Met Echo is TU Delft een extra vierlaags, deels flexibel in te richten onderwijsgebouw rijker. En Echo is niet zomaar een gebouw: het complex met zeven onderwijszalen en driehonderdzestig studieplekken draagt met haar energieleverende karakter significant bij aan de duurzaamheidsambitie van TU Delft die in 2030 een volledige CO2-neutrale campus nastreeft. Director Campus Real Estate & Facility Management Jaco van Noppen en Warmte Koude Opslag (WKO) beheerder Anne Medema geven antwoord op al onze vragen over dit unieke gebouw.
Wat maakt Echo voorloper op het gebied van verduurzaming?
‘Het energieleverende karakter maakt het gebouw uniek. Natuurlijk zijn er andere energieleverende gebouwen te noemen, maar niet op deze schaal en niet in onderwijsland,’ vangt Jaco van Noppen aan. ‘Het zijn de enorme hoeveelheden zonnepanelen, de opzet van het gebouw en het materiaalgebruik die het gebouw meer dan energie-efficiënt maken. Het dak met zonnepanelen zorgt voor een overcapaciteit voor het pand. De isolatie is maximaal en de WKO is dankzij de wetenschap die wij in ons technische instituut borgen echt state-of-the-art. Wij konden een stapje verder gaan dan leveranciers doorgaans in hun schappen hebben liggen.’
‘Het is écht geworden zoals het bedoeld is,’ vertelt Anne Medema. ‘Het zonwerende glas houdt warmte buiten en begeleidt tegelijkertijd daglicht naar binnen en de nu nog groeiende klimop gaat de koellast enorm beperken. De droge koelers op het dak zorgen voor energie-uitwisseling tussen de lucht en het watercircuit. Opslag vindt plaats in het bodemenergiesysteem. Hiermee vermijden we energievretende koelapparatuur. Elk deel elektra dat de WKO ingaat, levert meer dan zes delen warmte of koude op. En dat is uniek. Ook leuk om te vermelden: onze WKO is voorbereid om gebruik te maken van een collectief ringnet dat warmte- en koude-uitwisseling tussen gebouwen mogelijk maakt.’
‘Duurzaamheid gaat niet alleen over energie,’ vult Van Noppen aan. ‘Ook het materiaalgebruik -denk aan het ultiem circulaire bamboe en de gerecyclede petflessen voor de wandbekleding- en de inrichting zijn van belang. De ruimtes van Echo worden als heel prettig ervaren. Je voelt je nooit verloren in een grote ruimte en nooit bekneld in een kleinere. Ook dát is duurzaam, want het zorgt ervoor dat dit pand gegarandeerd lang mee gaat. Willen we over vijftig jaar toch iets anders? Dan is dat op een circulaire manier op te lossen. Ook met het interieur wilden we graag een statement maken. De omvang van het project maakte het mogelijk een vuist te maken richting leveranciers. Zij waren naar onze smaak nog niet circulair genoeg. Er is vervolgens volop met ons meegedacht en het resultaat is er naar: oude lockerkasten doen -in liggende toestand- dienst als bloembakken en het oude -oranje- meubilair van de ING is opnieuw gekleurd waardoor het gebouw is uitgerust met prachtige gele banken en stoelen.’
Hoe anticipeert TU Delft met haar verduurzamingsambitie op de energietransitie?
Medema: ‘Wij zetten in op het beperken van de energievraag. We moeten het simpelweg met de stroom van onze zonnefabriek op het dak doen. Daarom kozen we voor zonwerend glas met hoge isolatiewaardes, groene zonwering, veel natuurlijk daglicht, sheddaken op het noorden en een met de buitentemperatuur oplopende comforttemperatuur. En ook in gebruik anticiperen we volop op parameters als aanwezigheid. Collegezalen zijn gekoppeld aan agenda’s. Staat er niets in de agenda? Dan blijven de systemen uit. In onze regeltechniek hebben we een koppeling gemaakt met het weerbericht. Schijnt over een paar uur de zon? Dan gaan we niet nu verwarmen om straks weer energie te verspillen om te koelen. Voor het comfort heeft dit nauwelijks effect, in energieverbruik is het resultaat significant.’
‘Ook ons ventilatiesysteem zorgt voor een beperkende energievraag. We hebben gekozen voor een verdringingsinstallatie met roosters in de vloer. Via deze kleppen voegen we alleen de warmte of koelte toe die nodig is en door vanaf de onderzijde te verwarmen of koelen voeg je de energie toe op de plek waar het nodig is: laag in de ruimte. Extra leuk aan dit systeem is dat het geen beperkende invloed heeft op toekomstige inpandige wijzigingen. Een wand verplaatsen is in tegenstelling tot situaties waarin reguliere wandsystemen zijn toegepast geen enkel probleem.’
Welke technische installaties dragen bij aan het minimaliseren van energieverbruik?
Van Noppen: ‘Naast de genoemde WKO en ventilatie met verdringingsprincipe doet ook de ledverlichting een duit in het zakje.’
Wat is de rol van het gebouwbeheersysteem in het besparen van energie?
Medema: ‘Actief controleren en bijsturen waar nodig. We hebben verschillende gebouwbeheersystemen op de campus die via het internet worden samengebracht in een energiemonitoringsdatabase die als basis voor de beheerder dient.’
‘Op dit moment zijn we nog aan het inleren,’ vult Van Noppen aan. ‘Van onze andere panden weten we wat de trends zijn, dat geldt voor Echo nog niet. Tot nu toe verlopen de opwekking en het verbruik echter precies zoals we verwacht hadden. En dat is geweldig, want Echo is een populair pand gebleken en zit dagelijks overvol. Dat heeft absoluut te maken met hoe het pand voelt en dus met de gebruikte materialen, maar óók met de duurzame horecafaciliteiten. Wist je dat we in Echo alle gebruikte koffiebekers recyclen tot toiletpapier? Goed dat dat niet andersom is, die wetenschap zou de koffie net iets anders laten smaken.’
Wat is de rol van de beheerder om daadwerkelijk een energieleverend gebouw te blijven?
Medema: ‘We zitten nu in de kritische fase. Het gebruik vindt namelijk plaats in de beheerfase en niet tijdens het ontwerp. Monitoring is het korte, maar complete antwoord. Inzicht geeft duidelijkheid over eventuele bijsturing. Maar zoals Jaco al zei: tot nu toe verloopt alles volgens de verwachting in de ontwerpfase.’
Wat zijn de vervolgstappen? Gaat TU Delft voor verduurzamen van bestaand vastgoed of voor de ontwikkeling van nieuw vastgoed?
Van Noppen: ‘Het antwoord is divers. We beschikken over een aantal oude en inefficiënte panden waarvoor sloop eigenlijk de enige optie is. Als daar woningbouw voor in de plaats komt, hebben we daar 100% vrede mee. Wanneer we panden afstoten voor de verkoop, kiezen we voor kopers die voor een duurzame herontwikkeling gaan. We laten ons afval niet aan de stad. Natuurlijk renoveren we een deel van onze panden ook zelf. Hiervoor maken we waar mogelijk gebruik van duurzame materialen als isolatiemateriaal dat al eerder op een andere locatie is gebruikt. Elk gebouw moet aan onze ambitie -een CO2-neutrale campus in 2030- voldoen. Aan de zuidkant van onze campus zullen we voornamelijk nieuwbouwen. Hiervoor is Echo de minimale norm. We willen daar hetzelfde óf beter.’