De Energy Performance of Buildings Directive (EPBD) is een reeks EU-richtlijnen die gericht zijn op het verbeteren van de energieprestaties van gebouwen. De EPBD IV zal de meeste impact hebben op de energieprestatie van gebouwen. Waar in Nederland vanaf 1 januari 2023 een energielabel C of beter verplicht is voor kantoren, komt er een vergelijkbare eis voor alle andere gebouwen. Door deze richtlijn worden de gebouwen met een slecht energielabel verplicht om energie efficiënte maatregelen te nemen. In de aankomende jaren wordt de EPBD IV naar Nederlandse wetgeving vertaald. Landen hebben na het bereiken van overeenstemming 18-24 maanden voor de invoering, dus actie op korte termijn is vereist. Er is een voorlopig akkoord over de EPBD IV, maar de definitieve tekst moet nog opgesteld worden. Hieronder de set van eisen waarover een akkoord is, maar waarvoor de uitwerking en vertaling naar Nederlands beleid deels nog gemaakt moet worden.

Hieronder vind je algemene informatie over de mogelijke implicaties van dergelijke richtlijnen voor vastgoed:

1. Energieprestatienormen: EPBD-richtlijnen stellen normen vast voor de energieprestaties van gebouwen. Dit omvat eisen met betrekking tot energie-efficiëntie, verwarming, koeling, ventilatie en het gebruik van hernieuwbare energiebronnen.
2. Certificering van Gebouwen: De EPBD kan vereisen dat gebouwen een energieprestatiecertificaat hebben, waarin de energie-efficiëntie van het gebouw wordt beoordeeld. Potentiële kopers of huurders krijgen zo inzicht in de energiezuinigheid van het pand.
3. Renovatievereisten: De richtlijnen kunnen bepalingen bevatten met betrekking tot de energieprestaties bij renovaties. Bijvoorbeeld, bij grootschalige renovaties kan het nodig zijn om te voldoen aan bepaalde energienormen, om zo de algehele energie-efficiëntie van gebouwen te verbeteren.
4. Hernieuwbare Energiebronnen: EPBD-richtlijnen kunnen ook voorschriften bevatten met betrekking tot het gebruik van hernieuwbare energiebronnen in gebouwen, zoals zonnepanelen of warmtepompen.
5. Monitoring en Rapportage: Het kan zijn dat de richtlijnen eisen stellen aan monitoring en rapportage van energieverbruik in gebouwen. Dit helpt bij het vaststellen van de effectiviteit van energiebesparende maatregelen.
6. Bewustwording en Educatie: EPBD kan programma’s bevatten om bewustwording over energie-efficiëntie in gebouwen te vergroten en opleidingen te bevorderen om professionals in de bouwsector bij te scholen.

Het is belangrijk om op te merken dat de specifieke bepalingen van EPBD IV kunnen variëren en afhangen van nationale implementaties. Het is daarom raadzaam om de specifieke wetgeving in het betreffende land of regio te raadplegen voor gedetailleerde informatie over de impact op vastgoed.