De vastgoedsector zal zich steeds meer op milieu-, sociale en governancestrategieën (ESG) moeten focussen volgens een nieuw rapport die een aantal duurzaamheidsonderwerpen aan kaart van het Greenprint Center for Building Performance van het Urban Land Institute (ULI).
De ULI Sustainability Outlook is een verslag van het instituut op kwesties die specifiek zijn voor de ESG-gerelateerde zorgen in de vastgoedsector.
Terwijl de gezondheidscrisis en sociale onrust in 2020 veel van onze aandacht op eisten, is duurzaamheid op de achtergrond gebleven,
aldus Thomas, voorzitter van Boston Properties. Dit zal nieuwe uitdagingen met zich meebrengt over hoe wij vastgoed duurzamer kunnen maken en hoe wij waarde en prestaties van vastgoed zullen meten.
De Sustainability Outlook 2021 richt zich op drie belangrijke vragen die aan de geïnterviewden werden gesteld: welke duurzaamheidsonderwerpen zijn in opkomst, waarom doen deze duurzaamheidsonderwerpen ertoe en wat moet de vastgoedmarkt eraan doen? Op basis van de ontvangen input van ULI-leden stelde Greenprint de volgende “top-9” lijst samen van duurzaamheidskwesties en duurzaamheidsonderwerpen waarmee de industrie het komende jaar te maken zal krijgen:
- De toenemende rol van vastgoed bij het bevorderen van duurzaamheid in de hele markt: de bouwsector draagt momenteel bijna 40 procent bij aan het CO2-uitstoot wereldwijd en bijna 70 procent van de emissies in stedelijke gebieden. De branche moet leiderschap tonen bij het ontwikkelen van methodes om te helpen bij het verduurzamen van de onroerend goed branche.
- Toegenomen rendementslust voor ESG-beleggen: Investeerders willen vaker dat hun belleggingen ESG vriendelijk zijn, vastgoedbedrijven bieden nu meer mogelijkheden voor die beleggers om hun kapitaal te plaatsen.
- Verhoogde nadruk op gezondheid en sociale gelijkheid: de COVID-19 pandemie legt de nadruk op gezondheid en sociale gelijkheid. Gezondheids- en welzijnscertificeringen worden steeds vaker gezocht om gebruikers van gebouwen te verzekeren dat hun ruimtes veilig zijn om binnen te komen en te werken. Grondgebruik en de locatie van openbare voorzieningen zijn van cruciaal belang om het eigen vermogen beter te verdelen.
- Een basisverwachting voor energie-efficiëntie in onroerend goed: energie-efficiëntie blijft een hoge prioriteit en een functie die zo overheersend is geworden dat het wordt beschouwd als een “gegeven” door huurders, eigenaren, managers en ontwikkelaars. Nieuwe technologieën die gebouwen gezonder en energiezuiniger maakt..
- Huurders die duurzaamheidsinnovatie stimuleren: Commerciële huurders verbruiken gemiddeld 40 tot 60 procent van de totale energie die in gebouwen wordt gebruikt. Verder hebben de belangrijkste Tech bedrijven ambitieuze klimaatdoelen gesteld die waarschijnlijk de lat hoger zal leggen voor de totale bijdragen van bedrijven aan de prestaties van gebouwen. Verder zijn er verschillende programma’s ontworpen om huurders te helpen energie te besparen en energiekosten te verlagen, waarbij het belang van samenwerking tussen huurders, gebouweigenaren en serviceproviders wordt benadrukt.
- Emissiereducties door vermindering van koolstof van bouwmaterialen: de CO2 voetafdruk van de gebouwde omgeving is afkomstig van zowel bouwactiviteiten als bouwmaterialen – en het verlagen van de uitstoot van gebouwen vereist een nadruk op beide. Tegen 2050 – rekening houden met alle nieuwbouw die in de komende 30 jaar wordt verwacht – zullen de emissies van die van die activiteiten afkomstig zijn substantieel minder zijn.
- Steeds meer net-interactieve gebouwen: Gebouwen worden steeds meer net-interactief als een manier om de uitstoot van gebouwen te verminderen door geoptimaliseerde bouwactiviteiten, met de nadruk op alternatieve (groene) stroom.
- Water als te behouden en te benutten hulpbron: In veel landen stijgen de waterprijzen sneller dan de inflatie. In de particuliere en publieke sector groeit het bewustzijn van de correlatie tussen waterbesparing en veilig water; Als gevolg hiervan is het besparen van water een kwestie die aandacht en investeringen verdient.
- Afvalvermindering gedurende de levenscyclus van een gebouw: De toenemende belangstelling voor afvalvermindering heeft geresulteerd in de creatie van bouwgereedschappen en certificeringen die specifiek zijn voor afval in de bouw, exploitatie- en sloop van gebouwen. Door flexibelere, aanpasbare en deconstrueerbare gebouwen te leveren, kunnen ontwikkelaars productiever, wendbaarder en minder schadelijk gebouwen bouwen.
“Deze tijd vereist dat we standvastig zijn in het nastreven van een toekomst die inclusiever, gezonder, groener en veerkrachtiger is”, aldus Marta Schantz, Senior Vice President van ULI Greenprint Center for Building Performance. “We waarderen inzichten van ULI-leden om deze top 9 onder de aandacht te brengen.”
Boven op de tien duurzaamheidsonderwerpen zijn er nog vier andere belangrijke kansen omtrent duurzaamheid.