Laurens Tait werkt bij Arup Nederland met zijn team aan projecten voor Nederlandse overheden op gemeentelijke, regionale en landelijke schaal. Zo heeft hij net de internationale plannen voor Luxembourg 2050 en Brussel 2040 afgerond. Dus als iemand een idee heeft over hoe de toekomst eruitziet, is hij het wel. Maar, zegt hij met een grote glimlach op zijn gezicht, het toekomstbeeld van de nieuwe stad is niet zo vastomlijnd is als we denken. “We merken dat mensen een bijna tastbaar beeld willen zien, maar dat is voor ons geen prioriteit. Het gaat ons erom dat we begrijpen waar we naar toe willen.”
Om een visie op de toekomst te kunnen geven, is onderzoek een belangrijk onderdeel. En dat doen de ontwerpers, architecten en ingenieurs van Arup door ook technische en inhoudelijke rapporten mee te nemen, zoals het Parijsakkoord en het IPCC-rapport. Want de stad van de toekomst gaat over veel meer dan techniek en gebouwen alleen. Laurens Tait: “Uiteindelijk gaat het over wat mensen willen. Waar willen we naar toe als samenleving, hoe ziet de omgeving eruit? Dan kom je bij tastbare beelden.” Volgens Tait is de routekaart naar de stad van de toekomst gebaseerd op vier principes.
1. Gelijkwaardigheid
Het eerste principe dat volgens Tait in 2050 zwaar zal wegen in de nieuwe stad, is het thema gelijkwaardigheid. “In de toekomst willen mensen meer gelijkwaardige toegang tot voorzieningen rondom de woningen, omdat iedereen dezelfde diensten wil. Daarnaast zal het belang van gelijkwaardigheid in het type woningen toenemen, zodat je een goede mix hebt van verschillende type huishoudens in een buurt.” Naar aanleiding van de COVID-pandemie is ook de vraag gestegen naar zelfstandige woningen in een soort moderne vorm van een woongroep, waardoor mensen vanuit hun eigen huis meer in contact zijn met de mensen direct in hun omgeving: de buren. Het eeuwenoude idee van de hofjes komt terug.
2. Weerstand
Volgens Tait is het tweede principe: weerstand, en dan heeft deze ingenieur het vooral over de weerstand van de gebouwen. Als tot 2050 de gemiddelde temperatuur met 1,5 graden toeneemt, moeten woningen en kantoren daartegen kunnen. Daarom worden gebouwen nu geanalyseerd op bijvoorbeeld hittestress en wind-weerbaarheid. Hoe veilig is een stad voor deze toekomstige extremen? “We maken impactanalyses aan de hand van stresstests om de reactie van gebouwen en gebieden te onderzoeken onder toekomstige omstandigheden.” Hij haalt een sprekend voorbeeld aan. “We moeten elektriciteitsvoorzieningen veiligstellen in een stad, voor het geval er overstromingen plaatsvinden. Als die elektriciteitscentra in kelders of op de begane grond gesitueerd zijn, dan heb je een probleem, vooral als een ziekenhuis er afhankelijk van is.” Precies dat soort analyses brengt het team van Arup in kaart, om ook uit te kunnen tekenen waar veranderingen nodig zijn. En het is bijzonder actueel, zeker gezien de overstromingen afgelopen zomer in het zuiden van het land.
3. Bereikbaarheid
Bij het Arup wordt veel verder gekeken dan alleen naar de Nederlandse steden. Tait: “Op wereldniveau zie je dat een pandemie als covid eigenlijk maar een heel kleine golfbeweging is in de grote beweging die al een tijd aan de gang is.” Tait heeft het over het aantal inwoners dat ook in Nederland nog altijd groeit, terwijl het woonopper-vlakte niet toeneemt – op de nieuw opgespoten stukken zoals IJburg na. “Dus wat we zien”, zegt Tait, “is dat Nederland inmiddels een agglomeratie is van 17 miljoen inwoners, zeker op Europees niveau.” En dan is vooral de bereikbaarheid een uitdaging voor de toekomst. Hij noemt het groeiend aantal auto’s in de steden en de files zowel binnen als buiten het stedelijk gebied een probleem, zeker omdat die veel stress veroorzaken. Het toekomstbeeld dat Tait schetst: openbaar vervoer dat zo aantrekkelijk is, dat je daar liever instapt dan in je eigen auto. “Bussen moeten bereikbaar zijn in de buurt, waarmee je makkelijk en snel reist en er moeten bijvoorbeeld snellere en kortere verbindingen komen met treinen, zoals de S-Bahn rondom Berlijn.”
‘Waar willen we naartoe als samenleving, hoe ziet de omgeving eruit?’
Laurens Tait
Maar ook ziet Tait veel meer wandel- en fietspaden in de stad van de toekomst, en dus meer autoluwe stukken. “Je krijgt een fifteen minutes city waarin alles beleefd wordt vlakbij huis. En allemaal binnen de duurzame afspraken die we hebben gemaakt.” Want verplaatsen blijven mensen zich, daar koestert hij geen illusies over. Door covid werkten dan veel mensen thuis, maar kantoren, of in ieder geval werkhubs, blijven in trek, ziet hij. “Mensen willen elkaar zien en wat met elkaar ondernemen.” Dus de toegankelijkheid van musea, bioscopen en sportverenigingen blijven belangrijk. De stad van 2050 gaat over betere verbinding, zowel letterlijk als figuurlijk.
4. Gezondheid
De stad van 2050 gaat ook over gezond leven, het vierde principe. “Hierin spelen educatie, achtergrond en prijsprikkels een rol, waardoor mensen moeten komen tot gezondere keuzes.” In Brussel worden autoluwe stukken getest, om eventueel breder in te zetten en te zien wat het aan gezondheid oplevert. Maar het gaat ook over waar je wilt wonen en waar je dan je werkplek kiest. Tait: “Ik heb collega’s die naar Den Haag verhuizen vanuit Londen, omdat het hier minder druk is en het leven minder stress oplevert. Dan hebben ze de weekenden aan het strand, en gaan ze door de weeks terug naar Londen om te werken.” Gemak, woongenot, veiligheid, bereikbaarheid. Tait: “De stad van de toekomst gaat vooral over wat je niet ziet. Met name daar zit de verandering. En de stad van de toekomst geeft antwoorden op lokale vragen: die zijn anders per land, per gebied en per tijdspanne.” Maar de principes van de figuurlijke bouwstenen zullen wereldwijd gelijk zijn, en dat levert eigenlijk een oude stad op met nieuwe software. Beste van twee werelden, zou je kunnen zeggen.
Lees hier wat er allemaal mogelijk is in de toekomstige nieuwe stad.