In het Klimaatakkoord staat dat in 2050 alle Nederlandse gebouwen rigoureus moeten zijn verduurzaamd. Dat betekent dat alle woningen in ons land over dertig jaar CO2 -neutraal moeten zijn. Een immense klus. En het begin is er, de eerste corporaties en andere woningeigenaren zetten al in op deze CO2 -neutraliteit, maar deze uitdaging vraagt om schaalvergroting en samenwerking. En daarvoor is De Renovatieversneller in het leven geroepen.

De Renovatieversneller

De Renovatieversneller is een zesjarig programma (2020-2026) waarin ketenpartners op grote schaal het verduurzamen van (huur)woningen versnellen. Het programma ondersteunt woningverhuurders en uitvoerende en toeleverende bedrijven bij het gezamenlijk voortzetten dan wel nieuw opzetten van verduurzamingsinitiatieven.

Drie onderdelen

De Renovatieversneller bestaat uit drie onderdelen.

– Het ondersteuningsteam

Het ondersteuningsprogramma is misschien wel het belangrijkste onderdeel van De Renovatieversneller. De negen ondersteuners helpen wij het bundelen van de vraag en het gezamenlijk inkopen (zodat de kosten per woning lager worden), zoeken naar nieuwe samenwerkingsmogelijkheden, helpen bij de introductie van standaardmaatregelenpakketten en stimuleren standaardisatie van innovatieve renovatie-aanpakken. Kortom, ze zijn matchmakers in alle opzichten van het woord.

– De subsidieregeling

De regeling springt bij veel partijen als eerste in het oog. Deze subsidie is er voor beproefde projecten waarin corporaties samen met aanbieders meerjarig op grote schaal met een gestandaardiseerde aanpak renovaties uitvoeren. De inschrijving voor dit jaar sloot op 2 november. In 2021, 2022 en 2023 zijn nieuwe subsidierondes. Een onafhankelijke commissie beoordeelt de inschrijvingen op vier criteria: de omvang van het renovatieproject, het opschalingspotentieel, de mate van vernieuwing en de verwachte kostendaling.

– Het kennis- en leerprogramma

Last but not least biedt De Renovatieversneller een kennis- en leerprogramma. Dit programma is speciaal voor professionals die bezig zijn met grootschalige renovatie-opgaven, op welke manier dan ook. Zowel voor woningverhuurders als voor renovatiepartijen, voor alle organisatieniveaus en voor zowel de proces-, bewoners- en technische kanten van renovatietrajecten. Voor hen bouwt, stimuleert en onderhoudt het programma een dynamische, behoeftegestuurde community die een veilige leeromgeving biedt voor het ongehinderd uitwisselen van leerzame ervaringen en ontwikkelde kennis. Een omgeving waarin bovendien geëxperimenteerd mag worden.

Wat heeft een technisch beheerder aan dit programma?

Daarover praten we met ambassadeur van De Renovatieversneller Wilbert Koppers: ‘Als technisch beheerder moet je weten dat er heel veel mogelijkheden zijn om vastgoed te verduurzamen. Technische mogelijkheden -er zijn al fantastische oplossingen beschikbaar en er komt nog veel meer aan- én financiële mogelijkheden. Via De Renovatieversneller stelt het Rijk honderd miljoen beschikbaar. Als dát geen kans is!’

We weten dat duurzame oplossingen tot nu toe meer geld kosten dan traditionele oplossingen. Op korte termijn althans. Met de tegemoetkoming van De Renovatieversneller kun je die eenmalige kosten drukken.

‘De hoofdboodschap van De Renovatieversneller is dat we -samen en aan de voorkant, hierover later meer- ons vastgoed moeten verduurzamen. We moeten de planeet redden! En de techniek speelt hierin een hoofdrol: de techniek zorgt er tenslotte voor dat we minder gas en kilowatturen gaan verbruiken. Kijk, een bestuurder kent doorgaans het verschil tussen een hybride en een luchtwaterwarmtepomp niet, hij of zij kan dus geen keuze maken uit het verduurzamingsaanbod. De beheerder daarentegen snapt het verschil als geen ander. Het is dan ook deze beheerder die de keuze voor de verduurzamingsoplossingen voor betreffend vastgoed moet maken. Zonder de technisch vastgoedprofessional gaan we de planeet niet redden. Deze mannen en vrouwen zijn ongelooflijk belangrijk voor het verduurzamen van het vastgoed in Nederland.’

‘We weten ook dat duurzame oplossingen tot nu toe meer geld kosten dan traditionele oplossingen. Op korte termijn althans. Met de tegemoetkoming van De Renovatieversneller kun je die eenmalige kosten drukken. Simpel gezegd: we snappen dat het veel geld kost, daarom helpen we door drie- tot zevenduizend euro per woning ter beschikking te stellen. Nee, we zijn geen standaard subsidieregeling. Pas als je aan de voorkant nadenkt over hoe je een cluster woningen -van tenminste 150 stuks- wilt renoveren, nemen wij jouw aanvraag -die je gezamenlijk in een collectief van betrokken renovatiepartijen wilt realiseren- in overweging. Overigens kunnen wij ook heel goed hulp bieden aan die voorkant. We beschikken over een kennis- en leerprogramma waarmee we je vertellen wat er allemaal al te koop is. En ons ondersteuningsteam zorgt ervoor dat je de juiste mensen aan tafel krijgt. Dit team helpt je met de inzet van de juiste middelen en draagt haar steentje bij in het schrijven van jouw aanvraag voor de tegemoetkoming.’

Wilbert Koppers (56) houdt zich sinds jaar en dag bezig met verduurzaming van de gebouwde omgeving. Dat deed hij bij Essent, Climex, Feenstra en Cap Gemini. En dat doet hij bij VATTENFALL en De Renovatieversneller. ‘Renoveren kan nog veel beter. Ik ben ervan overtuigd dat we dertig tot veertig procent efficiënter kunnen werken dan we nu doen.’ Zijn overtuiging? Er liggen alleen maar kansen. ‘Maar dan moet je wel de omslag maken van het oude naar het nieuwe denken. En het lef hebben om samen te werken.’

Zonder de technisch vastgoedprofessional gaan we de planeet niet redden. Deze mannen en vrouwen zijn ongelooflijk belangrijk voor het verduurzamen van het vastgoed in Nederland.

‘Je wilt niet weten wat er op de Nederlandse TU’s gebeurt. De ene innovatie op het gebied van verduurzaming van de gebouwde omgeving haalt de ander in. Echt fantastisch. En die ontwikkelingen moeten we aangrijpen. Er wordt nog te veel in de oude manier van werken gedacht. Daar moeten we écht mee stoppen. Op het moment dat een technisch vastgoedmanager kiest voor een cv-ketel voor zijn corporatiewoningen, dan moet hij beseffen dat dat ding er nog dertig jaar hangt. Ja, in aanschaf is de ketel goedkoop, maar het is korte termijn denken. Hij moet beseffen dat, zeker met alle andere initiatieven op het gebied van verduurzaming, die ketel er over tien jaar misschien alsnog uit moet. En dan is het niet meer goedkoop. Vooruitdenken en meebewegen met de techniek, dat is de basis in deze verduurzamingsopgave. Daar komt nog bij dat we met andere energiebronnen moeten werken. Linksom of rechtsom, we moeten van het Gronings aardgas af.’