassingen of verstevigingen die nodig zijn.
  4. Bouwbesluit: Het Bouwbesluit is een set bouwvoorschriften die van toepassing is op alle bouwwerken in Nederland. Het beschrijft onder andere eisen met betrekking tot brandveiligheid, ventilatie, geluidsisolatie en energieprestatie. Bij het optoppen van een woning moet aan deze eisen worden voldaan.
  5. Welstandseisen: In sommige gemeenten gelden welstandseisen, ook wel esthetische eisen genoemd, die bepalen hoe een gebouw eruit moet zien om te passen bij de omgeving. Dit kan invloed hebben op het ontwerp en de materialen die je kunt gebruiken bij het optoppen.
  6. Burenrecht: Bij het optoppen moet je rekening houden met het burenrecht. Dit betekent dat je de belangen van aangrenzende eigenaren moet respecteren en geen onredelijke hinder mag veroorzaken, zoals het wegnemen van hun lichtinval of uitzicht.
  7. Duurzaamheid: Nederland streeft naar duurzaam bouwen en energiezuinige woningen. Het kan zijn dat je aan bepaalde energieprestatienormen moet voldoen bij het optoppen van een woning.

 

Het is belangrijk om een architect of bouwkundig expert in te schakelen om je te begeleiden bij het proces van optoppen. Zij kunnen je helpen bij het verkrijgen van de benodigde vergunningen en ervoor zorgen dat het project voldoet aan alle relevante regels en voorschriften. Daarnaast is het altijd verstandig om contact op te nemen met de gemeente waarin het pand zich bevindt voor specifieke informatie over de regels en procedures die daar van toepassing zijn.

Opdrachtgevers en slopers zijn de nieuwe grondstoffenleveranciers

Het Rijksbrede programma Nederland circulair in 2050 heeft de ambitie in 2050 een volledig circulaire bouweconomie te realiseren. Dat betekent dat we gebouwen, gebieden en infrastructuur moeten kunnen ontwikkelen, gebruiken en hergebruiken zonder onnodige uitputting van natuurlijke hulpbronnen en zonder de leefomgeving te vervuilen en ecosystemen aan te tasten. Opdrachtgevers en slopers zijn een essentiële schakel in deze omvorming van een lineaire naar een circulaire sector. Wanneer opdrachtgevers slopers de ruimte geven en slopers openstaan voor oogsten in plaats van slopen, zijn zij de onbetwiste aanjagers van deze transitie.

 (Technisch) beheerders hebben als geen ander kennis van bestaande vastgoedvoorraden. Zij weten wanneer een pand gerenoveerd moeten worden en wanneer een locatie op de nominatie komt voor sloop. Hiermee zijn zij een belangrijke schakel in het maken van gemeengoed van circulaire bouwmaterialen. ‘Vastgoedbeheerders en gebouweigenaren zien steeds vaker in dat hergebruik een prima oplossing is. Kabelgoten, toiletpotten, spiegels, brandslanghaspels en hang- en sluitwerk kun je een-op-een hergebruiken. En ook ruwbouwmaterialen zijn tegenwoordig verkrijgbaar in circulaire varianten,’ vertelt Erik Koremans, Directeur New Horizon Material Balance. New Horizon is gespecialiseerd in het demonteren van gebouwen en zorgt met haar partners voor een flinke retourstroom van geoogste materialen. ‘Om schaalvergroting te realiseren, hebben we echter veel meer donorgebouwen nodig. Ik wil beheerders dan ook oproepen om eens te kijken naar de mogelijkheden van circulair in plaats van lineair slopen. Iedereen wil een nier, maar niemand wil donor zijn. Een uitspraak van onze oprichter die in onze markt meer dan relevant is. Dat heeft te maken met de veronderstelling dat circulair slopen kostbaarder zou zijn, terwijl dat pertinent niet waar is.’

New Horizon

New Horizon gelooft dat de circulaire economie het economische model van de toekomst is. Het primaire doel van deze groeiende organisatie is het leveren van bouwmaterialen die bijdragen aan een circulaire economie. Het bedrijf initieert daartoe nieuwe samenwerkingen, technologische innovaties en systeemveranderingen. Een pronkstuk van New Horizon is de demontage van De Satelliet, een onderdeel van het pand van de Nederlandse Bank in Amsterdam. De Satelliet is in zijn geheel ontmanteld en middels elektrisch vervoer over het water naar een loods in Zaandam overgebracht. De gebouwonderdelen krijgen later dit jaar -wanneer ze worden gebruikt voor de bouw van een zorglocatie in Amsterdam-Noord- een tweede leven. ‘De gebouwbeheerder heeft het aangedurfd op een andere manier naar de waarde van dit gebouw te kijken. Hij zag het gebouw als bron en heeft koos niet voor sloop maar voor hergebruik van dit maatschappelijk vastgoed.’

 

Waarom zou je überhaupt nog slopen?

‘We mogen in Hoofddorp de 100.000 m2 kantoren in Hyde Park ontmantelen ten behoeve van een nieuwe architectonische stadswijk met 3.800 woningen. Sommige van deze kantoren zijn in 2004 gebouwd. Dat dit vraagtekens oplevert -zeker inzake duurzaamheid- begrijpen wij als geen ander. Feit is echter dat dit kantorengebied leeg staat en de belegger dus geen rendement oplevert. Daarnaast kampen we in Nederland met een gigantisch woningtekort. Dat maakt het economische plaatje uitlegbaar. Gelukkig heeft de belegger gekozen voor oogsten in plaats van slopen.’

 

Tegen welke zaken loop je als urban miner aan?

‘In het verleden is nooit gebouwd om terug te nemen. Losmaakbaarheid en terugneembaarheid zijn termen die nu pas een plek krijgen in onze bouwsector. Urban minen zal in de toekomst dan ook vele malen makkelijker worden. Dat neemt niet weg dat we ook met gebouwen waarin tijdens de bouw losmaakbaarheid nog geen issue was ook al enorm veel winst kunnen behalen. Beton is nog steeds het meest gebruikte bouwmateriaal. Dat betekent dat je met circulair beton dus echt impact maakt.’

‘Een ander aspect is de psychologie. Iedere verandering levert in eerste instantie weerstand op. Het duurt even voordat de weerstand verandert in acceptatie. Tuurlijk weten vastgoedbeheerders vaak al dat ze het verschil kunnen maken. Het veranderen van werkwijzen en relaties -denk aan het verbreken van goede relaties met vaste leveranciers van lineaire grondstoffen- is alleen niet altijd eenvoudig. Wanneer je je realiseert dat je met de keuze voor circulair beton een CO2-reductie van 80% realiseert, ziet men het aangaan van nieuwe waardevolle relaties gelukkig wel als een serieuze optie. Maar wij begrijpen ook dat dit tijd vraagt.’

Welke invloed heeft de grondstoffencrisis?

‘De grondstoffencrisis bevestigt onze visie. We moeten veel meer gaan kijken naar wat er lokaal mogelijk is. Waarom zou je grondstoffen uit China halen als alles voor onze neus beschikbaar is? Wij zien de stad als bron. We zien geen appartementencomplexen, maar magazijnen waar grondstoffen tijdelijk liggen opgeslagen. Veel materialen zijn direct her te gebruiken. Als je ze nieuw zou bestellen, zou je exact hetzelfde krijgen. Sta je voor een verbouwing of renovatie? Kijk dan eerst naar wat er circulair beschikbaar is en vul daarna pas aan met lineaire materialen.’

 

Wat is de rol van de overheid?

‘De noodklok inzake CO2-uitstoot luidt al vanaf 1972. En aangezien de uitstoot sinds die tijd vervijfvoudigd is, kan het niet anders dat de politiek zich heel snel hard gaat maken voor vergaande reducties. Wij verwachten dat CO2-uitstoot binnenkort beprijsd gaat worden. Deze economische impuls gaat ervoor zorgen dat lineaire producten duurder worden dan circulaire. Zodra dat gebeurt, verwacht ik dat wij structureel uitverkocht zijn. Gelukkig zijn er steeds meer slopers die het circulaire gedachtengoed met ons delen. Dat is hard nodig, want we kunnen dit niet alleen. Het verschil in werkwijze zit -nu nog- vaak in de manier van aanbieden. Wij hebben geen grote loods waarin we de materialen opslaan. Dankzij samenwerkingen met onze partners, zijn de herwonnen materialen op dezelfde manier verkrijgbaar als lineaire varianten.’

De partners van New Horizon zijn terug te vinden via hun website. Hier zijn de circulaire materialen ook direct te bestellen.

 

Het multifunctionele dak als speerpunt in de verduurzaming

Wat kun je meer met een dak doen dan ‘alleen maar’ water tegenhouden. En hoe kun je daken inzetten als onderdeel van verduurzaming en klimaatadaptief bouwen en renoveren? Dat waren de centrale thema’s tijdens een studiereis naar Heusenstamm, begin november georganiseerd door Platform 2050, in samenwerking met KOERS en toonaangevend dakenproducent Braas Monier Building Icopal Group (BMI). Een studiereis gericht op de mogelijkheden van multifunctioneel, duurzaam gebruik van daken. Zeg maar: het dak als omgeving voor duurzame ontwikkeling.

Want bij circulariteit, energetisch en klimaatadaptief bouwen en renoveren speelt de schil van het gebouw een enorm belangrijke rol, en dan met name het dak. Dick Singerling, vanuit KOERS Amsterdam betrokken bij het KOERS expertisecentrum, legt in het kort uit wat de mogelijkheden zijn: ‘Je hebt zogenaamde groene, blauwe, gele, rode, oranje, paarse en grijze daken. Daarbij zijn groene daken, daken met begroeiing; zowel extensief als intensief. Dus niet alleen met sedum, maar ook met complete tuinen. Blauwe daken vangen het regenwater op en geven dat gereguleerd af aan de omgeving of aan het riool. Gele daken zijn daken waarop energie wordt opgewekt. Rode daken zijn daken met een functie zoals een terras of een speelplek. Oranje daken zijn daken met een functie op het gebied van mobiliteit. Paarse daken zijn geschikt voor bewoning, bijvoorbeeld in de vorm van een tiny house. Grijze daken, tot slot, zijn daken die geschikt zijn voor installaties.’

‘Kortom, er is een brede variëteit mogelijk als het gaat om multifunctioneel gebruik van het dak. Want deze bovenstaande kleuraanduidingen zijn ook nog weer te combineren, bijvoorbeeld een groen dak met zonnepanelen.’

Onderzoek

Roland van der Hoek, die vanuit Platform 2050 betrokken was bij de studiereis: ‘BMI is een toonaangevend specialist op het gebied van platte en hellende daken. Alleen al op dat laatste gebied, de hellende daken, heeft BMI wereldwijd 40 fabrieken. Verder heeft BMI in het eigen testcentrum in Heusenstamm state-of-the-art testapparatuur staan waarmee materiaal getest kan worden en praktijkonderzoek gedaan kan worden op tal van gebieden: wind, water, vuur, etc. Daar is Platform 2050 in geïnteresseerd, omdat wij als samenwerkende bedrijven ervan overtuigd zijn dat we veel van en met elkaar kunnen leren. Wij zoeken actief de samenwerking op met de industrie en met opdrachtgevers. Wij waren dan ook heel blij met het feit dat er een aantal toonaangevende beleggers en ontwikkelaars aanwezig was bij onze studiereis naar Heusenstamm. Eén van deze beleggers, Achmea, heeft bij monde van Wim Smit een presentatie gegeven waarin duidelijk werd gemaakt hoe zij aankijkt tegen innovaties als waterberging. Zij hebben zelfs een project gerealiseerd, het Lorentz-complex in Leiden, waarin dergelijke innovaties zijn toegepast, want het is nog zeker geen standaard manier van bouwen. Maar we gaan er wel naar toe, versneld door de hoge ESG ambities van investeerders.’

Kosten vs waarden

Dick Singerling: ‘Opdrachtgevers denken nog te veel in kosten en niet in waarden. Ze zouden meer moeten kijken naar total-cost-of-ownership. Dat geldt in zijn algemeenheid, maar zeker voor een dak. Daar is veel meer mee mogelijk dan het alleen maar in te zetten als bescherming tegen het hemelwater. Zoals eerder gezegd: je kunt het gebruiken voor bewoning, voor activiteiten, voor waterbuffering, en allerlei andere functies en doelen. Dat multifunctionele gebruik biedt meerwaarde voor opdrachtgevers.’ Tijdens de studiedag in Heusenstamm werd uitgebreid ingegaan op en gediscussieerd over dit soort onderwerpen. Onderwerpen dus als kosten versus baten, total-cost-of-ownership, split en shared incentive. Dat laatste omdat investeringen in verduurzaming en de daaruit voortkomende voordelen vaak niet gelijk zijn verdeeld tussen betrokken partijen zoals eigenaar en huurder. Daardoor komen investeringsbeslissingen moeizaam tot stand als gevolg van de vaak botsende belangen. Daarbij kwam naar voren dat de verduurzaming van de gebouwde omgeving meer gebaat is bij shared incentive dan split incentive.

Wat doet Platform 2050?

Richting 2050 moeten in Nederland 2,1 miljoen woningen verduurzaamd zijn. Een opgave die je niet in je eentje kunt oplossen. Daarom hebben een vijftal vooraanstaande vastgoedonderhoudsbedrijven hun krachten gebundeld in Platform 2050, om samen de Nederlandse woningvoorraad planmatig, versneld te verduurzamen. Met name op energetisch gebied. Deze vijf, te weten KOERS, Rendon Onderhoudsgroep, Kloet, Aertgeerts en Van Lochem Nederland, willen de aanpak aan de voorkant organiseren om daarmee de verduurzaming van de tekentafel naar de praktijk te brengen. Op termijn kunnen ook andere aannemers zich scharen onder Platform 2050. Daarnaast kunnen deelnemers gebruik maken van een groep prefered suppliers: een netwerk van experts op gebied van isolatie, ventilatie en duurzame energieoplossingen, waar het platform samenwerkingsovereenkomsten mee afsluit om door kennis(door)ontwikkeling en door middel van inkoopbundeling voordelen te behalen. Ook deelt Platform 2050 graag haar kennis van verduurzaming, door middel van kennissessies. Om met elkaar en van elkaar te leren hoe het beste kan worden omgegaan met de snelle veranderingen van het traditionele bouwproces. Het KOERS expertisecentrum sluit met haar werkzaamheden in zekere zin aan op die van Platform 2050. Dick Singerling legt uit: ‘Het KOERS expertisecentrum kan bestaande en potentiële opdrachtgevers adviseren bij het hele traject, in elk stadium, bij het nemen van beslissingen. Om het even of het gaat om een aanbesteding, een plan van aanpak, of de aankoop van onroerend goed. Van daaruit was ik ook betrokken bij de studiereis naar BMI, Heusenstamm.’

Meer weten?

Wilt u meer informatie over hoe u als gebouweigenaar uw daken duurzaam zou kunnen ontwikkelen? Neem dan contact op met Roland van der Hoek. U kunt hem bereiken via rolandvanderhoek@koers.com.

Dura Vermeer, Kingspan en LEVS architecten ondertekenen intentieverklaring over materiaalgebonden emissies

Productie van bouwmaterialen veroorzaakt elf procent van alle CO2. Dat moet anders, vinden 54 partijen in bouw- en vastgoedsector en zij werken actief aan reductie. Vandaag zetten Kingspan, LEVS architecten en Dura Vermeer hun handtekening onder de intentieverklaring over ‘materiaalgebonden emissies’, zoals deze broeikasgassen ook wel genoemd worden.

Paris Proof event op de Floriade Expo

De ondertekening van Dura Vermeer vond plaats tijdens het Paris Proof event in The Natural Pavilion op de Floriade Expo Almere. Dura Vermeer neemt serieuze stappen om écht circulair en binnen het CO2-budget te bouwen. Om deze acties nog verder kracht bij te zetten ondertekent zij twee belangrijke duurzaamheidsconvenanten: Het Gideonmanifest Bouwen binnen de grenzen van onze planeet en de intentieovereenkomst Voor een gebouwde omgeving zonder materiaalgebonden emissies. De ondertekening en samenwerking helpen verdere invulling te geven aan de circulaire en CO2-reductie ambities.

v.l.n.r. Ronald Dielwart (Raad van Bestuur, Dura Vermeer), Annemarie van Doorn (Directeur, DGBC), Lizzy Butink (manager duurzaamheid, Dura Vermeer), Jan Willem van de Groep (Gideon)

LEVS architecten ontwikkelt Carbon-based Design Methodiek

De ondertekening van LEVS architecten gaat gepaard met het meetbaar maken van de voetafdruk van haar eigen projecten. Aan de hand van hun Carbon-based Design methodiek kan al vroeg in het ontwerpproces worden gestuurd op meetbare CO2-reductie. Op deze manier kunnen opdrachtgevers en andere partijen worden meegenomen in het maken van keuzes die aantoonbaar impact maken. In een workshop met het hele team heeft LEVS allerlei grote en kleine ingrepen in kaart gebracht die nodig zijn om projecten te laten voldoen aan de doelstellingen voor 2025, 2030 en 2050. In onderstaande video een impressie:

A passion for change bij Kingspan

Bij Kingspan wordt de ondertekening kracht bijgezet door de ambitie zoals uitgesproken in het sustainability report ‘A passion for change’. De weg naar reductie van de materiaalgebonden emissies is al in 2021 ingezet, en met het ondertekenen van de intentieverklaring komt hier versnelling in.

Bekijk de roadmap naar net zero van Kingspan:

Acties voor organisaties in intentieverklaring #BuildingLife

De Intentieverklaring ‘Naar een gebouwde omgeving zonder materiaalgebonden emissies’ blijft open voor nieuwe ondertekenaars, zodat wij als bouw- en vastgoedketen gezamenlijk aan de slag kunnen. In deze intentieverklaring hebben al 54 organisaties aangegeven zich te richten op het minimaliseren van de milieu-impact van de productie- en bouwfase en aan de slag te gaan met het carbonbudget. De intentieverklaring geeft duidelijke actie aan voor organisaties.

Wil jij met jouw organisatie ook jouw ambitie uitspreken? Aanmelden voor het tekenen van de intentieverklaring kan nog steeds. Deze verklaring is onderdeel van het #BuildingLife programma.

Een van de oudste gebouwen op de Zuidas maakt zich op voor een grote transformatie

Nuveen en G&S Vastgoed hebben nog geen huurder aangetrokken voor het kantoorgebouw Prinses Irenestraat 59 in Amsterdam. Dat zegt Sebastian Zwart, portefeuillemanager bij Nuveen Real Estate, desgevraagd bij de aankondiging van de renovatie van het pand. De aanleiding voor de vraag bestaat uit onbevestigde berichten dat Philips voor een kantoor aan de Prinses Irenestraat zou hebben gekozen.

‘Keuze single- of multitenant nog open’

PI59 krijgt 17.800 m2 kantoorruimte verdeeld over zes verdiepingen. Het streven is dat het gebouw de certificaten Breeam Excellent (duurzaamheid) en Wired Score Gold (connectiviteit) krijgt. De oplevering staat gepland voor het voorjaar van 2024. De verhuur is in handen van Van Gool Elburg Vastgoedspecialisten.

Volgens Zwart ligt zelfs nog open of het een single- of multitenant-gebouw moet worden. ‘We zijn met verschillende partijen in gesprek, maar hebben nog geen partijen vastgelegd. Door de grote vloervelden zal het pand gemakkelijk indeelbaar zijn. Beide varianten – één of meer gebruikers – zijn nog mogelijk.’

‘Eén gebouw met deze omvang op deze locatie op dat moment’

Gevraagd hoe de ontwikkelaars het gebouw in de markt zetten, zegt Zwart: ‘De marketing loopt sinds begin dit jaar.’ Een melding op een aanbodsite als Funda in Business ligt volgens hem niet voor de hand. ‘In het voorjaar van 2024 komt er in het centrum van de Zuidas maar één gebouw met deze omvang op de markt. Wie op dat moment deze oppervlakte op deze locatie nodig heeft, weet dat je daarvoor bij Van Gool Elburg moet zijn.’

Goede afspraken over bouwkosten

Huurders van PI59 krijgen toegang tot een dakterras, een verborgen parkeergelegenheid en een horecafaciliteit met terras. Vanuit het gebouw krijgen ze uitzicht op het sportveld. De gevel zal vooral bestaan uit grote raampartijen die zorgen voor transparantie. In deze raampartijen worden te openen ramen geplaatst.

Over de stijgende bouwkosten maakt Zwart zich geen zorgen. ‘Daarover hebben we een tijd geleden al goede afspraken gemaakt. Dat is het voordeel van samenwerken met G&S en Volker Wessels.’ Die partijen behoren tot hetzelfde concern.

Foto M Hofmans

6500 kubieke meter hout voor Amsterdams mediakantoor

Een mix van beton, staal en 6500 m3 hout vormen in Amsterdam Overamstel de belangrijkste onderdelen van het nieuwe hoofdkantoor, ‘Mediavaert’, van DPG Media Nederland. Met een oppervlakte van 44.000 m2 wordt deze nieuwe mediahub, ontwikkeld door Being, het grootste hybride kantoor van Europa.

De parkeergarage, begane grond en kernen van het gebouw zijn van beton en vormen als het ware de ruggengraat van het complex. Daarna gaat de constructie grotendeels over in hout, met houten balken, liggers en een ‘hout-hybride’ vloer. Aannemer BESIX gebruikt hout waar het kan, en staal en beton waar het moet. Dit leidt tot een efficiënt materiaalgebruik en een rap bouwtempo. De houten constructie levert niet alleen een flinke CO2– en tijdsbesparing op, maar geeft het kantoor ook een bijzondere, warme uitstraling.

Het nieuwe houten kantoor aan de Van der Madeweg vormt vanaf 2024 de thuisbasis voor diverse redacties en radiozenders, waaronder de Volkskrant, Trouw, Parool, Qmusic en NU.nl. Het gebouw is speciaal ontworpen voor DPG Media en biedt naast werkruimtes ook testlabs, opnamestudio’s, vergaderzalen, restaurants, een espressobar en een aansprekende eventlocatie aan de waterkant.

6500 kubieke meter hout voor Amsterdams mediakantoor

(Foto: Ossip)

Een wisselwerking tussen vides en andere gedeelde ruimtes zorgt voor een open karakter en veel daglicht. Groenvoorzieningen in, op én rond het gebouw creëren een inspirerende werkomgeving die het welzijn en de gezondheid van de medewerkers van DPG Media bevordert.

Hoogwaardige toepassing

“Ondanks de groeiende aandacht voor de voordelen van houtbouw”, aldus Dirk Dekker, medeoprichter en -eigenaar van Being, “is het gebruik van traditionele bouwmaterialen nog steeds de norm. Mediavaert is een uitstekend voorbeeld van hoogwaardige toepassing van hout op grote schaal. We hopen hiermee als ontwikkelaar bij te dragen aan een nieuwe, duurzamere standaard in de vastgoedsector en daarmee positieve impact te creëren.”

“Dit nieuwe kantoor voor DPG Media”, vervolgt Do Janne Vermeulen, architect en directeur van Team V Architectuur, “laat zien dat je met een duurzame houten constructie een heel bijzonder gebouw kan maken, gericht op gezondheid, groen, daglicht. De keuze voor een hout-hybride constructie draagt in dit geval bij aan een duurzamer gebouw, een snelle bouwtijd én een bijzondere, gezonde, comfortabele werkomgeving. Het is daarmee een ontzettend goed voorbeeld van integrale duurzaamheid.”

Mediavaert is een ontwikkeling van Being in opdracht van DPG Media. Het ontwerp is afkomstig van het Amsterdamse architectenbureau Team V Architectuur, in samenwerking met DELVA Landscape Architecture / Urbanism, ontwerpend constructeur en installatieadviseur Arup en DGMR. Drees & Sommer Netherlands verzorgt het kwaliteitstoezicht van realisatie tot en met oplevering. BESIX Nederland is verantwoordelijk voor de bouw. Naar verwachting wordt Mediavaert begin 2024 opgeleverd.

Meer informatie: www.being.nl  en www.teamv.nl

Bron: persbericht Being