‘De Fop’ is de bekendste bijnaam van het grote ABN Amro-kantoor in Amsterdam-Zuidoost. Vorig jaar vertrokken de laatste medewerkers en kwamen de slopers. Maar dat betekent niet dat het pand aan de Foppingadreef tegen de vlakte gaat. “Er blijft heel veel staan”, vertelt Christa Beaufort, manager Sustainability bij ABN Amro.
Zij is nauw betrokken bij deze grootscheepse duurzame renovatie. “We blijven gebruikmaken van het veertig jaar oude pand en dat is al de grootste circulaire klapper die je kunt maken. Hier komt het grootste nieuwe kantoor van ABN Amro in Amsterdam, met een wow-factor én het is maximaal circulair.”
De enorme schaal van de toepassing van de circulaire principes is een keuze die past in het duurzame denken en doen van de grootbank. Dat is ook goed geworteld in haar Economisch Bureau en in een tak als de sector Real Estate. Om met die laatste te beginnen: Bas Rutten is Head of Commercial Real Estate, Hotels en Leisure bij ABN Amro en was met de expertise van zijn afdeling een logische partner voor deze ‘interne verbouwing’. “We hebben inderdaad meegedacht over het selecteren van de beste partij voor deze herontwikkeling” zo blikt hij terug. “Maar er is meer: we gaan straks onze cliënten hier rondleiden, het project is een duurzaam voorbeeld voor de markt. We leggen de lat zo hoog mogelijk, want we willen via Paris Proof naar netto nul uitstoot. Als je dat van je klanten vraagt, dan moet je zelf het goede voorbeeld geven.”
Dat is nu vooral de taak van Beaufort: “We willen graag dat onze klanten dit voorbeeld overnemen. Het is uitdrukkelijk de bedoeling dat wat je hier aan de Foppingadreef ziet, kopieerbaar is – en ook schaalbaar. Daarom maken we hier andere keuzes dan bijvoorbeeld bij het experimentele CIRCL-gebouw aan de Zuidas, waar we trouwens ook nog steeds groepen rondleiden uit binnen- en buitenland.”
Ratelen
“Onze eigen bedrijfspanden vormen misschien relatief een klein deel van onze duurzame activiteiten, maar dat hebben we helemaal in eigen hand. Het gaat om 250.000 vierkante meter die we kunnen verduurzamen”, zo hint ze op de vergroening van het interieur van ABN Amro-vestigingen door heel Nederland.
Die operatie loopt de komende jaren, net als de grondige aanpak van de Foppingadreef, waar op dit moment de pneumatische hamers op het beton ratelen. Straks is dit de thuisbasis voor 11.000 medewerkers, maar nu dwalen we nog over vele verlaten verdiepingen, met hier en daar stapels oude vloerbedekking, klaar voor recycling. Niemand weet nog wie precies in welk gebouw terechtkomt, straks ontmoeten Beaufort en Rutten hier misschien ook weer collega Casper Burgering, hij is Senior Econoom Sustainability bij het Economisch Bureau van ABN Amro.
Overheid regisseur
Burgering schetst wat er ‘macro’ in heel Nederland moet gebeuren, voor verduurzaming van de gebouwde omgeving tot 2050. “Alle gebouwen – woningen, commerciële en maatschappelijke gebouwen– zijn dan volledig CO₂-neutraal en ze hebben een materialenpaspoort met informatie over het soort materiaal, de hoeveelheden en nog een paar zaken. Dat is het resultaat van overheidsbeleid en gerichte investeringen in CO₂-neutrale nieuwbouw én renovaties van bestaande gebouwen vanaf 2025. Zo is de hele bouwketen – inclusief energievoorziening en infrastructuur – koolstofvrij gemaakt. Maar daar komen we alleen als elk nieuwbouwproject vanaf 2025 voldoet aan alle energie-efficiënte wetten en regels – en dus vanaf dat moment geheel CO₂-vrij is.”
Maar de bank begint niet met een leeg vel. Er staan al acht miljoen gebouwen. Wat moet daarmee gebeuren? Burgering: “Van alle gebouwen die in 2020 in gebruik waren, heeft zo’n tachtig procent in het jaar 2050 nog steeds een functie. Dat betekent nogal wat, als je denkt aan duurzaamheid. Deze bestaande bouw is het heikele punt, er zitten bijvoorbeeld nog woningen tussen met enkel glas en weinig woningbezitters hebben kennis van verduurzamen. Tussen 2010 en 2020 zijn gemiddeld zo’n duizend gebouwen energieneutraal of -positief gemaakt – per jaar! Dat tempo moet vanaf 2025 opgevoerd zijn tot duizend per dag. Alleen zo halen we het 2050-doel. De overheid moet de regisseur zijn en met subsidies en voorlichting de transitie stimuleren. Het belangrijkste is goede isolatie: dak, vloer, gevel, overal dubbel glas – dat is ook een voorwaarde voor een volledige warmtepomp. Dan kunnen we over naar honderd procent elektrificatie, als de overheid tegelijkertijd ook voldoende investeert in netwerkcapaciteit. Bij elk logisch moment zoals een verhuizing of verbouwing kan de huiseigenaar stappen zetten, geholpen door een aannemer en door de hypotheekverstrekker. Hiervoor is intensieve samenwerking nodig tussen eigenaren, gebruikers van gebouwen, projectontwikkelaars, producenten van bouwmaterialen, installateurs, energiebedrijven en gemeenten.”
Burgering ziet enerzijds veel moois aankomen op de kortere termijn: “de innovatie zet door, er komen gouden tijden.” Aan de andere kant is hij bezorgd over de stijging van grondstofprijzen én over een tekort aan briljante duurzame ideeën en mensen om die uit te voeren op de langere termijn. “Richting 2050 hebben we nog wel doorbraaktechnologieën nodig, zeker voor de industrie, waar investeringen voor veertig, vijftig jaar worden gedaan.”