Slimme en veilige gebouwen, gaat dat samen?

Welke rol speelt veiligheid in slimme gebouwen? Is een met sensoren gevuld gebouw dat de verkregen data vervolgens gebruikt voor de aansturing van het pand eigenlijk wel slim als de valbeveiliging niet op orde is? We praten erover met Martin Verkamman, Fall Protection Expert bij 3M.

‘Natuurlijk denken de meeste gebouwbeheerders bij een slim gebouw vooral aan het verkrijgen van data en hoe je deze data inzet om het gebouw te optimaliseren op gebied van comfort, energie en kosten. Maar een gebouw wordt pas écht slim als het ook veilig is en wanneer deze veiligheidsmaatregelen worden genomen zonder hiermee de isolatiewaarde van het dak negatief te beïnvloeden.’

Dakbeveiliging en isolatiewaarde

Veel gebouweigenaren staan niet stil bij de invloed die dakbeveiliging heeft op onder meer de isolatiewaarde van het dak. Verreweg de meeste installateurs snijden het dak open om de beveiligingsmaatregelen direct aan de constructie te bevestigen wat resulteert in een ongewenste warmte-koudebrug. En ook valbeveiliging óp de dakbedekking vraagt om het boren van gaten in de isolatie en dampremmende laag. ‘Zorg dat je dit vooraf bespreekbaar maakt met de partij waar je mee samenwerkt. Het kan niet de bedoeling zijn dat de Rc-waarde van een dak door dit soort maatregelen afneemt. Wij hebben daar in ieder geval een goede oplossing voor bedacht.’ In het slimme systeem van 3M wordt gebruik gemaakt van een plastic buis die door een klein gat in het dak wordt geleid. Deze buis wordt gevuld met isolatie wat de warmte-koudebrug met 66% terugdringt. Een tweede voordeel van dit systeem ten opzichte van alternatieven is de hergebruikmogelijkheid van de bodemplaat. Een gebruikt anker moet in alle gevallen worden vervangen, maar de bodemplaat van 3M is dus opnieuw te gebruiken. Dat betekent enerzijds dat het niet nodig is om opnieuw een gat in het dak en de isolatie aan te brengen wat positief is voor het behoud van de Rc-waarde. Anderzijds betekent dit dat het ontwerp van de valbeveiliging intact kan blijven.

Met z’n allen

‘Voor mij is een slim gebouw een gebouw dat in al zijn facetten intrinsiek veilig is. Om dat te realiseren, moeten we met z’n allen nog veel stappen maken. Ik zeg bewust met zijn allen, want het begint bij de architect en eindigt bij partijen die op het dak actief zijn. Het spreekt voor zich dat een architect focust op de esthetische kant van zijn of haar ontwerp. Daarom is het belangrijk dat degene die het ontwerp realiseert, meedenkt over de haalbaarheid, ook in de gebruiksfase. Een glazen pui die vervolgens op geen enkele manier veilig te reinigen is, kan nooit de bedoeling zijn. En toch komen we dit soort zaken regelmatig tegen. Net als de installatie van een pvsysteem bovenop onze valbeveiligingsmaatregelen. Dit zijn spanningsvelden die we met elkaar op kunnen lossen door samen te werken. Krijg je de opdracht pv-panelen te plaatsen? Neem dan even contact op met de installateur die verantwoordelijk is voor de valbeveiliging. De ervaring leert dat het helpt als ook de gebouwbeheerder hier alert op is.’

Martin Verkamman, Fall Protection Expert bij 3M

Ontwerp het zo dat je niet kunt vallen

‘Wist je dat 29% van alle arbeidsongevallen wordt veroorzaakt door vallen van hoogte? Het is daarom geen gek idee om aanwezigheid op hoogtes zoveel mogelijk te vermijden. Door de airconditioning op de begane grond te plaatsen bijvoorbeeld. Natuurlijk weet ik dat architecten daar over het algemeen niet blij van worden, maar het kan wel bijdragen aan de veiligheid van medewerkers en onderaannemers. Het is aan 3M -samen met partners als Elro Dakveiligheid– om ervoor te zorgen dat personen bij het betreden van een dak überhaupt niet kunnen vallen. Daarbij kijken we verder dan de dakrand. Lichtstraten, atriums en binnentuinen leveren immers net zoveel (door)valgevaar op. Een hekwerk om de rand van een pand is hiermee niet per definitie de sluitende oplossing.’ Voor Elro reden genoeg om systemen zo te ontwerpen dat vallen niet mogelijk is. Een van de oplossingen is het creëren van gebiedsbegrenzing. Dat doet Elro onder meer met hekwerken, maar ook met de 3M persoonlijke beschermingsmiddelen met een beperkte bewegingsvrijheid. Zodat onderhoudsmensen wél bij de installatie, maar niet in een gevaarlijke situatie kunnen komen.

De relatie tussen valbeveiliging en overgewicht

‘Sinds de laatste recessie wordt er behoorlijk gemarchandeerd op het gebied van dakveiligheid. Voldoen aan de minimumeisen is de norm en er wordt maar nauwelijks nagedacht over de competentie die een persoon nodig heeft om valbeveiliging daadwerkelijk veilig te gebruiken. Ik licht een aspect graag uit: het gewicht van de dakbetredende persoon. Meer dan 50% van de valbeveiligingssystemen in Nederland is geschikt voor personen tot honderd kilo. Inclusief kleding, schoenen, bril, helm en alles wat aan de persoon vastzit of wat de persoon meedraagt.’ Reden genoeg voor 3M, dat een dependance op de campus van TU Delft heeft, om samen met haar host onderzoek te doen naar het gewicht van Nederlanders. ‘De gemiddelde Nederlandse man weegt 85 kilo en draagt gemiddeld vijf tot zes kilo aan kleding, schoenen en accessoires. Een valharnas en -lijn komen samen op vier kilo en gereedschap weegt met gemak een kilo of vijf. Dan zit je dus al aan de honderd kilo. En als je weet dat een derde van de beroepsbevolking overgewicht heeft, begrijp je meteen dat die maximale honderd kilo in veel gevallen niet voldoet. Voor 3M de reden om onze valbeveiligingssystemen in te regelen voor mensen tot 140 kilo. Dat geldt uiteraard ook voor de reddingsmiddelen die we leveren. Nog een aspect waar de gebouwbeheerder het verschil kan maken. Door te kiezen voor valbeveiliging die op veiligheidsgebied voldoet in plaats van voor valbeveiliging die de minimumeisen in de wet raakt.

 

Meer informatie:

www.elroduurzamedaken.nl

www.3mnederland.nl

www.wildschutdak.nl

www.tngroep.nl

www.zndnedicom.nl

 

 

Merin stopt niet bij 30.000 zonnepanelen

merin zonnepanelen

In een tijd waarin het grootste taxibedrijf ter wereld welgeteld nul auto’s bezit en ‘s werelds grootste hotelaanbieder eigenaar is van evenveel hotels, is het volgens Jan van Noordenne, Sustainability & Building Innovation Manager bij Merin, innovatie wat de klok slaat. “Haak je niet aan, dan is de kans groot dat je binnen tien jaar niet meer relevant bent.”

 

Innovatie is overal

“Innovatie is echt overal. Installateurs worden op het gebied van beheer van gebouwbeheersystemen nu al voorbijgestreefd door slimme techbedrijven. En neem een partij als WeWork, deze disrupter heeft een fantastisch bedrijf neergezet waarin het om het merk draaide en niet om de locatie. Super slim! Het is eigenlijk de booking.com van de vastgoedwereld. Ze laten zien dat stenen minder relevant worden, want het gaat steeds meer om beleving dan om de fysieke locatie. Als concepten zoals bijvoorbeeld WeWork een bepaalde massa krijgen, dan red je het als gebouweigenaar met een goed gebouw en locatie niet meer. Mensen kiezen voor de beleving, het comfort, the brandpromise van een concept. Locatie wordt minder belangrijk.”

 

Duurzaamheid is de grootste innovatiekans

Om te innoveren is data nodig. En daaraan is bij Merin geen gebrek. Voor het opzetten van de duurzaamheidsplannen is Merin eerst begonnen met het verzamelen en samenvoegen van de relevante data in één bestand. Op deze wijze is er inzicht en duurzaamheid onderdeel van de strategie van elk pand. Duurzaamheid en  innovatie dáár liggen volgens Jan van Noordenne de grote kansen. Een voorbeeld van de duurzaamheidsambitie van Merin is het zonnedakproject waarin in samenwerking met Vattenfall maar liefst 30.000 zonnepanelen op negen locaties zijn geïnstalleerd. “Een geweldig, maar ook ingewikkeld project. Vooraf dacht ik dat het wiel wat zonnepanelen betreft al wel was uitgevonden, maar dat viel tegen. Ontbrekende dossiers gaven geen compleet beeld over de constructies van het vastgoed. Dat betekende dat ik behoorlijk wat panden heb moeten laten inmeten om bevestigd te krijgen dat betreffende gebouwen het gewicht van de installaties konden dragen. Daarnaast waren lang niet alle netaansluitingen geschikt voor dit project, het aanpassen- of verkrijgen van een nieuwe aansluiting wordt niet altijd geaccordeerd door netbeheerders. Hierdoor en door ondercapaciteit zijn het vaak lange trajecten geweest. Maar ik had een drive: we moeten verduurzamen. Bovendien is zo’n zonnedakproject een prima businesscase waar een goed rendement op gemaakt kan worden. Op dit moment wekken we circa 30% van onze elektriciteit zelf op. Na de uitrol van fase twee waarin nog eens  zeven locaties worden voorzien van panelen, komen we op circa 50%. Verder zijn we nu in voorbereiding voor de haalbaarheid van nog eens dertien locaties.”

Uitprobeerpotje

“Alles wat tot verbetering door efficiency, kostenreductie en toenemende klanttevredenheid leidt, valt wat Merin betreft onder innovatie. Eén van de eerste innovaties was het digitaal ondertekenen van huurcontracten, verder testen we nu met chatbots, een smart building platform dat je gebouw optimaal laat functioneren zonder tussenkomst van een installateur, digitaal aanbestedingsplatform, aanbesteding middels een gebouwopname door een drone, milieu ontlastende schoonmaak et cetera. We hebben al jaren een innovatieteam. Dit jaar hebben we door ons gedoopt ‘uitprobeerpotje’ gekregen waardoor het nog eenvoudiger is om pilots te starten. Het innovatieteam bestaat uit collega’s vanuit verschillende disciplines. Waaronder commercie, marketing, techniek en businessanalyse. We nodigen onder andere innovatieve start-ups uit. Als we het gevoel hebben dat een bedrijf of product kan bijdragen aan verbetering van Merin en de interne organisatie ook de tijd heeft om ermee aan de slag te gaan ,starten we een pilot. Hierbij proberen we vooraf heldere evaluatiecriteria te bepalen om te kunnen beoordelen of een pilot is geslaagd en we tot een bredere uitrol overgaan. De pilots worden gefinancierd uit het potje met leergeld. Niet alle pilots leiden tot opschaling, maar het gros doet dat wel.”

Dakbedekkingsbedrijf Elro: “Verschillende gemeentes geven subsidie op groendaken”

subsidie op groendaken bedrijven

Verschillende bedrijven maken al gebruik van de subsidie voor groendaken. Iedereen kent de Delftse Poort in Rotterdam. Het gebouw, eigendom van CBRE Global Investors en tot 2009 het hoogste gebouw van Nederland, wordt sinds jaar en dag bevolkt door verzekeraar Nationale Nederlanden. Toenmalig beheerder JLL liet in 2017 een dakinspectie van de torens en het tussengelegen pand uitvoeren. Deze maakte de renovatie- én vergroeningskansen inzichtelijk. ” ‘Groen’ is in Rotterdam wel een dingetje. Daarom verstrekt de havenstad -net als veel andere gemeenten- subsidies voor de realisatie van groendaken,” begint Job de Bruijn van Elro zijn verhaal. 

 

“Veel vastgoedeigenaren zijn niet op de hoogte van de subsidiemogelijkheden voor groendaken”

 

Vertraging van hemelwater

“De nieuw aangebrachte dakconstructie -met permanente dakveiligheidsvoorzieningen- zorgt voor een aanzienlijke verbetering van de Rc-waarde. Naast deze isolatieslag was het doel een begroeide afwerking aan te brengen. Juist vanwege de vele goede eigenschappen van groendaken. Naast het esthetische vlak -ik kijk persoonlijk veel liever naar een groendak dan naar een dak met grind of tegels- draagt het bij aan een leefbaarder klimaat. Daarnaast zorgt groen voor een geleidelijker afvoer van water en precies daar zit de crux in Rotterdam. Want er is de gemeente alles aan gelegen om de niet al te beste riolering zoveel mogelijk te ontlasten. Met groendaken wordt piekbelasting voorkomen.”

Subsidiemogelijkheden groendaken

“CBRE koos voor een vegetatiepakket bestaande uit een retentielaag -die voor een vertraging van het af te voeren water zorgt- en een vegetatielaag bestaande uit plugplanten van sedum, siergrassen en kruiden. Het grote voordeel van pluggen ten opzichte van vegetatiematten is de diversiteit in vegetatie. Het zorgt uiteindelijk -een beetje geduld is vereist, want zo’n dak is pas na drie jaar volledig dichtgegroeid- voor het mooiste resultaat. Naast een mooier uitzicht, een verbetering van de leefomgeving, een langere levensduur van de dakbedekking, een filtering van giftige stoffen en een toename van de biodiversiteit, zorgt de retentielaag in combinatie met de vegetatielaag voor een aanzienlijke buffering en vertraging van het hemelwater richting het rioolstelsel.”

“Veel vastgoedeigenaren zijn niet op de hoogte van de subsidiemogelijkheden voor groendaken.” Op Sedumworld staan alle gemeenten die subsidie op de aanleg van vegetatiedaken verstrekken.’