Er dreigt grote krapte op de Nederlandse kantorenmarkt. Dat concludeert de Amerikaanse vastgoedadviseur Cushman & Wakefield in een rapport. Vooral het aanbod op toplocaties in grote steden is flink gedaald. Voor 2022 verwacht de adviseur dat de vraag op toplocaties een stuk groter zal zijn dan het aanbod. “De vraag zal de komende jaren verder toenemen en de krapte zal vergelijkbaar worden met wat er zich op de woningmarkt afspeelt”, zegt topman Jeroen Lokerse van de Nederlandse tak van Cushman & Wakefield in een toelichting.
In vergelijking met een jaar eerder werd vorig jaar 9 procent meer kantoorruimte in gebruik genomen. Het aantal vierkante meters lag daarbij net boven de 1 miljoen. “De pandemie heeft niet geleid tot minder vraag naar kantoren, maar juist naar meer vraag naar andere kantoren”, aldus Lokerse. Volgens hem willen huurders duurzame gebouwen van hoge kwaliteit op toplocaties. “Ze willen gehuisvest zijn op plekken met een goede bereikbaarheid, waar hoogwaardige faciliteiten dichtbij zijn en waar je werk kunt combineren met ontmoeten.”
Kantorenmarkt in Amsterdam, Den Haag, Utrecht en Eindhoven
Volgens Cushman & Wakefield is in Amsterdam, Den Haag, Utrecht en Eindhoven sprake van een zeer gunstige markt voor verhuurders omdat de leegstand zich daar onder het gewenste niveau van frictieleegstand bevindt. Dat is leegstand die wenselijk is zodat bedrijven die zoeken niet hoeven te wachten maar meteen in hun behoefte kunnen voorzien. kantorenmarkt
Vorig jaar meldde de vastgoedadviseur al dat de “historisch lage ingebruikname” in 2020 niet had geleid tot een stijging van de kantorenleegstand. Eind 2020 stond er gemiddeld in Nederland 8,2 procent kantoorruimte leeg. Dat was het laagste niveau sinds 2002. Eind 2021 was de gemiddelde landelijke leegstand 8,4 procent.