Gebouwen zijn verantwoordelijk voor 40% van de CO2-uitstoot. Vastgoedbeleggers, ontwikkelaars en huurders hebben dus een sleutelrol te spelen in de race naar netto nul.
Toch is het heringerichten van bestaande oude gebouwen, machines en materialen een dure onderneming. Geen enkele stakeholdergroep, zowel in de publieke als in de commerciële sector, beschikt over de middelen of mogelijkheden om op zichzelf decarbonisatie tot stand te brengen.
Om de decarbonisatie uitdaging aan te pakken, moet er daarom een ecosysteem van partnerschappen ontstaan tussen vastgoedeigenaren, investeerders, bedrijven, nationale en stadsoverheden, academische instellingen en vakbonden om samen te werken aan gemeenschappelijke duurzame doelen.
JLL ondervroeg onlangs bijna 1.000 huurders en investeerders wereldwijd om de mate van betrokkenheid van de industrie te meten en de barrières te verkennen waarmee ze worden geconfronteerd tijdens hun verduurzamingstraject. Uit de enquête bleek een brede steun voor een meer collaboratieve aanpak. Veel organisaties hebben CO2-reductiedoelstellingen vastgesteld, maar deze zijn niet noodzakelijkerwijs op elkaar afgestemd. Meer dan 80% van de respondenten is het erover eens dat een sterk partnerschap tussen stadsbesturen, huurders en investeerders van groot belang is voor het stimuleren van de duurzame agenda.
-
Zie vastgoedspelers als stadvormende langetermijnpartners
De goedkeuring van een meer collaboratief bedrijfsmodel vereist een mentaliteitsverandering bij veel gemeenten, die vastgoedeigenaren, ontwikkelaars, investeerders en huurders zouden moeten zien als langetermijnpartners die kunnen helpen bij het bereiken van milieudoelstellingen.
Er is een sterk potentieel om de intelligentie, vaardigheden, innovaties en financiële vaardigheden van de vastgoedsector te benutten om milieudoelstellingen te bereiken. Voorbeelden zijn de Zero Emission Building Taskforce van San Francisco tot het 1200 Buildings Program in Melbourne. Deze steden zetten in op samenwerking.
Er is zeker een sterke wil in de vastgoedsector om klimaatdoelen te halen. Veel vooruitstrevende investeerders en huurders werken samen aan duurzamere gebouwen en werkomgevingen. Zo werkt de Climate Commitment van het Better Building Partnership (BPP), een samenwerking tussen de toonaangevende eigenaren van commercieel vastgoed in het Verenigd Koninkrijk, aan het verbeteren van de duurzaamheid van commerciële gebouwen.
Zowel vastgoedbeleggers als huurders hebben hoge verwachtingen van de rol die gemeenten zouden moeten spelen om de duurzaamheidsagenda te stimuleren. Hoewel sommige steden zoals New York, Los Angeles, Parijs, Kopenhagen en Melbourne merkbaar actie ondernemen, is er een gevoel dat overheden in het algemeen niet genoeg doen.
Uit de enquête van JLL blijkt dat slechts 29% van de respondenten het er sterk mee eens is dat topsteden voldoende gedurfde maatregelen nemen om het klimaatrisico te beperken.
-
Creëer het juiste evenwicht tussen regulering en aanmoediging
Naarmate stedelijke klimaatdoelstellingen ambitieuzer worden, zullen gemeenten kijken naar een breed arsenaal aan instrumenten om een duurzamere gebouwde omgeving te realiseren. Samenwerking met de vastgoedsector zal helpen bij het bepalen van het juiste evenwicht tussen stimulansen, aanmoediging en belangenbehartiging ten opzichte van regelgeving, sancties en belastingen.
Verplichte regelgeving zal ongetwijfeld steeds belangrijker worden, maar de meest succesvolle steden zullen vrijwillige partnerschappen creeren die effectief zijn in het genereren van buy-in voor stakeholders en het aanmoedigen van belanghebbenden om proactief bij te dragen aan duurzaamheidsdoelstellingen.
Zo werkt de stad Kopenhagen via haar ‘Energy Leap’-initiatief samen met de grootste gebouweigenaren om het energieverbruik in gebouwen te verminderen door actief energiebeheer.
-
Deel kennis
Gemeenten hebben, in samenwerking met toonaangevende vastgoedbeleggers, huurders en universiteiten een belangrijke rol te spelen bij het opleiden en verspreiden van kennis, met name aan kleinere bedrijven en individuele eigenaren.
In een scenario waarin de installatie van warmtepompen als oplossing wordt gezien, zullen nieuwe vaardigheden moeten worden ontwikkeld. Daarvoor is financiering en strategische vooruitziende blik nodig. De meeste bedrijven bevinden zich nog in een vroeg stadium van het verduurzamingstraject en hoewel ze zich inzetten, missen ze vaak de middelen en kennis om te handelen.
Er zijn al goede voorbeelden van onderwijsprogramma’s, waaronder de New York City Retrofit Accelerator, het City of Vancouver Zero Emissions Building Centre of Excellence (ZEBx), het Net Zero Centre of Excellence van de VAE en de Net Zero Building Technology Accelerator in Los Angeles.
-
‘Oude’ gebouwen verduurzamen
Nieuwe gebouwen alleen zullen het probleem niet oplossen. 50% van het wereldwijde grondstoffenverbruik zit in de ontwikkeling van gebouwen. Het aanpassen van bestaande gebouwenvoorraad is heel belangrijk om de economie van de stad CO2 vrij te maken. 40% van de wereldwijde uitstoot van broeikasgassen zijn het gevolg van de gebouwde omgeving. De verduurzaming van bestaande gebouwen voor steden is enorm, maar bemoedigend is dat er in het gesprek met een aantal toonaangevende investeerders inmiddels lopen.
-
Technologie opschalen
Een belangrijke schakel bij het stimuleren van de overgang naar netto nul is technologie. Maar technologie kan niet alles oplossen: mensen moeten het eerst omarmen.
Data is de grootste katalysator voor groene vooruitgang, omdat verbeterde datamogelijkheden mogelijkheden bieden voor continue verbetering op basis van realtime analyses en geautomatiseerde besluitvorming.
Gegevens en technologie zijn ook essentieel voor transparante rapportage en om bedrijven effectief ter verantwoording te roepen. Partnerschappen tussen overheden, de academische wereld, de vastgoedsector en de prop-techsector zijn nodig om meer R&D te financieren. Zonder deze samenwerking dreigt het vastgoedtechnologielandschap versnipperd te blijven.